Huis van Nobi

[p. 15]

Hoe goed zal 't zijn

Hoe goed zal 't zijn om aan een blanke dis
de zuiverheid van brood en melk te proeven,
de goede glimlach van het lampelicht
op de vermoeide handen te behoeven.

Hoe veilig is 't dan niet alleen te zijn,
maar met een blonde vrouw het brood te delen.
En aan haar liefde nooit meer vreemd te zijn.
De laatste onrust in haar blik te helen.

Maar iemand riep mij in de duisternis.
De stormwind heeft de nacht een stem gegeven.
Wie weet hoever mijn doel gelegen is.
De eenzaamheid staat in mijn hand geschreven.