Stichtelijk huisboek
(1866)–J.J.L. ten Kate– Auteursrechtvrij
[pagina 263]
| |
Gezegend zij het kruis!
Het maakt het harte los van de aard;
Het richt het oog der ziel naar Boven:
Het leert ons hopen en gelooven,
Dat dáár wat beters is bewaard.
Gezegend zij het kruis!
Gezegend zij het kruis!
't Gestarnte schijnt des nachts alleen:
Uit zwarte wolken stroomt de zegen;
De winter baant der lent' heur wegen:
Geslepen eerst blinkt de edelsteen.
Gezegend zij het kruis!
Gezegend zij het kruis!
De tranenstroom, die 't oog ontvloeit,
Moet d' akker van 't gemoed verweeken;
De spade moet de korst verbreken,
Dán kan het onkruid uitgeroeid.
Gezegend zij het kruis!
Gezegend zij het kruis!
Het leert, waar eigen kracht bezwijkt,
Te meerder ons op God vertrouwen,
Aan de Eeuwge Liefde ons vast te houên,
Waar de ijdle gunst der menschen wijkt.
Gezegend zij het kruis!
Gezegend zij het kruis!
En wordt het tastbre duisternis,
En is de nood op 't hoogst geklommen,
Dan, mogen hymne en harp verstommen,
Dan leert men eerst wat Bidden is.
Gezegend zij het kruis!
| |
[pagina 264]
| |
Gezegend zij het kruis!
Het maakt ons klein in eigen oog;
Het vormt ons naar het beeld des Heeren,
Wien nu de hoogste heemlen eeren,
Maar die eens onder 't kruis zich boog.
Gezegend zij het kruis!
Gezegend zij het kruis!
De Vader trekt ons tot den Zoon,
De Zoon wordt ons den weg ten leven:
Des Heeren geest zal ons omzweven,
En boven 't kruis weêrblinkt de kroon.
Gezegend zij het kruis!
(Naar het Hoogduitsch van een armen schoolmeester.) |
|