De schepping
(1866)–J.J.L. ten Kate– Auteursrechtvrij
[pagina 105]
| |
[pagina 106]
| |
Rond U vergaârende,
't Duister verklarende,
U openbarende,
Roemen ze U saam!
Maak door Uw zegen
't Schepsel bekwaam
Tot al Uw wegen,
En - heilig Uw Naam!
3.
Venus.
Wáár is de krachtige,
U, o Almachtige,
Wanorde keerende,
Hoog triomfeerende,
Zalig regeerende
Koning! gelijk?
| |
[pagina 107]
| |
De ondank verstomme,
De afgunst bezwijk'!
Koom' eens alomme.
Uw zaligend Rijk!
4.
De aarde.
Englen omringen U,
Dienen U, zingen U,
Duizendmaal duizende,
D' ether doorkruizende,
Of bij Uw suizende
Palmen geschaard.
Werkzaam gewemel!
Bezige gaard!
Als in den Hemel
Zoo zij het op Aard!
| |
[pagina 108]
| |
5.
Mars.
Alles behoedende,
Houdende, voedende,
Alles doorzwevende,
Zelf eeuwig levende,
Levenskracht gevende
Uit Uwen schoot!
Hoor aller beden!
Zie aller nood!
Geef allen heden
Uw dagelijks Brood!
6.
Jupiter.
Gij onbevleklijke
Draag al 't gebreklijke!
| |
[pagina 109]
| |
Sterk wat versterven zou!
Red wat bederven zou!
Roep wat daar zwerven zou
Buiten Uw baan!
Wildet Gij wijken,
Waàt kon bestaan?
't Licht moest bezwijken,
't Heelal zou vergaan!
7.
Saturnus.
Ziel van d' Almogende!
Liefde! Meêdoogende,
Eeuwig erbarmende!
Blijf als de omarmende,
Alles verwarmende
| |
[pagina 110]
| |
Kracht ons nabij!
Talloze tallen
Wentlen als wij:
De éénheid van allen,
't Groote aspunt, zijt Gij!
8.
Uranus.
Koning der Koningen!
't Ruischt in Uw woningen,
Kransen zie 'k strengelen,
Paren zich mengelen,
Wezens, als de engelen
Heerlijk gewrocht!
Bleven ze U immer
Needrig verknocht!
| |
[pagina 111]
| |
Werden ze nimmer
Tot afval verzocht!
9.
Neptunus.
Heilge aller heiligen!
Blijf ons beveiligen!
Zweef onze rangen door!
Trek onze gangen voor!
Wat onze zangen stoor',
Regel de maat!
Wek door Uw hoede
't Goede uit het Kwaad,
't Beste uit het Goede,
Dat - nimmer vergaat!
| |
[pagina 112]
| |
10.
Choor.
U de viktorie, Heer!
U al te samen
't Rijk en de glorie, Heer!
Eeuwelijk. Amen!
|
|