Stichtelijk huisboek
(1866)–J.J.L. ten Kate– Auteursrechtvrij
[pagina 301]
| |
Zoo 't mooglijk is, in zalige Englenchooren
Het klaaggeschrei der sterflijken te hooren,
Dan hoort gij nu,
Dan ziet gij nu mijn moederlijke smarte; -
En ik, mijn kind? in dit mijn moederharte
Hoor, zie ik u!
Neem eenmaal nog uw schuilplaats in mijn armen,
Laat mij nog eens die maagre hand verwarmen,
Die leest omvaân!
Uw lokkig hoofd zij in mijn schoot gebogen,
En zie nog eens met die verteedrende oogen
Uw moeder aan!
Des winters, als de storm daar buiten loeide,
Vertelde ik u, daar 't knappend haardvuur gloeide,
Van God den Heer;
Wilde ik in 't eind u dan in 't wiegjen leggen,
Dan kost ge soms zoo zacht, zoo vleiend zeggen:
‘Vertel nog meer!’
Uw moeder, ach! zij kan u niets meer leeren,
Gij weet nu van de heerlijkheid des Heeren
Veel meer dan zij.
Gij zult voortaan uw moeder onderrichten.
Blijf, Engel! haar in 't strijdperk harer plichten
Beschermend bij!
Verhaal mij van de majesteit der Heemlen,
Hoe voor Gods troon de goede geesten weemlen,
Waar 't wierook geurt:
En 't ‘Heilig! driemaal heilig!’ wordt gezongen!
Vertel nog meer, vertel nog meer, mijn jongen!
't Is thands ùw beurt!
| |
[pagina 302]
| |
O, houd mijn ziel met zoete droomen bezig
Des Wederziens!... Gij waart zoo lang afwezig,
Ik leed zóóveel:
Gods vredelicht wijkt uit mijn schreiende oogen:
Mijn hoop is niet gebroken, maar gebogen
Op d' armen steel!
Ontsluier mij, die neêrkniel op de zooden,
De wondren van 't geheimvol Rijk der Dooden,
Waar 't Graf van zwijgt!
Zeg me, of de ziel, waar zooveel Zaalgen wenken,
De ballingen der aarde blijft gedenken
En tegenhijgt!
Versterk gij mij in 't kinderlijk Gelooven!
Troost door de vreugd, die gij geniet daar Boven,
Mijn aardsch verdriet!
Heeft Jezus bij uw aankomst u gezegend?
Hebt gij omhoog mijn moeder niet bejegend,
Uw zuster niet?
Gij spreekt! Ik hoor! Ik raad! Ik ken de meening
Dier geestenstem: zij fluistert van hereening
Voor 's Heeren troon:
Zij spreekt van banden nimmer losgereten:
De Hemel kan geen Moeder doen vergeten!...
Heb dank, mijn zoon!
(Vrij gevolgd.) |
|