Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 224]
| |
Broodrelletjes in Amsterdam. Tekening van G.J. Staller in Het Leven, 9-4-1918.
| |
[pagina 225]
| |
7
| |
[pagina 226]
| |
te willen bevoorraden. Verder was de invoer van steenkool ten behoeve van de industrie afhankelijk van allerlei verplichte tegenprestaties, werden ook vissersschepen bij herhaling opgebracht door de Engelsen en gingen de Verenigde Staten op den duur de graanexport bemoeilijken. Het kabinet-Cort van der Linden probeerde zo goed mogelijk regulerend op te treden. Het kocht zelf voorraden op om die tegen vaste prijzen beschikbaar te stellen, voerde een systeem van bonboekjes en bonkaarten in en nam ook meer specifieke maatregelen zoals het laten vervaardigen van regeringsbrood en eenheidsworst. Daarnaast kwamen er organisaties tot stand voor de regulering van de buitenlandse handel. Desondanks werd er met name in de jaren 1917 en 1918 in Nederland veel honger en gebrek geleden, zodat er soms flinke rellen uitbraken. Op allerlei gebieden bestond er schaarste, de werkloosheid was sterk toegenomen, rondkomen van een maximale (!) vergoeding van één gulden per dag was voor steeds meer echtgenotes van gemobiliseerde soldaten ondoenlijk. De steuncomités hadden dan ook handenvol werk en aparte huurcommissies moesten oplossingen zien te bedenken voor armlastige huurders. Bovenstaande opsomming, met name gebaseerd op de overzichten van Ritter en Moeyes, geeft globaal aan in welke samenhang de problemen gezien moeten worden waar de Nederlandse gezinnen in de oorlogsjaren op het huishoudelijke vlak mee te maken kregen. Kwesties rond de inkwartiering en de aanwezigheid van allerlei groepen buitenlanders kwamen daar nog bovenop. |
|