De monumenten in de voormalige baronie van Breda
(1973)–Jan Kalf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 307]
| |
Rozendaal en Nispen.Wapen. Het wapen dezer gemeente bestaat uit een veld van zilver, beladen met drieGa naar margenoot+ rozen van keel, geplaatst 2 en 1, en met een hartschild van zilver met een leeuw van sabel, getongd, gestaart en gekroond van keel. Afgebeeld bij d'ablaing van giessenburg (Noord-Brabant, plaat 9, Nr. 123) en bij van goor (blz. 382), waar echter het hartschild ontbreekt. Op een zegelafdruk uit 1789 komt het hartschild voor. Het schild is hier gedekt met een kroon (van den bergh, Nederlandsche Gemeentezegels, blz. 86). Afb. 276. Plattegrond der kerk te Nispen, naar eene opmeting van G. de Hoog Hzn., geteekend door J.D. Meijsing.
| |
Kalfsdonk.In dit gehucht staan eenige vroeg-zeventiende-eeuwsche BOERDERIJEN, alleGa naar margenoot+ zeer verbouwd. De best bewaarde, het huis I 77, heeft een eenvoudige deur van omstreeks 1700. Lodewijk XIV. | |
Verdwenen gebouw.de ram (Synopsis actorum ecclesiae antverpiensis, liber prodromus, p. 298) noemtGa naar margenoot+ Kalfsdonk: ‘vicus cum sacello nudum destructo’. Op de vroeg-zeventiende-eeuwsche kaart van petrus verbist (zie: inleiding, blz. XVI) staat ook bij Kalfsdonk eene kapel geteekend. krüger (IV, blz. 173, n.a.) zegt, dat een half uur noordoostelijk van Rozendaal, de ‘Kapelberg’ ligt, vermoedelijk zoo genoemd naar eene kapel, die daar gestaan heeft. Deze plaats wordt ook Doorlicht geheeten en eene kapel te Doorlicht wordt in 1566 vermeld. Of zij dezelfde is als die van Kalfsdonk, moet ik onbeslist laten. | |
[pagina 308]
| |
Nispen.Ga naar margenoot+ Naam. Zie van den bergh, Handboek der middelnederlandsche geographie, blz. 236 en Nomina geographica Neerlandica, II, blz. 94. | |
Kerk.Ga naar margenoot+ De ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK, gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw-Hemelvaart, behoort aan de Roomsch-Katholieke parochie van dien naam, de toren aan de burgerlijke gemeente. Afb. 277. De kerk te Nispen, uit het zuidoosten.
Ga naar margenoot+ Geschiedenis. In een oorkonde van 1157 (afgedrukt o.a. bij van goor, blz. 516) verklaart Hendrik II, bisschop van Luik, dat Arnulphus, bijgenaamd de Brabander, aan de kerk der abdij Tongerloo een hoeve onder Nispen had geschonken en zijn zoon Arnulphus twee gedeelten der tienden van Nispen en het bestuur der kerk aldaar (‘conductum ipsius ecclesiae’). In 1186 bevestigde paus Urbanus III de abdij o.a. in dit bezit (Oudheden en gestichten van 's-Hertogenbosch, blz. 419), tengevolge waarvan de kerk tot 1822 is bediend door Praemonstratensers uit deze abdij (krüger, IV, blz. 32). Zij was de moederkerk van Rozendaal, Esschen en Calmpthout (heylen, a.w., 7, blz. 33). | |
[pagina 309]
| |
Na den vrede van Munster is het gebouw door de Hervormden in bezit genomen. In 1797 kregen de Katholieken het schip der kerk terug. Ligging. De kerk ligt vrij, omgeven door een kerkhof. Zij is geörienteerdGa naar margenoot+ met eene afwijking naar het zuiden van 8½o. Beschrijving. Plattegrond (afb. 276). De kerk bestaat uit eenen westtoren,Ga naar margenoot+ een driebeukig schip, welks zijbeuken langs den toren zijn voortgezet, een dwarspandAfb. 278. Kerk te Nispen, uit het zuidwesten, in het eind der achttiende eeuw, naar eene teekening van H. Tavernier.
