Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 276]
| |
Winston Churchill's oordeel over de duikboot'n Goede duikboot, Winston Churchill
Spreekt er over met gezag,
Is voor eigen land een zegen,
Voor 't vijandelijke een ‘Krach’Ga naar eind*.
Zij betoont volstrekt geen eerbied
Voor een mooie theorie,
Noch voor alle autoriteiten
Van de Britsche strategie.
De aanzienlijkste personen,
Hooggeleerd en zeer verlicht,
Raken door één kleine duikboot
Aanstonds uit hun evenwicht.
'n Duikboot blijft voor Groot-Brittanje
Zeker 'n feit van groot belang,
Anders ware men toch immers
Voor zoo'n notedop niet bang?
En zij stoort zich aan geen standen;
Z' is echt revolutionair;
Torpedeert naast visschersschuiten
Ook het zeiljacht van den pairGa naar eind*.
Zij is de gevreesde factor,
Die, als d'oorlog lang nog duurt,
Onze zoo geduchte zeemacht
Kalmpjes naar de haaien stuurt.
Elke Brit is ingenomen
Met zijn groote oorlogsvloot,
Die, naar onze vaste meening,
Ons zou redden uit den nood.
| |
[pagina 277]
| |
Maar het kleine Duitsche monster
Is een echte zee-rebel,
Werkt onzichtbaar, onverbidd'lijk,
Brengt ons langzaam in de knel.
Stoort zich niet aan mooie schepen;
Zij doet welbewust haar werk.
En wij voelen het terdege,
Z'is de Britsche vloot te sterk.
Tegen kloeke onderzeeërs
Helpen praatjes niemendal,
En zij lachen om de grootspraak
Van ministers aan den wal;
Sluiten England's zeekasteelen
Met hun rappe, kleine vloot,
In een engen toovercirkel;
In d'omklemming van den dood.
Kritikanto
De Duitse U-boten bleken in de Eerste Wereldoorlog een geducht wapen te zijn. Ook de Engelsen, die aanvankelijk superieur waren op zee, ondervonden dat voortdurend aan den lijve, met name sinds de onbeperkte duikbootoorlog vanaf 1917. Dat juist Winston Churchill (1874-1965) wordt aangesproken in dit gedicht, komt doordat hij in 1917 opnieuw lid van het Engelse kabinet was geworden, na eerder al minister van Marine geweest te zijn en ook enige tijd in België meegevochten te hebben. De verder onbekende Kritikanto was een van de medewerkers aan het al eerder genoemde pro-Duitse tijdschrift De Toekomst (zie rubriek 5); zijn gedicht verscheen in het nummer van 28 juli 1917. |