Huis van Nobi(1967)–Ido Keekstra– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Archetypisch Ik zag de zee totdat ik haar verstond. Toen zag de zee mij duizendvoudig aan en nam haar stem terug, zover de eb kan gaan, binnen de stilte van haar diepste mond. Sindsdien weet ik haar golven eeuwig op mijn strand. Hoor ik haar stem in tweespraak met mijn bloed, Des nachts verdrink ik ruisend in haar vloed maar als de dag rijst, rest gerimpeld zand. (als titel van dit gedicht noemt Keekstra elders ‘Haemo’). Vorige Volgende