Vijf minuten later belt hij aan ‘Au Coq blanc’. Het brutale zusje opent en bijt hem zachtjes een hartig ‘Sjoene jas’ toe.
Of Tielke er is?
In de huiskamer. Ga maar door.
Pa Lemkes, nauwelijks op de hoogte van iets, zegt hem neutraal goedendag. Ma groet erg stijf. Na enig gehinderd gepraat, waagt Nes te vragen of Tielke vanavond mee mag.
- Dat was afgesproken, antwoordt de moeder wat kil, maar 't kind is wat vermoeid. Ik weet niet of ze kan.
Tielke toont zich milder gestemd. Hem nu afstoten, lijkt haar te gevaarlijk. Niet om haar zelf - ze denkt er niet meer aan - om hem te redden uit de handen van die...
Wil Tielke niet eens op het Vrijthof gaan kijken. De anderen zijn er zeker ook.
Tielke peinst even... Samen, overdag en onverkleed over straat...
Wat Nes opeens bezielt? Het komt uit hem zelf ditmaal, dat merkt ze... Wat zullen de mensen zeggen?... Als ze niet meegaat en hij ontmoet dan die lel...
Wanneer ze op het Vrijthof aankomen, verlaat de fanfare juist de kiosk. Een violette schemer valt. Als in paarse dampen staan de zes hoge torens der kerkengroep tegen de nu kopergroene, zeer ijle lucht. Geweldig rijzen de donkere silhouetten van de St. Servaas en St. Jan boven het bruine plein.
Tegen die monumentale achtergrond, som-