gehele Indonesische Archipel ook naar Nieuw-Guinea bracht, waar hij in contact kwam met dr. J.V. de Bruyn, bestuursambtenaar en etnoloog, de man die als ‘Jungle Pimpernel’ door de boeken van Van Kampen later internationale vermaardheid zou verwerven.
Dit was het begin van een serie grote reizen, die hem naar een aantal niet of nauwelijks bevolkte delen van de wereld voerden: o.a. enkele malen naar centraal Nieuw-Guinea, Noord-Groenland, het binnenland van Suriname, plus naar een groot aantal merkwaardige eilanden, zoals de Hebriden, eilanden in de Pacific en Corsica.
Na nog korte tijd met diverse onderbrekingen aan de uitgeverij werkzaam te zijn geweest, maakte hij zich daar ten slotte geheel los van, teneinde als vrij journalist en schrijver te kunnen gaan en staan waar hij dat zelf verkoos. Het maandblad ‘De blauwe wimpel’, waarvan hij dus de geestelijke vader is, bleef hij redigeren.
Anthony van Kampen woont sinds jaren in Bergen (N.-H.), in het daar welbekende ‘Huis met de Scheepsbel’, is getrouwd en heeft een zoon en een dochter. Zijn voornaamste werkzaamheden bestaan (en zullen wel altijd blijven bestaan) uit reizen en schrijven. Hij is een rusteloos, zwerfziek man, die geen kans ziet, en die ook niet wil zien, lang thuis te blijven. Hij is verbonden als medewerker aan diverse landelijke dagbladen, schrijft, behalve in ‘De blauwe wimpel’, in tal van tijdschriften, verzorgt radio- en tv-causerieën, en heeft ontelbare lezingen gehouden, zowel in Nederland als ver over de grenzen.
Zelf geen dichter zijnde, heeft een Nederlandse dichter, Christiaan Terpstra, van hem gezegd:
Hij kan niet leven naar de vaste normen
die hem zijn dorp als veilig richtsnoer schenkt,
maar blijft de witte plek der kaart bestormen
en ziet zich kleur en lijn in 't landschap vormen
waar 't poollicht of de oorlogstrom hem wenkt.
Meen niet, dat als de laatste witte plek
is opgevuld met groene bergcontouren,
hij terug zal keren naar zijn klein vertrek.
Eer zal de laatste golf op 't laatste dek
hem naar de laatste witte einders voeren.
Wat zijn persoonlijke hobby's betreft, naast schrijven zijn dat het bereizen van stukken incognita, voor zover nog aanwezig in onze praktisch geheel in kaart gebrachte wereld, het contact zoeken met singuliere personen, en het verzamelen van maritieme curiosa. Er is over hem geschreven: ‘een man, die, nu eens lyrisch, dan weer zeer aards, schrijft over Indonesië, Nieuw-Guinea en Groenland, over Praag en Malta, Corsica en Lourdes, over de modder en de kannibalen van onbekend Zuid-Nieuw-Guinea en het verbijsterend Aurora Borealis, het noorderlicht, van het poolgebied.
Een man, die zichzelf dichter noch litterator waant, maar uitsluitend schrijver