De monumenten in de voormalige baronie van Breda
(1973)–Jan Kalf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 326]
| |
Rukfen en Sprundel.Ga naar margenoot+ Oude indeeling. Rukfen behoorde vroeger onder het markiezaat van Bergen op Zoom; Sprundel maakte deel uit van de gemeenten Etten en Prinsenhage; Vorenseinde en Zegge hadden ieder een eigen bestuur; Langendijk behoorde tot de gemeente Wouw. Tijdens de Fransche overheersching werden al deze deelen bijeengebracht tot de gemeente Rukfen en Sprundel (van der aa, Aardrijkskundig Woordenboek, IX, blz. 748 v.). Afb. 299. De kerk te Sprundel omstreeks 1790, naar eene teekening van T. Verrijk.
4 van sinopel met drie maliën van goud, geplaatst 2 en 1. De kwartieren 1 en 4 vormen het wapen van het geslacht Bautersem. Afgebeeld bij d'ablaing van giessenburg (Noordbrabant, plaat 9, Nr. 125). van der aa (t.a.p.) geeft de kwartieren in andere volgorde en ten deele met andere émails. | |
Rukfen.Ga naar margenoot+ Naam. Zie: Krüger, IV, blz. 408. Voor het gelijknamige gehucht bij Heeswijk, zie: Nomina geographica Neerlandica, II, blz. 141. | |
[pagina 327]
| |
Tegen het midden der vijftiende eeuw was Rukfen een dorp van eenige beteekenis geworden, als blijkt uit de bul van 25 Juni 1442, waarbij Paus Eugenius IV, op verzoek van Jan van Glimes, heer van Bergen op Zoom, toestond er een parochiekerk op te richten: ‘sane pro parte tua nobis nuper exhibita petitio continebat, quod in certo loco tui dominii Ruckven cum appendicio de SuuartscineGa naar voetnoot1) nuncupato, Leodiensis diocesis, a brevi citra tempore, cooperante Altissimo, multiplicata est humani generis conditio, sic quod ad presens nova villa ibidem cum diversis habitationibus et domibus existit ac apparet’.... (Analectes pour servir à l'histoire ecclésiastique de la Belgique, VII, p. 248). | |
Roomsch-Katholieke kerk van den H. Martinus.Ga naar margenoot+Geschiedenis. In 1432 wordt eene kapel te Rukfen vermeld (habets I, blz. 324).Ga naar margenoot+ In 1442 gaf Paus Eugenius IV, bij de bovenaangehaalde bul, vergunning te Rukfen eene parochiekerk te bouwen, en uit een bul van zijnen opvolger, Pius II, van 4 September 1459, waarbij stappen worden gedaan om aan Jan van Glimes en zijne erfgenamen het begevingsrecht der statie te verzekeren, blijkt, dat de kerk toen gebouwd en van inkomsten voorzien was..... ‘cum autem... Afb. 300. Plattegrond der kerk te Sprundel, naar eene opmeting van G. de Hoog Hzn., geteekend door J.D. Meijsing.
dicta parochialis ecclesia jam constructa et fundata conspiciatur’ (Analectes, VII, p. 252). | |
[pagina 328]
| |
kerk hebben gebouwd. De kerkschuur, waarin zij vroeger dienst hadden gedaan, bestaat nog. Zij heeft een marmeren steen met het opschrift: alexander de man, pastor 1768 erexit (krüger, IV, blz. 209 v.). Ga naar margenoot+ Beschrijving. De nieuwe kerk is zonder belang. Zij bezit: Ga naar margenoot+ Hardsteenen doopvont, welks achtkante kuip versierd is met koppen. XV. Ga naar margenoot+ Zilveren scapulier: twee door scharnieren verbonden zilveren plaatjes,Afb. 301. H. Christophorus, houten beeld der kerk te Sprundel.
