moedsuitstraling stond hij tegenover de menschen uit de Joodsche stadswijk.
Vrienden waren hem ook zoowel Wester- als Zuidertoren; hij had hen waarachtig lief. En hij wilde die liefde niet alléén bezitten, hij trachtte u in zijn liefderoes te betrekken door u met zijn minnezang te betooveren. Indien ge nu met een Nurkschen geest waart bedeeld dan oordeeldet gij dat Querido toch wel ‘overladen’ en daarbij ‘ijdel’ was.
IJdel! Velen meenden hem met dit dooddoenertje te hebben gekarakteriseerd. Zijn kinderlijk verlangen naar waardeering ontstond uit niets anders dan een uitlaaiend altruïsme. Waardeering beteekende voor hem: meeleven. In dit meeleven kende hij geen selectie. Waardeering bracht hem levensvreugde van welke zijde die ook tot hem kwam. Hij ontdekte er een soort bestaanssaamhoorigheid in. Hij sprak zich uit over zichzelf en anderen. Ook wat hij van zich zelf dacht, zei hij hardop.
Nu is er een genre van zwijgende bescheidenheid welke de ontstellendste vorm van ijdelheid beteekent. Het zwijgen van velen is slechts het mom hunner zelfgenoegzaamheid. Zij meenen dat hun geestelijke waarde geenerlei bevestiging van anderen behoeft. Immers de zon stráált, zij maakt ieder geluid overbodig.
Israël Querido spràk; vele schoone dingen heeft hij inderdaad gezegd. Velen omhullen zich met een zwijgen als in een onaantastbare ‘astrale’ substantie. Zij worden wellicht de glorie der zwijgzaamheid deelachtig... om ‘de vele schoone dingen die zij nìet hebben’ uitgesproken.
De schrijver van Manus Peet leefde zich volledig uit, ook wijl niets menschelijks hem vreemd was. Hij spaarde zich niet en scheen aldus ‘onbeheerscht’ terwijl hij toch de macht der bezinning in de constructie van zijn werk bezat.
Hoor hem de anecdotische grap vertellen, waarvan hij er een legio aantal vergaarde en bedacht. Hij schept er de met de ‘pointe’ geëigende sfeer in; hij omlijnt er de karikaturen op zoo intensieve wijze van, dat de weinig