Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 36]
| |
ObservatiepostEen eenzaam man, een zware nacht
Dieper verzinkend na fuseeënglans.Ga naar eind*
Een hoofd geneigd zonder wil of gedacht
En oogen doelloos naar d'omsluierden trans.
Een enkel schot, een vlugge vlam
Slaande in haar wilde schoonheid d'hemel tegen.
Dan weer de stilte, tot het voorhoofd klam
Ter koele ijzeren leuning komt gezegen.
En met het rijzen van den jongen dag
Een vroege vogel en een lied heel ver.
In frisschen morgen, zonder groet of lach
't Koude verglimmen van de laatste ster.
ferme la paille, februari 1918
Filip de Pillecyn (1891-1962)
Filip de Pillecyn, die op den duur vooral neoromantisch proza is gaan schrijven, streed tijdens de Eerste Wereldoorlog als vrijwilliger aan de IJzer en raakte toen betrokken bij de Frontbeweging. Over die jaren gaan zowel de gedichten die hij samen met Jozef Simons publiceerde in de bundel Onder den hiel (1920) als de novelle De rit (1927). Tijdens het interbellum ontwikkelde hij zich verder in een nationalistische richting. Na de Tweede Wereldoorlog kreeg hij een gevangenisstraf opgelegd omdat hij had samengewerkt met de Duitse bezetter. |
|