waarop onderscheidenlijk I H S en M R, gekroond, en met het opschrift: dedit adolesc sebastianus panhuise alveator: oswaldo carmelitae pastori rokvensi. Een broederschap van O.L. Vrouw van Carmel was in 1673 in de kerk opgericht. De Carmeliet Oswald van Elsen was van 1706-1713 pastoor te Rukfen (krüger, IV, blz. 213). | |
Raadhuis.Ga naar margenoot+ In het moderne RAADHUIS worden vijf achttiende-eeuwscheGa naar margenoot+ zegelstempels bewaard: 1. Rond, met wapen als dat der tegenwoordige gemeente, en het randschrift: s. pagh rucphaniensis. 2. Als voren, doch in het randschrift: pagi. 3. Rond. Een geknielde vrouw, het gelaat gekeerd naar een uit den rand te voorschijn komende zon, houdt een wapenschild met drie maliën. Randschrift: lant. v. bergen. b.d.n. ber. 4. Ovaal. Geknielde vrouw, achter welke een vrijheidshoed op staak, een weegschaal en een zon. Zij houdt in de handen een geopend boek, boven een wapenschild met drie maliën. Randschrift: zegel van den lande van zegge. 5. Rond. Doorsneden wapen, a gedeeld: 1 met een leeuw, 2 met drie palen; b: drie maliën. Randschrift: voeren onder bergen. | |
Sprundel.Ga naar margenoot+ Naam. Zie van den bergh, Handboek der middelnederlandsche geographie, blz. 221. | |
[pagina 329]
| |
terwijl men nog een ‘omwaterde plaats’ aanwees onder het gehucht VorneGa naar voetnoot1), waar het kasteel zou hebben gestaan (Beschrijvinge van Etten, blz. 13) Sprundel was, volgens Nuyts, oudtijds volkrijk en bloeiende door de turfnering, doch ging achteruit, toen deze zich naar Etten en Leur verplaatste en de Leursche vaart gegraven was (vgl. hiervóór, blz. 218 en 230). | |
Kerk.De ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK, gewijd aan den H. Joannes den Dooper,Ga naar margenoot+ behoort aan de Roomsch-Ratholieke parochie van dien naam, de toren aan de burgerlijke gemeente. Afb. 302. Eiken cartouche in de kerk te Sprundel.
des pausdoms in de glazen ende elders’ waren, met name ook, dat in het choor met groote letters stond: ‘crux ave spes unica, hoe passionis tempore auge piis justitiam reisque dona veniam’. De ‘ornementen’ waren toen ‘hier en daar verborgen’, de meeste bij den pastoor (habets, II, blz. 497). | |
[pagina 330]
| |
verval’ zijn geraakt, zoodat de dakruiter in 167. ‘zelfs moest worden afgebroken’ (nuyts, blz. 14). In een schrijven van 10 November 1679, wordt het dorpsbestuur van Vooreind uitgenoodigd te Sprundel te verschijnen om met eenen vertegenwoordiger van Etten ‘te doen visiteren de vervallene kerke.... ten einde eenmaal te procederen tot behorelijcke reparatie der selver’ (Taxandria, VI, blz. 296). Of de kerk daarna inderdaad is hersteld, blijkt niet. In het midden der achttiende eeuw was zij ‘voor een groot gedeelte vervallen’ (van goor, blz. 392). Eene gekleurde teekening van t. verrijk (afb. 299), in de pastorie bewaard, geeft haren toestand omstreeks 1790 te zien. Afb. 303. Houten bord in de kerk te Sprundel.
der kerk met de pastorie aan de Katholieken teruggeven, tegen eene uitkeering van 59 gl. 4 st. en 6 p. aan de 10 protestanten, die toen te Sprundel woonden (de gebouwen waren geschat op f 4510 -). In 1803 ‘is het kruiskoor bijna geheel vernieuwd doch aanmerkelijk kleiner dan het oorspronkelijk geweest was.’ In 1857 is de kerk onder leiding van den bouwkundige E. Soffers herbouwd: het schip werd nieuw opgetrokken, het plafond in het choor vernieuwd, een sacristie ten zuiden van het choor uitgebouwd (krüger, IV, blz. 219 v.). Ga naar margenoot+ Beschrijving. Plattegrond (afb. 300). De kerk bestond oorspronkelijk uit een vierkanten westtoren, een volgens overlevering éénbeukig schipGa naar voetnoot1), een ver buiten de zijbeuken reikend dwarspand en een driezijdig gesloten, drie traveeën diep choor. Hiervan zijn alleen nog over: de toren, gedeelten der oostelijke transeptwanden en de muren van twee der choortraveeën. De rechte sluitingsmuur van het choor en de twee transeptsgevels dagteekenen