keerde en door letterkundig werk invloed ten goede trachtte te oefenen op de ontwikkeling van het opgroeiend geslacht.
Van Alphen's succes als kinderdichter zet hem aan 't werk. Nog in hetzelfde jaar, waarin de Kleine Gedichten voor Kinderen van den vromen Hieronymus verschenen (1778), gaf 't Hoen andere uit onder den, aan zijn voorganger ontleenden, titel: Nieuwe Proeve van Klijne Gedichten voor Kinderen. De behoefte aan kinderpoëzie was zóó sterk, dat ook deze navolging tal van koopers vond: het jaar was nog niet om of een derde druk was noodig. Opvoedende kracht hebben ook 't Hoen's versjes vermoedelijk wel gehad; doch als kinderpoëzie staan zij verre ten achter bij Van Alphen's werk. Ook op het staatkundig leven wenschte 't Hoen invloed te oefenen; vandaar dat wij hem, eveneens in 1778, zien optreden met eenige pamfletten in dramatischen vorm (Het Engelsche en Americaansche kaartspel e.a.). Voor iemand met paedagogische en dramatische neigingen moest het nieuwe burgerlijk drama een aantrekkelijk genre zijn; zoo zag dan in 1779 een tooneelspel het licht, getiteld Dorvant of de Zegepraal der Liefde in 4 bedrijven en proza, door 't Hoen geschreven onder den schuilnaam: J.A. Schasz M.D. In het voorbericht deelt de auteur ons mede, dat de uitgave van eenige, uit vreemde talen overgezette, tooneelstukken hem een prikkel was geweest ‘om (z)ijn vermoogen aan het ontwerpen van zedelyke Tooneelstukken te koste te leggen.’
Bij het stuk zelf, goed bedoeld, doch ondanks zijne opgeschroefdheid tamelijk onnoozel, behoeven wij niet stil te staan. De onrustige auteur, wiens beweegredenen tot het schrijven onder een anderen naam wij niet kunnen gissen, liet vooreerst het burgerlijk treurspel rusten, om verder te gaan langs den weg, door hem met zijne pamfletten betreden. In Januari 1781 maakte hij een aanvang met de uitgave van het staatkundig