Huis van Nobi
(1967)–Ido Keekstra–bron
Ido Keekstra, Huis van Nobi. Bosch & Keuning, Baarn z.j. [1967]
codering
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
logboek
-
-
verantwoording
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Huis van Nobi van Ido Keekstra uit 1967.
redactionele ingrepen
Door het hele werk zijn koppen tussen vierkante haken toegevoegd.
p. 35: ‘Ontmoeting → ‘Ontmoeting’: ‘(gepubliceerd in ‘Ontmoeting’, 7e jg.: 3, dec. 1953, dit is een herziene versie).’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (binnenkant voorplat, 2, 4, 6, 32, 40, 48, binnenkant achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorplat]
IDO KEEKSTRA
HUIS VAN NOBI
[pagina 1]
HUIS VAN NOBI
[pagina 3]
IDO KEEKSTRA
HUIS VAN NOBI
BOSCH & KEUNING N.V. / BAARN
[pagina 95]
INHOUD
het landhuis | |
Boerenwil | 7 |
Oud Delft | 8 |
Amundsen | 9 |
Het Landhuis 1 | 10 |
Het Landhuis 2 | 11 |
Het Landhuis 3 | 12 |
31 augustus | 13 |
Het ruige landschap | 14 |
Hoe goed zal 't zijn | 15 |
Mijn moeder heeft een kind | 16 |
Die zijn liefste heeft verloren | 17 |
Mijn vader en ik | 18 |
De gestorvene | 19 |
Vanavond | 20 |
Neanderdal | 21 |
Luister toch naar de bron | 22 |
Als de doodsengel zingt | 23 |
Wie des nachts | 24 |
Wie in steen slaapt | 25 |
Niet wat ik zeg | 26 |
Pasen | 27 |
Voor een biochemicus | 28 |
Sluit de vensters | 29 |
Trein nul uur nul | 30 |
Er zingen duizend dichters | 31 |
huis van nobi | |
Legende | 34 |
Dogmacidum | 35 |
Spiegelgevecht | 36 |
Huis van Nobi | 37 |
Archetypisch | 38 |
In memoriam | 39 |
pneuma | |
Elke seconde 1 | 42 |
Elke seconde 2 | 43 |
Elke seconde 3 | 44 |
[pagina 96]
stupor | |
Ga niet op reis | 46 |
Slapeloos | 47 |
voortgaande in espenschied | |
Voortgaande in Espenschied 1 | 50 |
Voortgaande in Espenschied 2 | 51 |
Voortgaande in Espenschied 3 | 52 |
verspreide gedichten | |
Biddende vrouw | 54 |
Mijn vader bracht mij bij de boterbloemen | 55 |
In memoriam Kees van Duinen | 56 |
Bevrijdingsdag | 57 |
Duodeun | 58 |
Geigerteller | 59 |
Kierkegaard sterft | 60 |
Heilige der laatste dagen | 61 |
Homolyse 1 | 62 |
Homolyse 2 | 63 |
Most charming town | 64 |
Lao-tze | 65 |
Sentimental journey 1 | 66 |
Sentimental journey 2 | 67 |
Voyage mystiek | 68 |
Managertod | 69 |
Toen Theo stierf | 70 |
Tenslotte zeg ik dit: | 7 |
Ik zag het toomloos water en ik dacht: | 72 |
Dit is geen leven: op vermoeden | 73 |
Wat zal ik hedenavond schrijven? | 74 |
Missives | 75 |
Alleen hetgeen ik niet voorgoed bezit | 76 |
Het levensteken dat de dood betwist | 77 |
Omdat de zon hen in de kindertijd | 78 |
Ik moest allang beter | 79 |
Langzamerhand | 80 |
Toen ik nog klein was | 81 |
Ik ga op reis, ik weet niets van mijn terugkeer af | 82 |
Nawoord | 83 |
Literatuuropgave | 92 |
Bibliografie | 93 |
[ achterplat]
Uit het nawoord van Wim Hazeu
Op 27 november 1965, op zijn 56ste verjaardag, kwam Ido Keekstra door een verkeersongeval om het leven. Op 8 juli 1963 beschreef hij op een van zijn dagboekvellen een droom van een auto-ongeluk. Dergelijke autodromen heeft Keekstra meermalen opgetekend, tussen gedichtenflarden en chemische formules. Hoewel hij reeds op jeugdige leeftijd verzen schreef, is hem de ontdekkingskracht van het woord pas op latere leeftijd duidelijk geworden: ‘Ik werd wakker op mijn veertigste jaar en het leven was onherbergzamer dan mijn droom.’ De naoorlogse tijd ontnam de dichter tal van (schijnbare) zekerheden. Hij heeft oog gehad voor de vernieuwende krachten van de Vijftigers, later voor die van de Zestigers die gegroepeerd waren om het tijdschrift Kentering. Maar hij heeft nooit toegegeven aan het modisch voor de hand liggende: de vorm van zijn gedichten veranderen. Hij bleef zichzelf; met name het kwatrijn was voor hem de geijkte versvorm. Zijn laatste gedicht schreef hij op 15 november 1965; slechts het laatste woord ervan bleef openstaan.