van 1803, het overige deel der kerk is van 1857, terwijl de pijlers, die het middenschip van de zijbeuken scheiden, vermoedelijk nieuwbekleede overblijfselen van de oude buitenmuren zijn. Ga naar margenoot+ De toren, binnenwerks 3,40 M. in het vierkant, staat in verbinding met hetGa naar margenoot+ binnen de muren 7,40 M. breede middenschip, dat vijf traveeën diep is. DeGa naar margenoot+ zijbeuken, aan weerszijden van den toren voortgezet, zijn 4,20 M. breed. Het dwarspand,Ga naar margenoot+ 7,35 M. diep, is thans 15,70 M. breed, het choor 7,40 M. breed en 7,70 diep. De totale diepte der kerk, zonder den toren, bedraagt thans 33,10 M. Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ Uitwendig. De toren is opgetrokken van baksteen (formaat 0.23 × 0,10 × 0,055; | |
[pagina 331]
| |
10 lagen 0,68 M.), in onregelmatig kruisverband, met toepassing van bergsteen voor de kantblokken en de omlijsting der galmgaten in de bovenste geleding, en de waterlijsten. De onderste geleding, door een waterlijst van den bovenbouw gescheiden, heeft in zijn geheel gepleisterden westwand een nieuwen korfbogigen ingang, geplaatst in een spitsbogig gesloten nis. Het middendeel van den toren, ruim tweemaal zoo hoog als de onderbouw, is aan alle zijden blind en door een waterlijst gescheiden van de bovenste geleding, die in elken wand twee spitsbogige galmgaten heeft, en daarboven een rijzig spitsboogfries, dat een geprofileerde lijst draagt, waarop de van vier- tot achtkant ingesnoerde spits staat, die met leien is belegd. De oude deelen van choor en dwarspand zijn opgetrokken van baksteenGa naar margenoot+ (formaat: 0,21 × 0,105 × 0,05 M.; 10 lagen: 0,61 M.), in staand verband, met banden van bergsteen, behalve in den oostwand van den zuider kruisarm en den zuidwand der westelijke choortravee, tegen welke vermoedelijk ook vroeger reeds een sacristie was aangebouwd. De muren hebben een bergsteenen plint en zijn versterkt met eensversneden beeren, welker smalle zijden boven de versnijding in een driehoekvorm overgaan, die in een gehogeld spitsje te niet loopt. In de westelijke choortravee zijn nieuwe vensters gemaakt, de oostelijke is blind. Inwendig. In den toren,Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ die beklommen wordt langs eenAfb. 304. Koperen doopschotel der kerk te Zegge.
moderne houten trap tegen zijnen westwand, is over de onderste geleding een oud gemetseld kruisgewelf bewaard, welks door afschuiningen geprofileerde baksteenen ribben rusten op kraagsteentjes, die met onbeholpen gehouwen koppen zijn versierd. Het inwendig der kerk is geheel stukadoorswerk in quasi-gothischenGa naar margenoot+ trant. Dateering. Choor en dwarspand der kerk, dagteekenen vermoedelijk uit hetGa naar margenoot+ begin der zestiende eeuw. De toren, welks met bergsteenblokken versierde bovengeleding uit denzelfden tijd zou kunnen zijn, is overigens waarschijnlijk ouder, doch biedt geene gegevens voor stelliger dateering. De kerk bezit: In den retable van het hoofdaltaar een schilderij op doek: de H. MaagdGa naar margenoot+ | |
[pagina 332]
| |
met het Kind op den schoot, spelend met den H. Joannes, achter wien de H. Elisabeth staat. Hoog: 2,23 M., breed: 2 M. XVII b of c. Ga naar margenoot+ Een gewit, houten beeldje van den H. Christophorus (afb. 301). Hoog: 0,74 M. XVI. Ga naar margenoot+ Een eikenhouten cartouche (afb. 302). Hoog: 0,53 M. XVII b. Ga naar margenoot+ Een gesneden bord met de passiewerktuigen (afb. 303). Hoog: 0,45 M. 1758. Ga naar margenoot+ Een tiental gegoten koperen kandelaars, van verschillende grootte. XVII d. Ga naar margenoot+ Een gedreven Godslamp van rood en geel koper, met het jaartal 1789 en de namen der schenkers. Lodewijk XVI. Ga naar margenoot+ Een gedreven, geelkoperen, zevenarmige kroon. Omstreeks 1800. Ga naar margenoot+ In den toren hangt een klok, middellijn 0,67 M., met het opschrift: PIETERAfb. 305. Koperen doopschotel der kerk te Zegge.
