| |
XXI. Hoofddeel
Van den Zesden Rang der Frankduitsche Verba, onder welke de Onregelmatigen zijn.
| |
I. Die tot Hulpwoorden van de andere Verba gebruikt worden.
NB. Haban/ Havan / Habere, schoon een Hulpwoord, als het voor de Praeterita komt, behoort in 't Frankduitsch onder die van de I. CL:; als Habeta / habebat, T. p: 33. en Habetun / habebant, T. p: 54. hoewel de Euphonie de B of V / somtijds bij 't Praeter: in F en D verwisselt, als, Hafde & Hadde / habui.
No: 1. Infinit: Wisan / Wesan/ Siin/ Sin / esse.
Praes: & Fut: Indic:
Sing: |
Plur:. |
ich Bim (of Bin); |
Wir Siin (of Sin) & Birumes &c. |
thu Bist; |
ir Siit (of Sit) & Birut. |
her Ist (of Is); |
sie Sind/ Sint / & Sin. |
| |
| |
Prater: Indic:.
Sing: |
ich Was & War / |
thu Wast / |
her Was & War. |
Plur: |
wir Warun of Warumes / |
ir Warut / |
sie Warun. |
Imperat:.
2. Pers: |
{Sing: Sis / en Wis of Wisz.
{Plur: Wesit / of Sit. |
Praes: & Fut: Subjunct:.
Sing: |
Plur:. |
ich Si. |
wir Sin. |
thu Sist of Sis. |
ir Sit. |
her Sii / Si of & Wizi. |
sie Sin. |
Praeter: Subj:.
Sing: |
ich Wari / |
thu Waris / |
her Wari. |
Plur: |
wir Warin of Warimes / |
ir Warit / |
sie Warin. |
Particip:.
Praesens. |
Wesande of Wisanti. |
Praeterit. |
gi-Wesan. |
zie Tatiaen, p: 1, 2, 4, 6, 7, 8, 10, 11, 57, &c. Willeraem, p: 7, 14, 17, 18, 34 40, 50, 65, 69, &c.
No: 2.
Infin: |
Duon (of Tuon / of Tuan) facere: kunnan (of Cunnan) posse; Mogan / posse, potens esse, licere; Wizzan of Wizan / scire; Willan / velle; dog Wollan / velle, als van de I. CL:. |
Praes: & Fut: Indic:.
Sing: |
{ich Duo / kan / Mag / Weiz / Willo.}
{thu Duost / kant / Magt / Weist / Wilt.}
{her Duot / kan / Mag / Weiz / Will.} |
Plur: |
{wir Duon / kunnun / Mugun / Wizzun & Willun; of Duomes / &c.}
{ir Duotet / kunnet / Muget / Wizzut & Willet.}
{sie Duont / kunnan / Mugan / Wizzun & Willan.} |
Praeter: Indic:.
ich Tata |
(of Teta / Deda / Dade) / kuntha (of kunde) / Mohta / Wista (of Westa) / & Wolda; voorts als Brahta / onder den IV. Rang. |
Imperat: 2. Pers: |
{Sing: Duo / &c.}
{Plur: Duot / &c.} |
| |
| |
Praes: & Fut: Subj:.
Sing: |
{Ich & her Duo / kunne / Muge / Wizze / & Wille.
{Thu Duos / kunnes / Muges / Wizzes / Willes. |
De Plur: even als in Indicat:.
Praeter: Subj:.
Ich Tati / kunthi / Mohti / Wisti / Woldi / &c. als Brahti / bij den IV. Rang.
Partic: |
{Praes: Duonde / kunnande / Mogande / Wizzande / Willande.
{Praet: Gidan (of Gitan) & gi-Wizzan / & Wezzan; de anderen heb ik nog niet ontmoet. |
|
|
zie van |
{Duon / &c. T. p: 5, 21, 30, 31, 32, 47, 48, 51, 67. W. p: 9, 26, 28, 29, 45, 64, 71, &c.
{kunnan; W. p: 15, 42, 43, 67, 134, 148, &c.
{Mogan; T. p: 5, 7, 15, 44, 51, 58, 71, 85, 91, 224, 229, en W. p: 9, 10, 14, 21, 28, 34, 35, 43, &c.
{Wizzan / T. p: 4, 30, 37, 39, 44, 85, 90, 114, 115, 136, en W. p: 39, 69, 95, 104, 116, 119, 120, &c.
{Willan; T. p: 11, 15, en W. p: 6, 14, 15, 17, 27, 34, 45, 127, 128, &c. |
Wijders als Duon of Tuon / zo mede bi-Tuon / claudere, T. p: 46: en Wara-Duon / observare; W. p: 37. dus ook ont-Duon / aperire, 'en ana-Duon / induere: als mede hier toe Thurh-dan / perfectus.
No: 3. Infin: Skulan (of Sculan) olim Debere: sedert tot een Hulpwoord van het Toekomende.
