Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 227]
| |
InkwartieringMevrouw! Komt er soms een soldaat om kwartier,
En toont hij daarbij 't inkwartieringspapier,
Laat hem dan niet als een bedelaar staan,
Brom niet van een kamer die nèt is gedaan;
Zeg niet: vreemde mannen in huis, oh, wat gek!
Praat niet over wasdagbezwaren of WeckGa naar eind*;
Beschouw hem niet als een soort straf voor 't gezin,
Zeg hartelijk, vriend'lijk: Meneer, kom erin.
........................................................................
De man, die gepakt en gezakt voor U staat,
Werd voor zijn plezier maar niet zómaar soldaat;
Een Hollands soldaat is er niet van dat soort,
Dat in een kanonschot een jubelkreet hoort.
Een Hollands soldaat is een vreedzame man,
Een zwaar vermomd burger met Rijks sokken an.
Hij is het uit plichtsgevoel, omdat het moet,
Hij offert zich op - en voor U nèt zo goed.
Wees vriendelijk, stel hem wat op zijn gemak,
En stop desnoods stiekem eens wat in zijn zak;
Zóiets, vèr van huis, wordt soms zó gewaardeerd!
Mevrouw - is Uw zóón ook gemobiliseerd?
J.P.J.H. Clinge Doorenbos (1884-1978)
Inkwartiering bij particulieren was tijdens de mobilisatie met name in het eerste oorlogsjaar onvermijdelijk, maar het kwam nogal eens voor dat de geselecteerde ‘kwartiergevers’ zich aan hun plicht probeerden te onttrekken of slecht zorgden voor hun gasten. Ook als beide partijen van goede wil waren, was er vaak sprake van ongemak of irritaties. In Zingend door het leven (1948), waarin Clinge Doorenbos de bovenstaande (herspelde) tekst aanhaalt, vertelt hij dat hijzelf ook ingekwartierd is geweest, en wel op een gastvrije en plezierige manier. Zie verder rubriek 5. |
|