Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 348]
| |
De te onbekende soldatenAlle onbekende
Met bloemen verwende
Onbekende soldaten
Van oude oorlogsstaten
Waren ontevreden,
Hoewel overleden,
Met de staat van zaken
Die de vrede raken.
Zij lagen onder bogen
Met uitgebluste ogen
En waren zeer bevreesd:
‘'t Is niet voor 't laatst geweest.’
De Londense soldaat
Liep daarom over straat
En vroeg per telegram
Of de Parijse kwam.
Die kwam en lei in 't Frans
Een rijk versierde krans
Met goud-beschreven linten:
‘Rust zacht! Alle gezindten.’
Ze gingen samen drinken
En op de vrede klinken.
‘'t Moet alles nu veranderen!’
Toen kwamen ook de anderen.
Zelfs het skelet uit Rome
Was door de lucht gekomen.
Men voelde slechts één manco:
Nog geen skelet van FrancoGa naar eind*.
| |
[pagina 349]
| |
Toen sprak de man van Londen:
‘Ik heb het leuk gevonden
Dat u hier, Mijne Heren,
Wel wildet confereren.
Wij moeten op gaan passen’ -
Hij rolde met zijn kassen -
‘Men wil ons gaan verdringen’,
Sprak hij met knokenwringen.
‘Men gunt ons niet het graf
Dat 't Vaderland eens gaf.
En voor we er op verdacht zijn,
Zou het voor eeuwig nacht zijn,
Als straks een ander kwam
Bij onze eeuwige vlam.
Wij hebben 't oudste recht’,
Sprak hij. ‘Ik heb gezegd.’
Nadat een tolk vertaald had
En het nog eens herhaald had,
Ging elk van hen weer henen:
Parijs, Berlijn en Wenen.
Geen mens die het daar wist:
Men had ze niet gemist.
Toen zeiden ze tot elkanderen:
‘Voor ons wel duizend anderen!’
18 februari 1939
H.B. Fortuin (1911-?)
| |
[pagina 350]
| |
Herman Bernhard Fortuin studeerde in de jaren dertig rechten te Amsterdam en werd daarna journalist; vanaf de Tweede Wereldoorlog ging hij bij de bbc werken. Dit sarcastische gedicht van hem verscheen eerst in De Groene Amsterdammer (1939); later werd het opgenomen in Fortuins bundel Spiegelt U zacht (1949). Dat de onbekende soldaat een geliefd thema was in de literatuur uit het interbellum (zie ook het gedicht van Mien Proost/Hans Klomp hierboven), hing samen met de toen nog echt onder de bevolking levende herdenkingsplechtigheden bij de verschillende nationale monumenten. |
|