Stichtelijk huisboek(1866)–J.J.L. ten Kate– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Een psalm in den nacht. Als het avondt aan den hemel, Vangt een heilig feestuur aan, Dat in 't woelig daggewemel Voor de harten niet kan slaan. Zangerige nachtegalen Kweelen hun bezielde klacht, En de hooge hemelzalen Tintlen van juweelenpracht. Moog' de lucht een sluier weven Voor den klaren sterrenglans, Mogen schrikgestalten zweven In een wilden schimmendans - O, de vreeze zal niet duren! Kalm en kalmer wordt Natuur: En na weinig donkere uren Bloost de morgen aan 't azuur. Stroomen tranen langs uw wangen, Biedt uw cel geen vrede meer, Straks ontwaakt een zoet verlangen, [pagina 268] [p. 268] En - een Engel Gods daalt neêr. Hij verzamelt uw gebeden; Biddend heiligt zich uw smart, En uit 's hemels heerlijkheden Daalt het Amen in u hart. Voelt ge op nieuw uw kruis u wekken, Drukt u 's waerelds lust en leed, Durft de Twijfel weêr bedekken Wat de Hoop verrijzen deed - O, 't Geloof zal zegevieren! God verlaat de Zijnen niet. Onder Christus' heilbanieren Woont het Eeuwig Jubellied. Vorige Volgende