VAN DEN GHEIN HEEFT MI GHEGOTEN INT IAER ONS HEEREN MCCCCCC XV ‖ NOMEN MEUM SANCTA ANNA Ao TN NC FRANCISCUS DE VERME PSASTOR ADRIANUS ‖ HAQGENS JANSENS VANDEN STEEN DAT IS MYN ADVIS DAT IC MEYNE IAN STOFFEL KERCKMEESTER, in Romeinsche kapitalen. De klok is versierd met vier afdrukken van plaquetten: een cartouche met den zweetdoek, en drie medaillons: een mans- en een vrouwebuste en een ruiter. De oude klok was in 1614 gebarsten (nuyts, blz. 14). | |
Rechthuis.Ga naar margenoot+ In den voorgevel van een onaanzienlijk, geheel gemoderniseerd huisje, hetGa naar margenoot+ voormalige rechthuis, is een hardsteenen gevelsteen ingemetseld, versierd met het wapen van Etten, het jaartal 1743 en het opschrift hoort weder seyts. | |
St. Willibrord.Ga naar margenoot+ Naam, Sinds de stichting der aan den H. Willibrordus gewijde parochiekerk (1841), is dit gehucht, dat vroeger ‘Het Heike’ heette, St. Willibrord genoemd (van der aa, Aardrijkskundig Woordenboek, V, blz. 358). | |
[pagina 333]
| |
Roomsch-Katholieke kerk van den H. Willibrordus.De in 1841 gebouwde, en voor eenige jaren vergroote KERK, een uitGa naar margenoot+ architectonisch oogpunt onbelangrijk gebouw, bezit de volgende oude voorwerpen, blijkbaar geschenken van andere kerken: Twee gedreven koperenGa naar margenoot+ kandelaars, op welker ronden, met cartouches en bloemen versierden voet een balustervormige stam staat, die een kelkvormigen vetvanger draagt. Hoog: 1,03 M. Lodewijk XIV. Twee kleine, gegoten koperen kandelaars. XVII. Een eenvoudige, gesmeed ijzeren kaarsstandaard. Hoog: 1,23 M. XVIII (?). Een vaasvormigenGa naar margenoot+ doopvont, gedreven van rood en geel koper. Lodewijk XVI. Een mahoniehoutenGa naar margenoot+ ladenkast. XVIII c. Afb. 306. Fragment van een altaarretable, vroeger in de kerk te Zegge.
| |
Zegge.Kapel en kerk van Onze-Lieve-Vrouwe-boodschap.Geschiedenis. Eene hier bestaande KAPEL, in 1648 aan de Katholieken ontnomen,Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ doch bij afwezigheid van Protestanten nimmer voor den Hervormden eeredienst gebezigd, is in het begin der negentiende eeuw aan de Katholieken teruggegeven. In 1820 is zij ‘merkelijk vergroot’. Nadat Zegge in 1833 tot parochie was verheven, is in 1847 tegenover de kapel eene KERK gebouwd, die in 1911 is afgebroken en door een nieuwe vervangen.Ga naar margenoot+ | |
[pagina 334]
| |
Een in de kapel bewaard beeld van de H. Maagd, dat als mirakuleus beschouwd wordt, trok ‘van onheugelijke tijden’ scharen pelgrims, vooral op den feestdag van Onze-Lieve-Vrouwe-boodschap (krüger, IV, blz. 317 v.). Ga naar margenoot+ Beschrijving. De geheel gepleisterde kapel heeft alle sporen van oudheidGa naar margenoot+ verloren. Zij bevat een houten beeld der Madonna, zittend, met het Kindje op den schoot. XVIII. Het beeld is nieuw gepolychromeerd. Ga naar margenoot+ De kerk bezit twee gedreven koperen doopschotels. Omstreeks 1600. De eene (afb. 304) middellijn 0,49 M., is in het midden versierd met een bloemvaas, waaromheen het opschrift: als het godt behaegt beter benyt dan beclagt. De andere (afb. 305), middellijn 0,36 M., is in het midden versierd met een wapen zonder heraldische figuren, omgeven door een rand: gegolfde wijnrank met druiventrossen. Ga naar margenoot+ In den toren hangt een klok, middellijn 0,41 M., met het opschrift: ME FUDIT PASCHASIUS MELLIART ANNO 1695. Op het lijf der klok een wapen: gedeeld, rechts: ingehoekt van vijf stukken over de volle breedte, links: gevierendeeld, 1 en 4 met een arenbundel, 2 en 3 met een leeuw. Als elevatieschel dient een klokje, middellijn 0,235 M., met het opschrift PIERRE FRANCOIS VAN SCHOREL SEIGNEUR ‖ DE WILRYCK G. DU MERY ME FECIT 1768. Ga naar margenoot+ Verdwenen voorwerpen. De kerk bezat vroeger een fragment van een kleinen altaarretable (afb. 306), vermoedelijk het middenstuk van een tryptiek, voorstellende de kruisiging. Het in eikenhout gesneden haut-relief, in een met twee vroeg-renaissance zuiltjes versierde omlijsting, is hoog: 0,90, breed: 0,74 M. Antwerpsch werk, XVI b. Het bevindt zich thans in particulier bezit te Utrecht. |
|