Omnibus

redactionele ingrepen

p. 42: kop...! → kop...!’: ‘De kop... de grote kop...!’’.

p. 56: ambtenaar. → ambtenaar.’: ‘En daarbij een uiterst intelligente en ijzersterke ambtenaar.’’.

p. 67: doen. → doen.’: ‘Hoewel er niet zoveel wilde dieren zijn die dat doen.’’.

p. 102: tijd! → tijd!’: ‘Ze hebben maar een half uur tijd!’’.

p. 168: varen.” → varen.”’: ‘“Wie hier binnentreedt laat alle hoop varen.”’’.

p. 169: ik. → ik.’: ‘Maar het feit dat de man de lange tocht heeft ondernomen zegt wel iets, dacht ik.’’.

p. 171: hebt. → hebt.’: ‘Zorg dat je je zaakjes in orde hebt.’’.

p. 172: ging. → ging.’: ‘De brief nam die loper van de goeroe mee terug toen hij weer op stap ging.’’.

p. 209: ‘Maar → Maar: ‘Maar hij liep door.’.

p. 279: Wel → ‘Wel: ‘‘Wel, het toilet kwam, heel groot en heel mooi.’.

p. 419: dusverre. → dusverre.’: ‘Dat zou ook tijd worden - het is maar een rare vakantie geweest, tot dusverre.’’.

p. 420: Ze → ‘Ze: ‘‘Ze vroeg hoe het met je enkel ging en was erg blij te horen dat het praktisch over is.’.

p. 420: ‘Dat weet je zeker’ vroeg ze?’ → ‘Dat weet je zeker?’ vroeg ze.

p. 430: Corsicanen.’ → Corsicanen.: ‘Het zijn Corsicanen, alleen maar Corsicanen.’.

p. 436: wélk → ‘wélk: ‘‘wélk een verrassing -!’.

p. 465, 509: tussen vierkante haken zijn koppen toegevoegd.