en een priesterchoor. De toren, binnenwerks ongeveer 3,30 M. in het vierkant, is op zijne beide westelijke hoeken met dubbele en op de oostelijke met enkele beeren versterkt. Bij zijnen noordwand is tegen den westelijken beer een achtkante traptoren aangebouwd. Door een 2,78 M. breede, spitsbogig gedekte opening in zijnen oostwand heeft de toren gemeenschap met het middenschip der kerk, dat vierGa naar margenoot+ traveeën telt en binnen de muren 7,60 M. breed is. De zijbeuken, waarvan de verlengingen aan weerszijden van den toren met moderne muurtjes zijn afgescheiden, hebben eene breedte van 3,75 M. aan den zuid-, en van 3,50 M. aan den noordkant. Het dwarspand, 7 M. diep en 23,30 M. breed, is verbonden aan een 7,15 M.Ga naar margenoot+ | |
[pagina 310]
| |
breed en 12,50 M. diep priesterchoor, bestaande uit drie traveeën, met een modern muurtje gescheiden van de uit drie zijden van eenen achthoek gevormde sluiting. Aan noord- en zuidkant zijn tegen transept en choor in de negentiende eeuw vertrekken aangebouwd. De totale diepte der kerk zonder den toren bedraagt 36,70 M. Afb. 279. Tribune en orgel in de kerk te Nispen.
Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ Uitwendig (afb. 277). De toren is in zijne twee onderste geledingen opgetrokken van baksteen (formaat: 0,215 × 0,10 × 0,05 M.; 10 lagen: 0,66 M.), in slordig kruisverband. De bovenste geleding is van kleiner steen en op de hoeken van natuursteenen kantblokken voorzien. De westwand van den toren is ten deele | |
[pagina 311]
| |
nieuw bemetseld, de daar aanwezige ingang gecement. De beeren gingen, blijkens eene teekening van h. tavernier (1734-1807) in de verzameling van het Noordbrabantsch Genootschap (afb. 278), oorspronkelijk slechts op tot den onderdorpel der spaarnissen in de tweede geleding. Deze spaarnissen waren, vóór de verhooging van den toren, galmgaten. De bij dezen lageren toren behoorende kerk was ook zelf lager dan de tegenwoordige, blijkens de overblijfselen van galmgaten, ter weerszijde van het kerkdak zichtbaar in den oostelijken torenwand. De tegenwoordige spits van den toren is uit de negentiende eeuw. De muren der zijbeuken van het schip en de traptoren zijn opgetrokken vanGa naar margenoot+ baksteen (formaat: 0,225 × 0,11 × 0,055 M.; 10 lagen: 0,61 M.), in kruisverband, met toepassing van bergsteen voor de afdekking der plint, de (grootendeels verdwenen) waterlijst en kantblokken in de beeren. De vensters der zijbeuken, rondbogig gedekt, zijn niet de oorspronkelijke. De plint is aan den zuidkant ten deele weggekapt, omdat daar zerken tegen den muur zijn geplaatst. Aan den noordkant zijn de drie oostelijke beeren vernieuwd. Het transept en hetGa naar margenoot+ choor zijn opgetrokken van hetzelfde materiaal als het schip. De zijmuren der kruisarmen zijn vensterloos. Hunne met overhoekscheAfb. 280. Schouw in een boerenhuis te Nispen.
beeren versterkte gevels, waarvan de toppen van een moderne groefsteenen afdekding en kruis zijn voorzien, hebben de oude spitsboogvensters bewaard (gedeeltelijk dichtgemetseld) met door twee afschuiningen geprofileerde kanten. In den noordelijken transeptgevel is een korfbogige ingang dichtgemetseld, blijkbaar het tijdens den bouw opengelaten werkgat. De vensters van het choor zijn door kleinere vervangen; in de sluiting zijn in de beide schuine zijden de vensters geheel gedicht, terwijl in den middelsten sluitingswand een kleiner venster is aangebracht. De geheele kerk is gedekt door met leien belegde zadeldaken; dat over het middenschip sluit thans onmiddellijk aan bij de lessenaardaken der zijbeuken. Oorspronkelijk was nog ongeveer 1 M. van den bovenmuur van het middenschip zichtbaar. Inwendig. De onderste geleding van den toren is overdekt met een kruis-Ga naar margenoot+ | |
[pagina 312]
| |
gewelf, gedragen op ribben van baksteen, in doorsnede rechthoekig met afgeschuinde kanten, die in drie der vier hoeken op eenvoudige kraagsteenen rusten, terwijl de kraagsteen in den noordoostelijken hoek versierd is met een gebeeldhouwd
Afb. 281. Pomp op de Markt te Rozendaal.
