Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 45]
| |
I Aan de heeren van HavereGa naar eind*Uw masker af!
Gij die daar spreekt van recht,
Die valsch en laf
Den Vlaming houdt geknecht;
Schenkt klaren wijn,
En helpt ons naar het licht,
Of spuwt 't venijn
Den Vlaming in 't gezicht.
Refrein:
Wij eischen zelfbestuur
En vlaamsche regimenten!
En weten op den duur
Op macht onze eischen te enten!
Ons recht op zelf bestaan
Steunt op ons sterke hand
Wij willen Vlaamsch in Vlaanderland!
| |
II De Gentsche hoogeschoolGeen schole meer
Die stand van stand vervreemdt,
Want boer en heer
Zijn Vlaming - zoo verneemt
Dat gansch de bent
Van 't Haversche gebroedGa naar eind*
Van die van Gent
Haar poot afhouden moet.
Refrein
| |
[pagina 46]
| |
III Het legerAl lang genoeg
werden wij moegedrild
In taal en voeg
Van ons niet meer gewild
Van 't sterrenras.
Die 't Vlaamsch nog niet verstaan
wenschen wij kras
Naar Joost en naar de maan!
Refrein
| |
IV ZelfbestuurNiet vóór 't gekuisch
Mag Vlaandren zich verblijn
In eigen huis
Vóór we eigen meester zijn.
Dit zweren wij:
Te vroeg of later uur
Komen we vrij
Door volle zelfbestuur.
Refrein
| |
V Wij, Yzerjongenswij spreken stout
Uit open fier gemoed
Omdat wij boud
Getuigen met ons bloed
Voor 't belgisch woord.
Maar varen wij te slecht
we vechten voort
Voor 't eigen vlaamsche recht.
Refrein
Anoniem
| |
[pagina 47]
| |
Dit anoniem verspreide Frontlied, geschreven en gecomponeerd door Jozef Simons (1888-1948), dateert van 11 juli 1918 en werd tijdens geheime bijeenkomsten gezongen. Het vatte op een aansprekende manier de belangrijkste eisen samen van de steeds radicaler geworden pro-Vlaamse Frontbeweging, die ook na de oorlog een rol van betekenis bleef spelen. De maker ervan moest in 1916 onder dienst en werd opgeleid tot kanonnier. Hij schreef gedichten voor de samen met Filip de Pillecyn uitgegeven bundel Onder den hiel (1920) en kreeg vooral grote bekendheid door zijn meermalen herdrukte oorlogsroman Eer Vlaanderen vergaat (1927). De tekst van het Frontlied staat onder andere afgedrukt in de bloemlezing van Gaston Durnez, Zeg mij waar de bloemen zijn (1988). |
|