Stichtelijk huisboek(1866)–J.J.L. ten Kate– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 303] [p. 303] Ver van huis. Wie maar met God zijn Heer mag trekken, Vindt overal zijn pad bereid: Hem zal Uw eeuwig schild bedekken, Barmhartige Voorzienigheid! Een lichtstraal speelt op al mijn wegen, Een vogel zingt bij elken tred: Een vader volgt mij met zijn zegen, Een moeder met haar smeekgebed! Hoe wonder zijn Uw werken, Heere! Hoe zweeft Uw schaduw over 't dal! Ik hoor den lofzang Uwer eere, 'k Hervind Uw Hemel overal. Het groene bosch, de frissche beemden, 't Draagt al de sporen van Uw voet; En hoorbaar klopt in 't Land der vreemden Me Uw hart vertrouwlijk in 't gemoet! Wil Gij mijn hope nooit beschamen, Wees Gij mijn weg, mijn gids, o Heer! Zend de Englen die tot Jakob kwamen, Beschermend tot den zwerver neêr! Gun me, in hun vleuglenschaaûw gezeten, Een schuilplaats tegen zon en wind, En weef ze tot een Hemelketen, Die me aan mijn verre vrienden bindt! Schrijf Uw beloften en geboden, Heer, op de taaflen mijner ziel! Verhoor mij steeds in al mijn nooden, Aanschouw mij, wáár ik nederkniel! [pagina 304] [p. 304] En als de donkere uren komen, Waarin Uw Engel schijnt te vliên, O, laat mij van mijn moeder droomen, Ja, droomen van ons wederzien! Vorige Volgende