Biografische aantekening
frans rühl komt in 1968 bij het gezelschap van Wim Kan en maakt het laatste seizoen mee van het abc-cabaret in traditionele vorm, met Corry Vonk en ensemble voor de pauze en Wim Kan met zijn conference na de pauze. Mede op aanraden van zijn impresario Wout van Liempt, besluit Kan een jaar later met een soloprogramma verder te gaan: Wim Kan alleen.
Als rustpunt voor Kan in de conferences worden een aantal scènes ingevoegd die hem de gelegenheid geven naar hartelust te improviseren. Frans Rühl fungeert hierbij als aangever. Daar er geen teksten vastliggen, lopen de improvisaties tot groot genoegen van het publiek en zeker ook van Wim Kan zelf nogal eens uit de hand. Bekend zijn de nummers ‘Knodde, de oude visser’ (uit ‘Kort is de roem’) en de wekelijkse gesprekken met de minister-president Den Uyl (later Van Agt).
Naast rechterhand op en achter het toneel wordt Rühl ook privé de vertrouwensman van Kan. Als enige krijgt hij toegang tot de intieme gedachtenwereld van de zich zelf van de buitenwereld afsluitende cabaretier. Hij maakt zo alle hoogtepunten van Wim Kan en Corry Vonk mee, zowel artistiek (de beslissing op tv te verschijnen) als privé (bungelend boven een Zwitserse afgrond: We gaan de voorpagina halen). Het laatste, zo dramatische jaar wijkt hij nauwelijks meer van hun zijde. Na de dood van Kan blijft Rühl achter met de dagboeken.
Naast de Burma-schriften bestaat de collectie uit maar liefst 110 dikke dagboeken plus vele blocnotes, losse notities, correspondentie, teksten en gedachten. Op de vele lange wandelingen die Kan en Rühl op de Veluwe en in de bergen maakten, werd al uitvoerig besproken wat er met de hoeveelheid materiaal zou kunnen gebeuren. Met de ondersteuning van een artistiek testament handelt Rühl als de schatbewaarder van de Wim Kan-legende.
Tegenwoordig is Frans Rühl theaterproducent.