Dit opstandige gedicht van een dichter die zich goed verscholen heeft achter de naam Incognitus (zie ook rubriek 3), verscheen in 1924 in De Kreet der Jongeren, Blad van Opstandige Jeugd. Wat de voorraad strijdmiddelen in strofe 1 betreft lijkt de auteur een vooruitziende blik te hebben gehad.