Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 303]
| |
Lied der vrede of de ondergang van Duitschland't Is reeds weer vier jaar geleden,
Dat Duitschland niet was tevreden,
Geheel Europa bracht in diepe rouw.
Steden en dorpen verbrandde,
Vrouwen en kinderen verbande,
Geheel Europa regeeren wou;
Met België is hij begonnen,
Hij is daar binnen gedrongen,
Verwoestte Leuven en DinantGa naar eind*,
Vermoordde grijsaards en kinderen,
Dat kon hun niet hinderen,
Maar nu is hij de vernederde man.
Miljoenen menschen, o wat een schand,
Vermoord op zee en op het land,
Nu is zijn heerschappij gedaan:
Hij kan wel weer naar huis toe gaan.
Wij zijn bevrijd van een barbaar,
AmerikaGa naar eind* pakt hem flink in het haar,
Nu bidt en smeekt hij Wilson om vree,
Maar wij Hollanders roepen: Hoezee!
Als er eens vrede zal wezen,
Hebben wij niets meer te vreezen,
Dat hij Holland verwoest of verbrandt,
Kan hij onze vrouwen en kinderen
Ook niet meer hinderen.
Want nu is zijn heerschappij verlamd.
Als onze mannen weer tehuis zijn,
Zullen de vrouwen wat blij zijn,
Dan hebben wij weer eten genoeg,
Wij hebben niet meer te klagen,
Om geen broodje meer te vragen,
De bakker brengt 't ons 's morgens vroeg.
| |
[pagina 304]
| |
Weg met die oorlogs-ellende,
Met die moordenaarsbende,
Maar wij zijn gelukkig gespaard.
Wij hebben armoe geleden,
En om vrede gebeden;
Want het leven is ons ook veel waard.
Wij zullen op geen klompen gaan loopen
Maar schoenen kunnen koopen,
Vrij naar de winkels toe gaan.
Zij zullen om geen bonnen meer vragen.
Goedkoope kleeren dragen,
Dan is 't met de ellende gedaan.
Miljoenen menschen, o, wat een schand,
Vermoord op zee en op 't land,
Nu is zijn heerschappij gedaan:
Hij kan wel weer naar huis toe gaan.
Wij zijn bevrijd van een barbaar,
Amerika pakt hem flink in het haar,
Nu bidt en smeekt hij Wilson om vree,
Maar wij Hollanders roepen: Hoezee!
Anoniem
Dit eenvoudig-naïeve lied over de nederlaag van Duitsland in 1918 is opgenomen in deel 2 van de verzameling van Wouters en Moormann. |
|