In memoriam
Hij is gestorven en wij zijn alleen.
Van al hetgeen van hem is nagebleven
staat wat zich eens ten dode heeft opgeschreven
als enig levensteken om ons heen.
Nog draagt zijn woord het tijdelijk accent
van: ‘Ik ben hier of daar voor elk aanwezig.
Op spreekuren na afspraak met u bezig
sta ik met elk in doodlijk complement’.
Maar lang kan het niet duren of er zal
over de stilte waar hij is geborgen
een andre stem voor zijn gedichten zorgen.
Daar ligt zijn schelp voor goed aan hoger wal.
Ontledigd van zichzelf dat, opgenomen in
peilloze kolken van de oceanen,
de taal der diepzeevissen kan beamen.
Dan ruist de zee in 't ledig labyrint.
(gepubliceerd in ‘Dichter bij Achterberg’, Wim Hazeu, 1965).