Amerikaansch planter, vormt den schakel tusschen de Republiek hier en de Republiek daar.
Een paar andere stukken uit iets later tijd toonen ons daarentegen, dat de reactie reeds voldoende kracht had gekregen om zich te doen gelden ook in de letterkunde. De auteur van De Fransche Dorps-Club of de Revolutionaire Jacobynen. Blyeindend klugtspel in drie bedryven was overtuigd van de noodzakelijkheid eener revolutie in Nederland, dat den naam van republiek voerde ‘zonder dat haar daarvan de minste schaduw was overgebleeven.’ Maar niet zulk een ijveraar was hij, of hij zag de dwaasheid die ook in patriotsche clubs niet ontbrak; dat hij zijn tooneel opsloeg in een Fransch dorp van het departement Rhône en Loire, zal wel geschied zijn om dezelfde reden, die 't Hoen een schuilnaam deed kiezen voor zijne stukjes van dezen aard; trouwens deze auteur noemt zich in het geheel niet. Overigens staat dit ‘klugtspel’ vrij wat hooger dan 't Hoen's werk; vroolijk, vlug van verloop en vlot van dialoog, toont het meer dan een aardig tooneel; in de ons hier voorgestelde vergadering der patriotten-club hebben wij een prototype van het bekende tooneel uit De Kiesvereeniging van Stellendijk. Niet onaardig, doch te rechtstreeks betoogend, is het ‘Bataafsch blyspel’ De Bataaf, geestenziener (1802); een jonkman, wiens hoofd op hol is gebracht door begrippen als vrijheid en vaderlandsliefde, wordt door een wonderdokter genezen van zijne razernij; hij ziet nu, dat na alle veranderingen op staatkundig gebied ‘alles zijn ouden gang gaat.’
Inderdaad, naarmate meer Nederlanders bekwamen van de patriotsche opwinding, ging men ook in dezen zijn ouden gang; het staatkundig tooneelspel raakt op den achtergrond, dramatizeeringen van het verleden, zooals de stukken van Loosjes e.a. op den voorgrond. Zoo bleef het ook gedurende de inlijving;