De Eerste Wereldoorlog door Nederlandse ogen
(2007)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermdGetuigenissen - verhalen - betogen
3. Is. de Vooys: OorlogswreedheidIn het tijdschrift De Beweging, waarin de dichter Albert Verwey de centrale figuur was, is veel kritische aandacht besteed aan de Eerste Wereldoorlog: met name in gedichten, opstellen en boekbesprekingen. In een opvallende bijdrage (1916 = jrg. 12/4, p. 1-14), getiteld ‘Oorlogswreedheid’, komt ook de rol die de techniek speelde aan de orde: dit tegen de achtergrond van de gedachte dat | |
[pagina 367]
| |
in de oorlog alles uiteindelijk draaide om winstbejag. De auteur van dit artikel, ls.P. de Vooys (1875- 1955), was redacteur van De Beweging en schreef ook zelf wel eens poëzie. Hij vervulde uiteenlopende maatschappelijke en wetenschappelijke functies en was tijdens de mobilisatiejaren voorzitter van het Nationaal Steuncomité. [...] Het is bekend genoeg, maar het is toch goed het scherp vast te stellen, dat de moderne oorlog voor een zeer groot deel is een strijd tusschen de techniek der volksgroepen. De slag wordt beheerscht door de kanonnen, maar deze zijn niet alleen een wapen zonder meer, zooals het vroeger sabel of lans of geweer was. Zij worden niet als deze gebruikt door de troepen tijdens het gevecht, doch beheerschen de geheele gevechtsvoering. Veelvuldige vormen, technische volmaaktheid voor opstelling en vervoer bepalen bijna vooruit aan welke zijde de kans is der overwinning. De voorbereiding bij de vervaardiging der kanonnen heeft een overwegende beteekenis gekregen. Meer nog dan dat. De aanmaak der munitie in talrijke fabrieken, het snelle vervoer ervan, het concentreeren en vlug vernieuwen is niet alleen een gewoon vereischte voor de oorlogsvoering geworden, doch een wedstrijd, die door de fabrieken moet worden uitgevochten en die voor den oorlogsgang beslissend kan zijn. Daardoor reeds roept de oorlog het technisch vermogen der volken ver van de slagvelden op om door uiterste inspanning mee te werken aan de overwinning. In sterkere mate is dat het geval dan uit de zoo vaak besproken munitie-fabrikage zou blijken. De moderne oorlog heeft nog veel andere eischen, waaraan voldaan moet zijn op straf van ernstige gevolgen. Medegedeeld wordt dat b.v. achter het Fransche front niet minder dan 80.000 vrachtauto's soms in eindelooze treinen langs de wegen snorren. Daaraan en aan de vliegtuigen bleken gebreken te bestaan, die opgespoord en hersteld moesten worden, om daarna de gevonden verbeteringen algemeen toe te passen. Welk een uitgebreid technisch kunnen is er gevergd voor het maken der loopgraven, der onderaardsche verblijven; voor de uitrusting der soldaten o.a. met periskopen, stalen helmen en gasmaskers. Tot grooter inspanning zijn de volken nog aangespoord, b.v. tot snelle aanleg van wegen. Bouwden de Duitschers niet dicht langs onze grens een rechte spoorlijn van Aken naar Brussel? Moest Rusland zich niet wegen scheppen naar de Witte Zee?Ga naar eind* En zocht Duitschland niet de ontoegankelijke woestijn van Sinaï open te maken voor snel vervoer? Wanneer later volledig gemeld zal kunnen worden wat door de techniek in de jaren 1914-1916 is verricht, onder andere ook op het gebied van den scheepsbouw, en in Duitschland om zich grondstoffen te scheppen, die de blokkade tegenhield, zal ongetwijfeld blijken hoe over de geheele wereld de techniek is opgejaagd tot een inspanning, die geen ander doel had dan die van de vijanden te overtreffen in vindingrijkheid, in snelle en massale voortbrenging. Waar de geschiedenis van vroegere oorlogen er een was van veldtochten en van | |
[pagina 368]
| |
strategie, zal stellig die van dezen wereldoorlog veel andere prestatie's te vermelden hebben, wier laatste uiting slechts aan de fronten bleek, doch wier wezen met de gevechtslinie's weinig te maken had. Het is niet onmogelijk dat aldus de zweepslag van den oorlog resultaten doet bereiken, die later als een winst zullen gelden. Toch blijft het feit bestaan, dat de inspanning regelrecht gericht was op één enkel technisch doel. En dat doel was niets anders dan vernieling, om daardoor dwang uit te oefenen en macht te verkrijgen. Ieder weet dat dit draken-karakter der techniek niet in dezen oorlog is ontstaan. Tientallen van jaren zijn de grondslagen gelegd voor het toepassen van technisch vernuft en vermogen op het oorlogsdoel. Het was een onderdeel van den gewapenden vrede. Verschillende schrijvers hebben voorspeld, ofschoon nooit zoo gruwelijk, wat wij thans hebben zien gebeuren. En toch is het voor zeer velen een pijnlijke ontgoocheling geweest. Niet alleen omdat veel van de oorlogstechniek geheim werd gehouden, en in alle stilte zich ontwikkelde, want zoo dicht was de sluier niet of de moderne publiciteit kon er door heen gluren. Vooral echter omdat zoo algemeen de techniek wordt gezien als de grootsche macht, die afstanden overwon, volken bij elkaar bracht, de wereld voor ieder openstelde, en wonderen stichtte van beheersching der natuurkrachten tot grooter levensgenot voor allen. Kon die macht tot schepping en verhooging der levenswaarden zich plotseling verkeeren in een duivelsche inspanning tot vernielen? Hoe is zo'n scherpe tegenstelling mogelijk? Het antwoord op deze vraag, moet zijn dat bij nauwkeuriger toezien de tegenstelling niet bestaat. De techniek is nimmer geweest de zelfstandige macht, die men zich in de naïeve voorstelling verbeeldde en prees. De techniek was niet alleen ondergeschikt maar slaafs dienstbaar vanaf het eerste begin harer ontwikkeling. En meer nog dan dat. De dienstbaarheid is van hetzelfde karakter als zich nu in den oorlog toont. Wie zich voor dat karakter schaamt, wie de heroieke roeping gevoelt tot drakenbestrijding, hij moet zich vooraf duidelijk maken aan wie de techniek gehoorzaamde en voor welk doel zich haar grootsche ontwikkeling voltrok. [...] |
|