Het monster van de oorlog
(2004)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 18]
| |
Frans Masereel, ‘De bajonetten’. Houtsnede uit Debouts les morts (1917).
| |
[pagina 19]
| |
1
| |
[pagina 20]
| |
meer dan gehalveerde troepenmacht terug in het gebied achter het riviertje de IJzer. Uiteindelijk ontstond er vanaf de Noordzee tot aan de Frans-Zwitserse grens één lange frontlijn. Daarlangs bleven de Duitsers en de Geallieerden elkaar vier jaar lang hardnekkig bestoken, eerst alleen met allerlei soorten artillerie- en geweervuur, daarna ook met de nieuwste producten van de oorlogsindustrie: vliegtuigen, gifgas, vlammenwerpers en tanks. Ook de Belgische soldaten kregen rechtstreeks te maken met al die verschrikkingen. Besmettelijke ziektes maakten onder hen extra veel slachtoffers doordat de hygiënische omstandigheden erg slecht waren in een toch al drassig gebied. Het ligt voor de hand dat in de Vlaamse oorlogslyriek de situatie in de zuidwesthoek van België de meeste aandacht heeft gekregen, met inbegrip van de gevechten rond het door de Engelsen verdedigde stadje Ieper. Daarbij moet ook bedacht worden dat er tijdens de langdurige stellingenoorlog veel nieuwe dienstplichtigen en vrijwilligers deel uit gingen maken van het leger, zodat juist in die periode het aantal ooggetuigen van oorlogshandelingen sterk groeide. Frontblaadjes en andere, vaak in het buitenland uitgegeven tijdschriften zetten aan tot schrijven, en veel naar Nederland uitgeweken auteurs bleven literair actief. Speciale vermelding verdient de ingewikkelde Vlaamse kwestie, die onlosmakelijk met de oorlog verbonden raakte. Binnen de Vlaamse Beweging ontstond in bezet België verdeeldheid, niet in de laatste plaats doordat de Duitsers welbewust een ‘Flamenpolitik’ voerden, bijvoorbeeld door de Gentse universiteit te vernederlandsen en een bestuurlijke scheiding tussen Vlaanderen en Wallonië in te voeren. Terwijl de meeste toonaangevende ouderen de strijd voor gelijke rechten tijdelijk wilden staken, hadden kleine groepen jongere ‘activisten’ er geen bezwaar tegen gebruik te maken van de aanwezigheid van de Duitsers. Ook binnen het ‘francofone’ Belgische leger, dat in meerderheid uit Vlaamse soldaten bestond, konden spanningen niet uitblijven. Vooral de Frontbeweging liet van zich horen, bijvoorbeeld via de geruchtmakende Open brief aan de Koning van België, Albert I van 11 juli 1917. In Nederland kon het Vlaams nationalisme op veel sympathie rekenen, niet alleen in katholieke kringen, maar ook in de breed opgezette Groot-Nederlandse Beweging. Illustratief daarvoor is het optreden van F.C. Gerretson, ook bekend als de dichter Geerten Gossaert. Hij werd, zoals Moeyes vermeldt, de nieuwe eigenaar van de in Amsterdam uitgegeven krant De Vlaamsche Stem, met twee uitgeweken activisten in de hoofdredactie: Antoon Jacob en de dichter René de Clerq. |
|