Rangschikking van de Yslandsche verba.
XXXIV. Hoofddeel.
Van de Yslandsche verba in 't Algemeen.
RUnolph Jonasz, Yslander, Schrijver van de Rudimenta Grammmaticae Islandicae verdeelt de Yslandsche Verba in vijf Classes. Hij noemt zijne ONGELYKVLOEYENDE VERBA wel niet Onregelmatig, dog geeft egter aen dezelven eene schikking, zeer verschillig van Onze Rangschikking, en van allen die over 't Letterkundige van eenige Duitsche Tael-tak geschreven hebben: ja, dat meer is, hoewel hij in de andere deelen van dat Boek genoeg blijken geeft, dat hij verdient onder de prijs-waerdige Grammatici gestelt te worden, nogtans ontwart hij deze ONGELYKVLOEYENDE VERBA zo weinig, dat men niet zonder moeilijk onderzoek te regt weten kan, of 'er niet meer met Exceptien dan Regelmatigen in 't Yslandsch zig opdoen.
Dewijl ik nu in 't naezien van zijne Voorbeelden, en 't schiften en scheiden van die, zeer klaerlijk bespeurde, dat niet alleen onze Rangschikking gantsch gemaklijk het Yslandsch in orde bragt, maer dat ze daerenboven onvergelijkelijk minder Exceptien overlaet, die nog minder zouden zijn, indien niet het mengsel van oud en nieuw gebruik daer onder plaets had, zo hebben we dienstig geagt deze onze Rangschikking, bij wijze van een' Schetse, hier agter het voorverhandelde bij te voegen; op dat blijke dat de Vocaelwisseling der ONGELYKVLOEYENDE VERBA bij het Yslandsch, en gevolglijk ook bij de anderen van Kimbrischen Stamme, uit gelijken Bron als de Onze is gesproten, en tevens ook op gelijkc Leest te schoeijen is. Wijders, behalven het nut van deze kennisse, zullen eenigen van deze ONGELYKVLOEYENDEN tot hulp en opbouw verstrekken van onze volgende Proeve van Afleiding.
Ik noem deze Verhandeling slegts een Schetse, om dat ik 'er de volledige Regelmaet van de Verba niet aentoon, als thans genoeg zijnde tot mijn Oogmerk, dat elke soort geschikt werde bij de zijnen van gelijken aert.