P.J.H. Kapteyn
Taboe, ontwikkelingen in macht en moraal, speciaal in Nederland
Stellingen
1
Uit het protest tegen pornografie blijkt dat vrouwen zich nog meer het óbject voelen van mannelijke lusten dan het súbject van hun eigen lusten.
2
In parlementaire democratieën weerspiegelt de ‘carrière’ van God die van de Vorst: Voorzover Hij niet is afgezet, wordt Hij met voorkomendheid en eerbied omringd maar feitelijk van Zijn invloed beroofd.
3
Door voorstanders van liberalisering van de zedelijkheidswetgeving worden de wetten van vroeger te veel voorgesteld als een collectief misverstand dat eenvoudig de wereld uit moet, en te weinig als een vorm van sociale controle die door de toegenomen zelfcontrole in bepaalde mate kan worden verlicht. (Zie bijv. E. Brongersma, ‘De hervorming van de zedelijkheidswetgeving’, in Socialisme en democratie, 1978, pp. 444-461 en pp. 534-545.)
4
Kinderen worden seksueel beter, maar financieel slechter voorgelicht.
5
Bij ontwapeningsonderhandelingen is kennis van het beschavingsniveau even belangrijk als kennis van het bewapeningsniveau; de laatste is echter aanzienlijk verder gevorderd.
6
De vorming van een Europese kernmacht is taboe.
[pagina 338]
[p. 338]
7
De visies van Immanuel Wallerstein en van Norbert Elias op de maatschappelijke ontwikkelingen in West-Europa verschillen onder meer hierin dat de economische expansie tegen het einde van de Middeleeuwen volgens Wallerstein samenhangt met de relatieve zwakte en volgens Elias met de relatieve sterkte van de staatsmacht. (Zie Immanuel Wallerstein, The Modern World-System, New York-San Francisco-London 1974, p. 63 en p. 164 e.v., en Norbert Elias, Ueber den Prozess der Zivilisation, 2 Bnd., Frankfurt am Main 1976, eerste uitgave 1939, Bnd. 11, pp. 436 e.v.)
8
Edward Shorter interpreteert de opkomst van de romantische liefde in de achttiende eeuw als een toenemende spontaniteit in plaats van als een toenemende terughouding en omvorming van seksuele driften, omdat hij in zijn visie op de ontwikkeling van het Westerse gezin alleen oog heeft voor de verminderde sociale controle en niet voor de toegenomen zelfcontrole. (Zie Edward Shorter, De wording van het moderne gezin, Baarn z.j., eerste editie 1975, p. 21 en 127.)
9
mo studies zijn schoolser gebleven dan overeenkomstige universitaire opleidingen omdat de studenten er zich moeilijker kunnen organiseren.
10
Het stimuleren van de studie Nederlands aan buitenlandse universiteiten betaalt zichzelf, omdat het de vraag naar Nederlandstalige produkten zal doen stijgen.
11
Progressieve politici beginnen hun carrière en beëindigen hem met het uitspreken van radicale gedachten.