Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 144]
| |
1In den kerker opgesloten
Tusschen de muren, kaal en kil,
Uit de maatschappij gestooten,
Zit ik hier nu eenzaam, stil.
Wat mij lief is moest ik geven,
Weggevoerd door ruw geweld;
Wat heb ik toch misdreven,
Dat men mij zoo hart'loos kwelt!
Refrein:
Hoe men mij ook moge kwellen,
Mij ontrukt aan huis en haard,
Ik laat mij de wet niet stellen
door helden van het zwaard!
Heb ik ook veel leed te duchten:
Weg de militaire hel!
Liever wil ik hier dan zuchten,
Gekluisterd aan mijn cel.
| |
2Nooit zal ik mijn naasten dooden,
Menschen van gelijk bestaan.
Broeders met dezelfde nooden
Die mij niets hebben misdaan.
Zwoegen, sloven alle dagen,
Voor een karig stukje brood
En dat juk, zoo zwaar te dragen,
Wordt beloond met moordend lood.
| |
[pagina 145]
| |
3Tranenstroomen vlieten heden
d'Aarde is doorweekt van bloed,
Bitter leed wordt er geleden
Door den oorlog, die thans woedt.
Eenmaal zullen tijden komen
Van een mensch'lijker bestaan,
Ideaal van onze droomen
Heerlijk daglicht, breek u baan!
Anoniem
Ook het thema van de dienstweigeraar mag in deze rubriek niet ontbreken. Door toedoen van Bart de Ligt, Henriëtte Roland Holst en anderen verscheen er in september 1915 in het blad van de Bond van Christen-Socialisten Opwaarts een ‘Manifest inzake dienstweigering’, dat heel vaak werd herdrukt. Het onderwerp kwam ook veelvuldig voor in het tijdschrift De Wapens Neder, waaraan bovenstaande tekst is ontleend (nummer van april 1917). In de periode 1914-1918 werd er aan ruim 400 dienstweigeraars gevangenisstraf opgelegd. |
|