vrouwenmasker, met hoofddoek in veertiende-eeuwschen trant. Een deel van het gewelf is ingestort. In den traptoren is een wenteltrap, samengesteld van zandsteenen treden zonder stootborden. Ga naar margenoot+ Het schip is, blijkbaar in het begin der negentiende eeuw, geheel verknoeid. In plaats van de oorspronkelijke overdekking - vermoedelijk een houten tongewelf in het middenschip en halve tonwelven in de zijbeuken - is een gestukadoord plafond aangebracht. De zuilen, met een middellijn van bijna 1 M., zijn met (thans grootendeels vernielde) geprofileerde basementen op achtkante voetstukken geplaatst. Van de oude kapiteelen is er slechts één gedeeltelijk bewaard, op den westelijken zuil aan den zuidkant (zie het profiel op afb. 276). De andere zijn overpleisterd. De zuilen zijn verbonden door scheibogen, geprofileerd met tweeGa naar margenoot+ afschuiningen. In het dwarspand en het choor zijn pilasters van stuc tegen de wanden aangebracht, die een kroonlijst dragen, waarop het flauw gebogen plafond rust. Tegen den toren staat een op vier houten, gecanneleerde Korinthische zuilen gedragen orgeltribune (afb. 279), voorzien van een fraaie eikenhoutenGa naar margenoot+ balustrade, met vier nisjes, waarin vroeger heiligenbeelden zullen hebben gestaan. De vier middelste stijlen zijn versierd met kleine cartouchesGa naar margenoot+ waarin: anno 1634. Het orgel heeft een met snijwerk versierde kast met het jaartal 1662. Ga naar margenoot+ Dateering. De toren dagteekent, in haren onderbouw, uit de veertiende eeuw. De bovenste geleding is blijkbaar tegelijk met de tegenwoordige kerk opgetrokken, vermoedelijk in de vijftiende of het begin der zestiende eeuw. Ga naar margenoot+Ga naar margenoot+ Voorwerpen. De kerk bezit een kazuifel van gebloemde witte zijde, omstreeks 1750, en een gesmeed ijzeren kaarsenstandaard, in den vorm vanGa naar margenoot+ een leliestengel, XVIII(?). | |
[pagina 313]
| |
In de pastorie wordt een schilderij op doek bewaard, Christus aan denGa naar margenoot+ geeselpaal, hoog: 0,775, breed: 0,435 M. XVII b. Voorts een toilet- of bijouteriekist (thans op een modern onderstelGa naar margenoot+ geplaatst en als kastje ingericht), met twee deurtjes en een opklepbaar, van eenen spiegel voorzien deksel. De kist is geheel belijmd met ebbenhout en ingelegd met schildpad en ivoor. Hoog: 0,78, breed: 0,88, diep: 0,44 M. Omstreeks 1700. | |
Particulier gebouw.In de boerenwoning P 71, is een groote schouw met wangstukken van gepolijsteGa naar margenoot+ hardsteen en houten gemarmerde kroonlijst, in den Rubensstijl, XVII b (afb. 280). Afb. 282. Gezicht op Rozendaal, uit het zuidwesten, omstreeks 1640, naar eene prent van A. Santvoort.
| |
Rozendaal.Naam. Zie van goor, blz. 382, van den bergh, Handboek der middelnederlandscheGa naar margenoot+ geographie, blz. 236, en Nomina geographica Neerlandica, II, blz. 94. Geschiedenis. Rozendaal wordt het eerst vermeld in 1257 (van den bergh, t.a.p.).Ga naar margenoot+ Het kwam tot grooten bloei als handelsplaats, nadat men in 1451 den Vliet gegraven had, die het met het Volkerak verbond. Het had toen tot 46 koopvaardijschepen in zee en de parochie telde 3000 communicanten (Gramaye, p. 25). In 1502 schonk Engelbrecht van Nassau aan Rozendaal het voorrecht, behalve de bestaande jaarmarkt, een Maandagsche weekmarkt te houden (van goor, blz. 383). In den tachtigjarigen oorlog is het herhaaldelijk door brand geteisterd; in 1573 verbrandden o.a. de kerk en alle huizen aan de Markt tot de Haven (gramaye, p. 20). In 1687 werden 35 huizen door brand verwoest (van der aa, blz. 252). In 1809 is Rozendaal tot stad verheven, doch in 1814 weder tot het platteland teruggebracht (van der aa, blz. 249). | |
Pomp.Op de Markt staat een hardsteenen POMP (afb. 281), met koperen kranen enGa naar margenoot+ ijzeren zwengels. Boven de kranen is een versierde, gesmeed ijzeren beugel aangebracht, voor het aanhangen van emmers. De pomp vertoont de overgangsvormen van den stijl Lodewijk XIV naar Lodewijk XV. Midden XVIII. | |
[pagina 314]
| |
Kerken.Ga naar margenoot+ 1. De ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK, gewijd aan den H. Joannes den Dooper, behoort aan de Roomsch-Katholieke parochie van dien naam; de toren aan de burgerlijke gemeente. Afb. 283. Toren der R.K. kerk te Rozendaal, uit het zuidwesten.
