Stichtelijk huisboek(1866)–J.J.L. ten Kate– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Geduld. Ach, hoe lang nog zal ik wachten, Zal ik vreezen, zal ik smachten? Uren worden eeuwen lang: Vader! 't is Uw kind zoo bang. - Geduld! Banden der vreeze belemmren de vrijheid, Maatloos verlangen ontzenuwt de kracht; Eeuwen zijn uren in 's Heeren nabijheid: Volg gij Zijn schreden door nevel en nacht! [pagina 307] [p. 307] Ach, hoe lang nog zal ik lijden, Zal ik zwoegen zal ik strijden? Is dan alles wat ik droeg, Immer, immer niet genoeg? - Geduld! Doof eerst dien gloed, die uw boezem doet hijgen! Draag eerst uw kruis met oodmoedig geduld! Breng dien oproerigen wil eerst tot zwijgen: Hij moet het doen, die de tijden vervult! Ach, hoe lang, in 't stof gebogen, Zie ik uit met schreiende oogen? Gij, die droeven troost verleent! Heb ik nog niet uitgeweend? - Geduld! Tranen, God zond ze en God telde ze tevens; Blonken ze ook niet in het oog van Gods Zoon? Tranen zijn dauw op den akker des levens! Tranen zijn paerlen in de eeuwige kroon! Ach, hoe lang nog zal ik klagen, Vruchteloos om uitkomst vragen? God der Liefde, treft mijn smart Dan niet meer Uw Vaderhart? - Geduld! 't Hart van den Vader staat steeds voor u open! De eindloze Liefde verloochent zich niet! Geeft ze u niet alles in alles te hopen, Dán ook wanneer gij heur raad niet doorziet? Ach, hoe lang, van wee bevangen, Smelt mijn ziel in klaaggezangen? Zing ik, als in 't blij weleer, [pagina 308] [p. 308] Nooit een psalm der vreugde meer? - Geduld! Oodmoed en hoop en geduld en vertrouwen, Moeten beproefd en gehard in den strijd. Slechts die geloofd heeft, zal klaarlijk aanschouwen! Slechts die getreurd heeft, wordt waarlijk verblijd! (Vrij gevolgd.) Vorige Volgende