Praes: Indicat:
Sing: |
Ich Scal / thu Scalt / her Scal. |
Plur: |
Wir Sculan / ir Sculet / sie Sculan. |
Praes: Subjunct:.
Sing: |
Ich Scule / thu Scules / her Scule. |
Plur: |
Wir Sculen / ir Sculet / sie Sculen. |
zie T. p: 10, 35, 38, 48, 143; W. p: 45, 50, 51, 69, 101, 131, 154, &c.
en bij T. p: 143, ir Scalt Wasgan / vos debetis lavare.
NB.
Dit Sculan, gelijk ook Haban (of Haban) / elk als Hulpwoord, om de Tijden aen te wijzen, word zelden bij Tatiaen, dog gemeenzaem bij Willer: gebruikt.
| |
| |
No: 4. Infinit: Muozan / licere;
Dus, So ich Muoz / si mihi liceat, W. p: 147. Thaz ich Muoze / ut mihi liceat; W. p: 148. Thaz wir Muozen / ut nobis liceat; W. p: 120. en Thaz ich Muoste / ut mihi liceret; W. p: 92, &c.
No: 5. Durran / gi-Durran / audere.
Gidorsta / audebat, W. p: 147, en T. p: 230.
NB. Van No: 4 en 5. heb ik geen andere Voorbeelden onder mijne Aenteekeningen.
| |
II. Die weinigen voor welken ik nog geen plaets heb konnen uitvinden onder de vorige vijf geregelde Classes, ter zake van de Afwijkingen, of om 't gebrek van Voorbeelden.
No: 1. | Drephan / tendere, vergere; en over-Drephan / superare, W. p: 67, 93, 100, 113, 149, 160; en Draph / tendebat, W. p: 103. Dit schijnt van de III. CL: te willen zijn. |
No: 2. | Houwan / excidere, Hiow & Hio / gi-Houwan; dus ook aba-Houwan / aba-fur-Houwan / amputare; en fur-Houwan / excidere, eruere; T. p: 34, 62, 78, 177, 182. Dit zweemt na die van de III. CL: 5. waerom ik het ook daer onder geplaetst heb. |
No: 3. | Heizzan / Heizan / Hiezan promittere; in Imperf: Hiez / in Praet: Partic: gi-Heizzan / W. p: 108, 120, 135, 141, 143. dog ook bij Is: p: 240. bi-Heizssit. Dit gelijkt na die van de III. CL:. |
No: 4. | Heizzan / nominare; Hiez / ge-Heizzan / W. p: 39, 154, en T. p: 16, 21, 28, 43, 55, 85, 89, &c. Dit aerd na die van de III. CL:. |
No: 5. | Skeidan / dividere; en gi-Skeidan / divisus; W. p: 14, 43, 167. dog ook under-Skeithet / divisus; W. p: 103. |
No: 6. | bi-Wollan / inquinare; W. p: 90. bi-Wal / inquinabat, W. p: 151. en un-be-Wollene / immaculatus, purus; W. p: 112. zo de Infinit: bi-Wellan ware, gelijk ik gissen zou, zo behoorde dit onder de II. CL: 4. |
No: 7. | Wofen / plorare, flere, lugere, T. p: 56, 94, 164, 199, 214. Wus & Wiof / plorabat, T. p: 27, 183, 214. en Wiofun / lamentavimus; T. p: 122, 199. Dit gelijkt na die van de III. CL:. In 't A-S. Weopan / (flere, lugere) II. CL: 1. |
| |
| |
No: 8. | Sawan / seminare; T. p: 132. Sata / seminavit; T. p: 132, 133, 134. en gi-Sawit / seminatus: T. p: 138. indien men Sata / voor eene inkorting neemt van Sawita / zo behoort dit onder de I. CL:. |
No: 9. | Douch / valet, W. p: 74. |
No: 10. | Lahhet / ridetis; T. p: 58. |
No: 11. | bi-Ladan / oneratus, T. p: 126. |
No: 12. | gi-Wevan / contextus; T. p: 200. |
No: 13. | Scrihenti / exhortans; T. p: 37. |
No: 14. | Waiet / flat; W. p: 81. en thurh-Waie / perfta; W. p: 80. |
No: 15. | Vozirnit / spernit; T. p: 124. Vozzirnita / sprevit, T. p: 191. en urzarnitun / spreverunt; T. p: 121. Dat deze 3 het zelfde willen, is waerschijnlijk; dog welke 't regte zij, blijkt mij nog niet; zij gelijken zeer na die van de I. CL: voor 't naeste gisse ik dat Vo / bij misslag, hier voor het voorzetsel Vor komt, dat gelijkaerdig van beteekenis is met Ur / en dat Zirnan het Zakelijke Verbum zij. |
EINDE
Van de Regelmaet en Rangschikking der FRANKDUITSCHE WERKWOORDEN.
Ga naar margenoot+
|
|