Ga naar margenoot+ Geschiedenis. In 1266 gaf de bisschop van Luik verlof de kapel van de H. Maagd, dochter der kerk van Nispen, tot zelfstandige parochiekerk te verheffen (Krüger IV, blz. 176, n.b.). In 1268 bevestigde Arnold van Gaasbeek de gift van eenige landerijen, door de mannen van Kalfsdonk, Hulsdonk en Langdonk geschonken om haar van voldoende inkomsten tot zelfstandig bestaan te voorzien (van goor, blz. 422). Volgens eene legende waren de bouwplaats der kerk en haar omtrek op miraculeuze wijze aangewezen (krüger, IV, blz. 177). Het begevingsrecht der kerk behoorde aan de abdij Tongerloo. Praemontratensers uit die abdij nemen nog thans de bediening waar. | |
[pagina 315]
| |
De hierbij gereproduceerde prent (afb. 282) van a. santvoort (omstreeks 1650), eene teekening van constantijn huygens den Jonge uit 1676 in 's-Rijks prentenkabinet te Amsterdam (Gezicht op Rozendaal), en een kopergravure (afb. 292) van k.f. bendorp (in de Vaderlandsche Gezichten van gardiner visscher en bulthuis) geven van de oude kerk eenig denkbeeld. Afb. 284. Inwendig der R.K. kerk te Rozendaal.
In zijnen westgevel, waarvoor een klassieke portiek is geplaatst, is in 1839 een nieuwe rondbogige ingang gemaakt, in de beide zijwanden zijn doorgangen gebroken naar de aangebouwde portalen. De westelijke beeren van den toren zijn afgebroken en zijn vroegere vierzijdige spits is door een open achtkant met koepeldakje en peer vervangen. De toren is blijkbaar in twee perioden gebouwd, daar het gedeelte boven de waterlijst natuursteenen hoekblokken heeft, die in den | |
[pagina 316]
| |
onderbouw ontbreken, en ook van andere steen is opgetrokken; beneden: roode baksteen (formaat: 0,215 × 0,11 × 0,05; 10 lagen: 0,64 M.), in onregelmatig verband, boven: gele baksteen (formaat: 0,20 × 0,10 × 0,05 M.; 10 lagen: 0,60 M.), in kruisverband. De gekoppelde galmgaten in den bovenbouw hebben geprofileerde bergsteenen kanten. De nissen daaronder zijn moderne toevoegsels in cement. Ga naar margenoot+ De in 1839 voltooide kerk is uitwendig zonder architectonische waarde. Een steen, aan de zuidzijde van het choor ingemetseld, draagt het opschrift: d.o.m. sacra haec aedes erecta est sub b. j le bon can. tongerl. huj. communit. pastore curantibus dd. f.a. beels m.d., j. van ommeren, j.b. janssens j.u.d., j.p. van gilse thesaur. atque aedituis: a. van der ouderaa, c. vanAfb. 285. Zilveren schotel der R.K. kerk te Rozendaal.
ommeren, a. de bruijn, p. luijx, c. de bruijn, a. jongeneelen, ao dni mdcccxxxv. Het is een ruime kruiskerk, bestaande uit een driebeukig schip van vijf traveeën, een dwarspand met halfrond gesloten kruisarmen, en een priesterchoor van ééne, halfcirkelvormig gesloten travee, geflankeerd door zijkapellen met halfronde altaarnissen. Het inwendig, geheel gewit, vertoont een klassicistische architectuur (zie afb. 284). Het middenschip, dwarspand en choor zijn overdekt met gestukadoorde halfronde tongewelven, de zijbeuken met vlakke plafonds. Ga naar margenoot+ Meubelen en voorwerpen. Het hoofdaltaar vertoont de barokke vormenGa naar margenoot+ van omstreeks 1830; de beide zijaltaren zijn uit het begin der achttiende eeuw, Lodewijk XIV. Ga naar margenoot+ De rijk met beeldhouwwerk versierde eiken preekstoel, onder welks kuip de H. Joannes is voorgesteld, zittend op steenen, temidden van struikgewas, is Antwerpsch werk uit den bouwtijd der kerk. De kerk bezit voorts: Ga naar margenoot+ Een fraai gedreven zilveren monstrans, op den voet versierd met voorstellingen van de Hemelvaart der H. Maagd, Joannes den Dooper, den H. Norbertus, den H. Eleutherius(?) en het wapen van Rozendaal. Aan weerszijden der als stralende zon bewerkte luna zijn engelen geknield, die wolken dragen, waarop putti een kroon houden boven den H. Geestduif. Boven de kroon een pelikaan, | |
[pagina 317]
| |
aan den voet van het kruis. Merken: Antwerpen, gekroonde W en onleesbaar. Hoog 0,635 M. XVIII a. Ovale zilveren schotel met gedreven rand (afb. 285), waarin engeltjes, dieGa naar margenoot+ ovale wapenschildjes houden, het eene met een keper vergezeld van drie sterren, het andere gevierendeeld: 2 en 3 als beschreven, 1 en 4 met een basilisk, waarboven een ster. De middellijnen van den schotel zijn 0,385 en 0,29 M. XVII b. Zilveren collecteschaal op ronden voet met balusterstam. Onder den schaal is het wapen van Rozendaal gegraveerd en er in een christogram: I H S, de H. met kruis er in en 3 nagels er onder. Merken: Breda, jaarletter P en vogel in wapenschildje. XVII. Twee koperenGa naar margenoot+ kandelaars (afb. 286), welker ronde voet gedragen wordt door drie engelfiguurtjes,Afb. 286. Koperen kandelaars der R.K. kerk te Rozendaal.
