Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 285]
| |
VersaillesDe Duitsche gevolmachtigden namen daarna een voor een de ganzenpen en teekenden op japansch papier. (De dagbladen) Wel deed de Spiegelzaal hun zeer,
waar eens hun vorstGa naar eind* met arendsvêer
zijn wil dicteerde,
doch meerder leed doortrilde hen
toen ClemenceauGa naar eind* de ganzepen
hun presenteerde.
Eén dwaze ganzepennestreek...
... het Duitsche wereldmachtsbeeld week
voor wraakgedachten;
de gans die men de veer ontstal
lag klagend in den slotparkstal
met roode schachten.
En naast haar zat een beest dat sliep,
de vredesduif, en scheen aan griep
chronisch te lijden,
haar hartslag was een vogellied
dat 's avonds sterft langs 't oeverriet
en nevelweiden.
‘Voelt ge’, sprak 't gansje, ‘u niet als kip?’
‘Neen’, zei de duif, ‘'t is snot of pipGa naar eind*
dat ik zoo zwak zie,
ik voel me altijd even ziek
bij radicale politiek
en bij reactie.
Natuurlijk! Als men oorlog voert
voel ik me 't allermeest beroerd,
doch 't vredesluiten
brengt me niet eens die beterschap
waarop ik hoopte, ik blijf slap
in krop en kuiten.
Ziek bleef ik toen na Waterloo
vorst Metternich 't congresGa naar eind* geo-
pend had te Wenen,
ziek ben ik deze eigen stond
| |
[pagina 286]
| |
met 't licht van Wilsons VolkrenbondGa naar eind*
vaag om ons henen...
... 't is d'Alliance van voorheen
waarbij de sterkste mogendhêen
nog sterker worden
nadat de vijand is gekraakt,
als paria is uitgebraakt
der wereldorde.
De Saint' Alliance, 't vooze brok,
dat 't menschdom at met blij geschrok
en zegenbeden
tot 't van den vredesroes genas
en voelde dat 't vergiftigd was
een eeuw geleden.
De trotsche Volkrenbond van nu
Is oude Alliance-jus
voor nieuwe tijden,
Dien jingoistGa naar eind* en chauvinist,
expansionist, militairist
hoopvol verbeiden...’
... Geschutvuur! Vrêe!! De duif viel om.
Wilson bij 't hok riep: ‘Duifje kom,
open uw snebje,
breng de olijf naar iedre hut
naar Brooklyn, naar Connecticut
hier beest... ik heb je!’
Hij had haar... maar de duif was dood,
hij greep de gans toen bij een poot,
hij wist er raad op,
en joeg met meesterlijk gebaar
het beest als pais en vrêe-canardGa naar eind*
de straat op.
A.W. Kamp
| |
[pagina 287]
| |
Dit gedicht trekt een parallel tussen het Congres van Wenen (1814-1815) en de Vrede van Versailles (1919). Evenals vroeger zouden de sterkste landen het opnieuw voor het zeggen krijgen en zou er niets terechtkomen van de wereldvrede, temeer daar veel Duitsers zich diep vernederd voelden door de voorwaarden die aan hun land waren opgelegd. Dergelijke gedachten leefden sterk in de periode die niet voor niets het ‘interbellum’ is gaan heten (zie verder rubriek 10). Een vroeg voorbeeld is het gedicht dat A.W. Kamp op 3 juli 1919 publiceerde in het al eerder besproken tijdschrift De Loods (zie rubriek 6). Deze verder onbekende dichter had zich ook in een ander gedicht al kritisch uitgelaten over Wilson. |
|