Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 254]
| |
Als de oorlog weer gedaan isGa naar eind*1Als de oorlog weer gedaan is,
Dan wordt alles weer normaal.
Vijanden worden weer vrienden,
Je hoort niets meer van 't kabaal.
Al de Volken die thans strijden,
Schelden niet meer op elkaâr,
Eng'land eet weer Mainzer zuurkool,
Duitschland eet weer Caviaar!
| |
2Als de oorlog weer gedaan is,
Geven ze elkaâr de hand,
En je hoort niet meer het liedje
Van ‘Gott strafe Engeland’.
‘Deutschland über alles’ zing'n z' in
Eng'land zonder aarzeling;
En in Oostenrijk en Duitschland
Zingen ze ‘God save the King!’
| |
3Als de oorlog weer gedaan is,
Zal weer alles beter gaan.
Toch zal ieder blijven strijden,
Doch alleen voor zijn bestaan.
Vraag je dan een invalide,
Die j' in 't buitenland dan ziet:
Waarom heb je nou gevochten?
Dan zegt hij: Dat weet ik niet!
| |
4Als de oorlog weer gedaan is,
Weg is dan die groote nood,
Hoor je niets meer van granaten,
| |
[pagina 255]
| |
Van geen kruit meer, van geen lood.
Ov'ral zie je weer artik'len
Van de Engelsen' industrie
En van buiten en van binnen
Lees je ‘Made in Germany’.
| |
5Petrograd wordt Petersburg,
Zoo het altijd is geweest,
En om weer ‘Pardon’ te zeggen
Is geen Duitscher meer bevreesd.
Nederlandsche fabrikanten,
Zitten niet meer in den brand,
Wat z' in Holland kunnen krijgen,
Nemen z' weer uit 't buitenland.
| |
6Als de oorlog weer gedaan is
Dan ga ik op reis gewis,
Duitschland, Engeland en Frankrijk,
Waar gebrek aan mannen is.
Menig vrouwtje zal ik troosten,
Als was ik haar eigen man:
En ik zal ze blijven troosten,
Tot ik niet meer troosten kan.
| |
7Als de oorlog weer gedaan is,
Wordt het weer een paradijs;
En we krijgen conférenties,
Weder in het ‘Wreed’-paleisGa naar eind*.
Dan zien wij de diplomaten,
Weer als ouwe vrienden gaan,
En na tien of vijftien jaren,
Gaat het weer van voren af aan.
| |
[pagina 256]
| |
8Als de oorlog weer gedaan is,
Wat zal dat dan een vreugde zijn!
België zingt de Brabançonne,
Duitschland zing ‘Die Wacht am Rhein’.
Meenig strijder vraagt zichzelve:
(Die in d' oorlog is geweest)
Zou 'k als mensch weer kunnen leven
Nou 'k zoo dierlijk ben geweest?
| |
9Als de oorlog weer gedaan is,
Kan als vroeger ieder mensch,
Zonder pas naar buitenland gaan,
J' hebt geen last meer aan de grens.
Al de Mijnen gaan verdwijnen,
Onze MailGa naar eind* blijft ongedeerd,
En geen Hollandsch koopvaardijschip
Wordt dan meer getorpedeerd.
| |
10Als de oorlog weer gedaan is,
Dan heeft Hólland geen berouw,
En de Landweer die gaat dan
Weer in looppas naar zijn vrouw.
Is hij dan papa geworden,
Zegt ie tot zijn vrouw gezwind:
Dat 'k je brieven heb geschreven
Daarvan krijg je toch geen kind!
| |
11Als de oorlog weer gedaan is,
Is het feest voor allemaal,
Onze badplaats Scheveningen,
Wordt weer internationaal.
Tegenwoordig is het treurig,
| |
[pagina 257]
| |
En een groote ergernis
Want je denkt dat Scheveningen,
Thans een Poolsche badplaatsGa naar eind* is.
| |
12Als de oorlog weer gedaan is,
Wordt het ook voor ons weer goed,
Dan verdien ik reuzengages,
En ik leef in overvloed.
'k Hou de centen bij elkaar,
Open zelf een Variété,
'k Laat de and'ren voor me zingen
En doe zelf niet meer mee.
| |
13Als de oorlog weer gedaan is,
Zijn we zeker niet meer bang,
Dat we ook nog oorlog krijgen,
Zitten niet meer in 't gedrang.
Want de Hollandsche regeering,
Heeft ons voor die ramp behoed,
En nog vuriger dan vroeger
Zingen wij 't Wien Neêrlands Bloed!
Maurice Dumas (1878-1937)
Voor Dumas, die verantwoordelijk is voor de tekst en de muziek van dit cynisch samenvattende lied: zie hierboven en rubriek 5. De bladmuziekuitgave bevindt zich in de collectie van het Theater Instituut Nederland te Amsterdam. |
|