De planeeten
(1869)–J.J.L. ten Kate– AuteursrechtvrijJ.J.L. ten Kate, De planeeten. M. Nijhoff, Den Haag / A.W. Sijthoff, Leiden / D.A. Thieme, Arnhem 1869
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: 1095 D 37, scans van Google Books
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van De planeeten van J.J.L. ten Kate uit 1869.
redactionele ingrepen
p. 183: Almacbt → Almacht: ‘Moest Gods Almacht zelf verouden’.
p. 256: misscbien → misschien: ‘Moeder der Planeeten en misschien ook van onze Aarde’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (II, t.o. II, IV, 2, 24, 26, 40, 42, 58, 80, 104, 120, 122, 148, 156, 158, 196) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
DE PLANEETEN
[pagina III]
DE PLANEETEN
EEN GEDICHT
VAN
J.J.L. TEN KATE
'S GRAVENHAGE, LEIDEN, ARNHEM,
M. NIJHOFF, A.W. SIJTHOFF, D.A. THIEME
1869
[pagina V]
INHOUD.
Bladz. | |
---|---|
EERSTE ZANG. PROLOGUS. DE AARDE | 1. |
TWEEDE ZANG. URANUS | 25. |
DERDE ZANG. SATURNUS | 41. |
VIERDE ZANG. JUPITER | 57. |
VIJFDE ZANG. MARS | 79. |
ZESDE ZANG. MERKURIUS | 103. |
ZEVENDE ZANG. VENUS | 121. |
ACHTSTE ZANG. INTERMEZZO. HET LIED DER PLANEETEN | 147. |
NEGENDE ZANG. EPILOGUS. DE NIEUWE AARDE | 157. |
AANTEEKENINGEN | 197. |