dit ideaal aanhoort; maar ook zelfs die leiding van den geest is slechts een gedeeltelijk geldende voorrang, want hoe vele dingen weet het lichaam, met zijn aangeboren talent tot den dans des levens, vanzelf, uit eigen natuur.
Ik heb sterk den indruk behouden bij de niet talrijke maar glanzende herinneringen, die ik aan den dichter Leopold bewaar als een der kleine erfdeelen geluk, ons onderweg in het leven ten deel vallend, dat zijn omgang in dezen tijd, in die stad, het werkende, modderige, hotsende Rotterdam, in het donker en toch onvergetelijk gebouw (maar hoe trieste bastaardij van het klassiek gymnasion), het Erasmianum, toevallig was. Onder oudere klassici treft men nu en dan zulke menschen aan, die den indruk maken, toevallig in hun tijd te leven en, zonder moeite noch ook in het minst belachelijk te worden, te verplanten zouden zijn naar Athene, naar Alexandrië, in het begin dezer jaartelling of nog daarvoor. Leopold gaf mij dien indruk in hooge mate - toen nog niet, ik was te jong en te bot, en mijn aandacht haast uitsluitend betrokken bij tennis en kampeeren, maar ik mag van geluk spreken, dat zelfs in dien ten eenenmale onontwaakten toestand de straling van zijn geest doordrong en bewaard bleef om later, te laat, tot een der onvergetelijke indrukken te worden, die mij in het leven vergezellen. Het geduld, waarmee hij mijn tamelijk botte onverschilligheid voor de voorname pracht van zijn lessen verdroeg en vergold met een onverdiende sympathie en tegemoetkoming zelfs aan mijn gemakzucht, terwille van een paar jongensverzen die hem onder de oogen kwamen, zijn blijken zijner ruime menschenkennis en loyaliteit.
Leopold is mij bijgebleven als een der weinigen, die den indruk maken een vreemdeling en vertrouweling tegelijk te zijn in dit leven. Hij was aanwezig en nam deel aan het leven rondom hem, met een hartelijke en toch zeer teruggetrokken aandacht, hij was een kuisch toeschouwer in een wereld vol eigenbelangen, hij stond erbuiten, droeg er het hoofd zwevend en afwezig in om en hij leek omgonsd