De dagboeken van Wim Kan 1968-1983. De televisietijd
(1989)–Wim Kan– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina X]
| |
[pagina XI]
| |
Het vertrouwde beeld aan het eind van iedere voorstelling: samen in het slotapplaus.
| |
[pagina XII]
| |
De autoloze zondagen in 1973.
| |
[pagina XIII]
| |
Op de Laube van de Enzian in Langwies: Wim Kan, Corry Vonk en Frans Rühl.
Links: Dezelfde Laube met slechts een deel van het indrukwekkende uitzicht.
Vanuit de kamer in Kudelstaart. Ver weg achter in de tuin ligt zichtbaar het 360o draaiende werkhuisje.
De ochtend na de voorstelling. De bloemen herinneren aan het succes.
| |
[pagina XIV]
| |
Op weg naar het theater, 1973.
Geen groter plezier dan fietsen in de uiterwaarden van de IJssel.
| |
[pagina XV]
| |
Onverwacht verjaardagsbezoek:
Herman van Veen, Wim Kan en Paul van Vliet op het ijs van de Westeinderplas. | |
[pagina XVI]
| |
De linkerpagina's van de dagboeken waren voor lijstjes en inspiratieknipsels.
| |
[pagina XVII]
| |
Kostuumrepetitie op de zolder van Kudelstaart. Nauwelijks had Wim Kan een nummer bedacht of Corry Vonk had de kostuums al klaar. In dit geval voor het nummer: Herders gevraagd.
De traditionele zomerbespeling in de Koninklijke Schouwburg: altijd uitverkocht.
‘Wim Kan in een ommezien’.
Terwijl de eerste voorstelling nog bezig was, stonden negenhonderd mensen geduldig te wachten op de voorstelling van tien uur. | |
[pagina XVIII]
| |
‘Ik zeg met dat hij niet kan schilderen, die Van Rhijn.’
De Nachtwacht is lange tijd het openingsnummer van het programma ‘Wim Kan alleen’. ‘Daar leggen ze het elkaar nog even uit.’
| |
[pagina XIX]
| |
Het laatste televisieoptreden.
De ontroering in de zaal kwam niet over op het televisiescherm. | |
[pagina XX]
| |
De komst van de Japanse keizer kon niet worden tegengehouden.
Wim Kan in gesprek met zijn steun in die moeilijke dagen: nos-redacteur Hans van der Werf.
Een keuze uit zijn hart:
Kan draagt de Davidsring over aan Herman van Veen. | |
[pagina XXI]
| |
Ditmaal is de Televizierring voor Jos Brink.
Een van de scènes waarin Kan naar hartelust kan improviseren.
Hier als Van Agt. | |
[pagina XXII]
| |
De Oranjeflat aan de boulevard van Scheveningen. Op het balkon Corry Vonk kijkend naar haar stoere wandelaar.
Het dagelijks leven op de Wildwal.
De Kleine Wildwal, het houten huisje diep verscholen in de bossen aan de voet van de Posbank.
Wandelend op het Carolina-laantje. Symbool van zoveel geluk.
| |
[pagina XXIII]
| |
De laatste voorstelling in de Rotterdamse Schouwburg. De technische ploeg schaart zich rond het gezelschap van Wim Kan.
In het seizoen 1968-1969 treedt Kan voor het laatst op met een ensemble.
Links beginnend: René Frank, Frits Lambrechts, Peter Bos (ingehuurde cameraman) Frans Rühl, Johan Mattijsen, Minneke Heijermans (kleedster), Wieteke van Dort, Marnix Kappers. Afwezig: Sant Heijermans.
Die historische zondag in september. De twee Van Puthovenscènes, zonder repetities in één take opgenomen, worden direct teruggekeken. Om de monitor heen Kees van Kooten, Frans Rühl, Corry Vonk, meneer Van Liempt, Wim Kan, Maud Keus en Wim de Bie.
| |
[pagina XXIV]
| |
Weten hoever je te ver kunt gaan.
In zee voor een handtekening.
Kind aan huis. Zoon Franco Rühl met Kan op de Wildwal.
Wandelvriendinnen van het eerste uur. Meike en Mirjam zijn uitgenodigd op het ‘landgoed’ in Kudelstaart.
| |
[pagina XXV]
| |
De 82ste verjaardag van Corry Vonk gevierd op een eenvoudige hotelkamer in Rapperswil, Zwitserland.
Het uitzicht van Hotel Welgelegen, zoals Kan de Velpse ziekenhuiskamer op de zesde etage noemde. Ze verbleven daar elf weken.
Dokter Henny Bon, het Medische Engeltje, goede vriendin en vertrouwensarts van de familie Kan.
| |
[pagina XXVI]
| |
Aan de Thunersee in Zwitserland, 1983.
Ooit de eerste vakantieplans van Corry Vonk en Wim Kan. |
|