94. M. Kemp, Het kwellende wonder. Maastricht, Leiter-Nypels, 1936. (224 blz.)
Valkenburg, centrum van het vreemdelingenverkeer in het Geuldal, vormt in Zuid-Limburg een milieu van bepaald type. Niet alleen de vreemdelingen, de Hollanders meer in 't bijzonder, trekken er heen voor vermaak of ontspanning, ook Maastricht en de mijnstreek brengen er vertier, bijzonder in de cabarets en dancings. In zulke omgeving kan men allerlei menschen aantreffen, ook mannen en vrouwen die men er, vanwege hun geestelijk peil, niet verwachten zou. Dit kan natuurlijk tot innerlijke conflicten leiden. We maken, in dit verhaal, kennis met een meiske, dochter van 'n wat lichtzinnigen Limburgschen vader en een ernstige moeder van Westfaalsche herkomst, die aan gespleten gevoels- en zieleleven lijdt. Zij ondergaat, na een ernstig ongeval, een wonderbare genezing en meent nu verplicht te zijn in het klooster te treden, waarvoor ze geen roeping voelt. Ze redt zich tenslotte in een huwelijk uit verlangen naar kinderen. Deze roman speelt in de Alpen, Rodinster (Beauraing?) en vooral in het uitgaande wereldje van Valkenburg, Maastricht en het Belgische grensland.