zich met gemak, rustig uitdagend, want ze weten, een verschijnsel te zijn geworden in het stadsleven, en voelen, met welbehagen, op halsen armzenuwen de stekende blikken van wat er aan goeden en kwaden tussen de bomen wandelt of op de stoepen voor de café's zit.
Schiepen zij niet de speciale sfeer op de grote openlucht-bals, gegeven ter ere van het jubileum ener katholieke middenstandsorganisatie?
Nu Vastenavond in het verschiet: dagen van onberekenbare mogelijkheden.
Dan laat je ‘Gloria’ in de steek; opereer je bij voorkeur in Staar of Redoute.
‘Gloria’ is goed voor gewone dagen. Dan komt er de boemelende jeunesse, wat verveelde artisten en, bij gelegenheid, uit het Jekerdal verdwaalde Walen.
Met Carnaval trekt de nieuwsgierige, brave burgerij, wel gemaskeerd, er naar toe. De stoutmoedigsten der Derde Orde wagen er zich. Romantiek van ‘e dröpke mèt sòkker’ en citroenlimonade, van nette dagmeisjes en degelijke slagersknechts. Eruit dan!
Wat een avonturen wenken in Staar, Redoute, Palace en op andere grote bals!
Herinner je Marieke Dezoei. Sloeg die daar niet de onervaren, half suffe zoon van een Zevendedags Adventist - hoofdcommies in Rijksdienst - aan de haak! Nu leeft ze toch maar fijn onder de hoge lui in Heerlen, waar haar