Stichtelijk huisboek
(1866)–J.J.L. ten Kate– Auteursrechtvrij
[pagina 261]
| |
Die zon, die meêwarig een glimlach verspilt
Aan de aard die verweeûwd ligt te droomen;
Dat dartelende koeltjen, dat plotsling trilt,
Als voelde 't de stormen reeds komen:
Hoe 't alles de naadrende scheiding verraadt,
De smarte onder 't mom des verblijdens!
Wij noemen 't, waar 't schijnt op eens Menschen gelaat,
‘De heilge Schaamte des Lijdens.’
(Vrij gevolgd.) |
|