In memoriam Kees van Duinen
Vriend van mijn hart en vele dromen
ten leste hebben wij ons vergewist
dat ook de laatste bitterheid waartoe gij zijt gekomen,
in het zand gelegd werd en geblust.
Sindsdien dragen de woorden van Uw leven,
niet door Uw mond verborgen of betwist
en aan Uw kleine tastbaarheid ontheven,
het luider teken dat hun klank beslist.
Mijn vriend, Adieu; ik heb het graf zien sluiten
boven Uw mond en hart, de laatste pijn.
Rondom ons is het vol van Uw geluiden
en nimmer zal ik, om U eenzaam zijn.
(gepubliceerd in ‘Ontmoeting’, 1949/1950, p. 289).