Van In 't wonderjaer tot De verwondering
(1969)–Bernard Kemp– Auteursrechtelijk beschermdEen poëtica van de Vlaamse roman
B.F. van Vlierden, Van In 't wonderjaer tot de Verwondering. De Nederlandsche boekhandel, Antwerpen 1974 (tweede druk)
-
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van de tweede druk van Van In 't wonderjaer tot de Verwondering door B.F. van Vlierden uit 1974. De eerste druk dateert uit 1969. B.F. van Vlierden is beter bekend onder zijn pseudoniem Bernard Kemp.
redactionele ingrepen
p. 276: Zetterman → Zetternam, ‘Zetternam, Emiel 34, 38-39, 86’
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina (p. 6) is niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina 1]
Van In 't Wonderjaer tot De Verwondering
B.F. Van Vlierden
[pagina 2]
Bekroond met de Driejaarlijkse Staatsprijs voor het Essay
[pagina 3]
VAN
IN 'T WONDERJAER
TOT
DE VERWONDERING
een poëtica van de vlaamse roman
door B.F. Van Vlierden
Tweede druk
UITGEVERIJ DE NEDERLANDSCHE BOEKHANDEL
[pagina 4]
© 1974 Uitgeverij De Nederlandsche Boekhandel Antwerpen Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publishers.
D / 1974 / 0055 / 54
[pagina 5]
INHOUD
Inleiding. Tussen werkelijkheid en verbeelding 7
I Een wonderlijk gebeuren 24
II Werkelijkheidsgetrouw 37
III De roman als ontwerp van een ik 59
IV Een werkelijkheid van de mens 78
V De roman als geestelijke oefening 99
VI Een problematische werkelijkheid 124
VII De roman als therapeutische methode 142
VIII De chaos en de leegte 179
IX De roman als scheppende vorm 218
Nawoord 260