Dit gedicht van de socialistische dichter Adama van Scheltema (zie voor gegevens over hem rubriek 2) verscheen in zijn bundel Zingende stemmen uit 1916. Het is indertijd (met enkele kleine tekstverschillen) op muziek gezet door Sam. Vlessing en daarna uitgegeven als bladmuziek door het bureau T.A.V.E.N.U.