Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 243]
| |
Nieuw lied der broodkaartenWij leven in een rare tijd,
Sinds de broodkaarten zijn verspreid,
Die de mobilisatie bracht tot stand,
Hier in ons kleine Nederland.
Een ieder schrok, zooals men weet,
Toen deze mare de rond deed,
Een ieder was vol ellegatieGa naar eind*,
Met heel die broodkaarten mobilisatie.
Meneer was laatst alleen tehuis,
En maakte een heel groot gedruisch,
Mevrouw had de kast op slot gedaan,
Nu kwam de pret eens aan.
Hij zocht en keek in 't rond,
Of hij de broodkaarten nergens vond,
Maar ach, o wee, wat een geweld,
Hij kreeg nog geen broodje meer voor zijn geld.
Wij hoorden nu zoo onverwacht,
Je krijgt vier ons brood per dag,
Dus had je de broodkaarten vergeten,
Zit je heel de dag zonder eten.
Komt je man 's avonds laat te huis,
Zit de vrouw zonder kolen of gruis,
Geen rijst of zeep zonder kaarten,
Het gaat nu raar hier op dees aarde.
Maar vrienden geen verdriet,
Wij hebben nog eten, vergeet dit niet,
Want ginder ver over de zee,
Hebben ze nog geen roggesnee.
Daar sterven ze door hongersnood,
Andren weer door kruit en lood,
En vechten nog met leeuwenmoed.
De bakkers loopen overal rond,
Van de morgen tot de avondstond,
Van de eene naar de andere kant,
| |
[pagina 244]
| |
Heb je de broodkaarten al bij de hand?
Kom je bij de slagers of winkelier,
't Is direct geeft je winkelboekje hier,
Dat doet toch allemaal de oorlogstijd,
Die spreidt lasten wijd en zijd.
Het gaat raar in deze rare tijd,
Voorzeker erg ongelijk,
De eene komt er bovenop,
De andere heeft een reuzenstrop.
Die vroeger volop werk had,
Moet nu om een aalmoes door de stad,
Of bij het comité daar was iedereen,
Gevolgen van de mobilisatie.
Mijn liedje loopt nu ten eind,
Je kunt het koopen voor twee cent,
En die zoo'n liedje hebben moet,
Die komt bij Piet de Hoet.
En die van mij dit liedje pakt mee,
En die dank ik en ik ben tevree,
En die blijven bij mij in de gratie,
Tot na de mobilisatie.
Anoniem
Dit straatlied vol merkwaardige stoplappen is te vinden in deel 2 van Wouters en Moormanns verzameling. Via een toen niet ongebruikelijke slotwending wordt verwezen naar de verkoop van de op losse blaadjes afgedrukte liedjes. De broodrantsoenering, die vooral nodig was in verband met de ingewikkelde im- en exportproblemen, dateert van februari 1917. De hoeveelheid per persoon werd stapsgewijze teruggebracht tot 200 gram in 1918. Berucht was de tijdelijke maatregel waarmee de overheid in 1916 had geprobeerd om bruin brood (met ook rijstemeel erin) de plaats in te laten nemen van het toen nog door bijna iedereen gegeten wittebrood. |
|