De Eerste Wereldoorlog door Nederlandse ogen
(2007)–Rob Kammelar, J.M.J. Sicking, Menno Wielinga– Auteursrechtelijk beschermdGetuigenissen - verhalen - betogen
[pagina 101]
| |
Rubriek 4: Gevlucht, gewond, geïnterneerdTijdens de Eerste Wereldoorlog kreeg Nederland te maken met de zorg voor bijna een miljoen vluchtelingen uit België, onder wie zich ook 40.000 militairen bevonden. De burgers werden, voor zover ze zelf geen onderdak vonden, over het hele land verspreid en overgedragen aan de zorg van provinciale comités. De militairen, voor het overgrote deel Belgen, werden volgens de internationale regels ontwapend en geïnterneerd. De bekendste kampen bevonden zich in Harderwijk en Zeist (voor de Belgen), te Groningen (voor de Engelsen) en te Bergen N.H. (voor de Duitsers). Ontsnappingspogingen in burgerkleding kwamen nogal eens voor. Eind 1914 waren de meeste burgervluchtelingen uit België weer teruggekeerd naar hun woonplaatsen. In mei 1915 verbleven er nog ongeveer 100.000 in Nederland, die niet konden of wilden terugkeren. Voor de armlastigen en sociaal zwakkeren onder hen werden ‘vluchtoorden’ gebouwd in Uden, Nunspeet, Ede en Gouda. Soms werden er in Nederland ook oorlogsgewonden verpleegd, maar vaker trokken Nederlanders zelf naar de frontgebieden om zich daarop uiteenlopende manieren voor hen in te zetten. Wrang was het lot van de enkele Nederlanders die door een samenloop van omstandigheden terechtkwamen in een Duits gevangenenkamp. |
|