die meest alle de handen missen. Hoog, tot bovenkant van den vetvanger: 1,10 M. XV. Een gedreven koperen doopschotel (afb. 287), versierd met eene voorstellingGa naar margenoot+ der Verkondiging aan de H. Maagd. Middellijn: 0,35 M. XVI a. In den toren hangen drie klokken:Ga naar margenoot+ | |
[pagina 318]
| |
1. Klok van 0,85 M. middellijn, met het opschrift: NOMEN MEUM EST IOANNES BAPTISTA PATRONUS MUNICIPII DE ROZENDALE ANNO T ‖ 1635 ANTOINE COUBILLOT ME FECIT. Op het lijf versierd met een beeldje van den H. Joannes en de wapens van Rozendaal en Le JeusneGa naar voetnoot1): een keper vergezeld van twee naar elkander toegewende vogels en een roos. Onder dit wapen staat: touiour ieusne. 2. Klok van 1,03 M. middellijn, met het opschrift: NOMEN MEUM EST SALVATOR AEGIDIUS IEUSNE EST MEUS PASTOR MARTIN MARCHAL ME FECIT ANNO 1640. Op het lijf versierd met reliefjes van den Zaligmaker (staande met den wereldbolAfb. 287. Koperen doopschaal der R.K. kerk te Rozendaal.
op de hand) en van O.L. Vrouw, en met de wapens van Rozendaal en Le a: 1663.
b: 1678. Afb. 288. Zilveren avondmaalbekers der Herv. kerk te Rozendaal. Jeusne. Onder dit laatste staat: tousiour ieusne. 3. Klok van 0,90 M. middellijn, met het opschrift: GUILIELMUS WITLOCKX ME FUDIT ANTWERPIAE ANNO 1718.
Ga naar margenoot+ 2. De NED. HERVORMDE KERK heeft een eenvoudigen baksteengevel, door vier hardsteenen, Dorische pilasters verdeeld in drie traveeën, waarvan de middelste het breedst en met een klassiek | |
[pagina 319]
| |
fronton bekroond is. In de kroonlijst staat het jaartal MDCCCX. Vóór de kerk een plaatsje, van de straat gescheiden door een eenvoudig ijzeren hek, tusschen hardsteenen stijlen geplaatst. De Hervormde gemeente bezit: Twee zilveren avondmaalbekers met gegraveerde versiering (afb. 288 a) enGa naar margenoot+ onder den bodem het opschrift: adriaen swaens den 14 mert 1663. Merken: roos, B en i d met pijltje ertusschen. Twee dergelijke (afb. 288 b) met het opschrift: voor de diaconye van rosendael 1678. Merken: Breda, anker en jaarletter L. Twee gladde zilveren bekers. XVIII. Zilveren deksel van een wijnkan (de kan is verdwenen), versierd, in gravure, met het wapen van Rozendaal en het opschrift: voor de diaconye van rozendael. XVII d. Twee ronde zilveren schotels, beide versierd, in gravure, met een wapen en randschrift. Bij den eenen luidt dit: ter gedachtenis van bartholomeus doirschot, obiit den 28 feb. 1681, bij den tweeden, die de merkenAfb. 289. Zilveren schotel der Herv. kerk te Rozendaal.
Breda, anker en jaarletter I(?) draagt: ter gedachtenisse van do harmannus van essen in syn leven predicant alhier obiit den 7 van may 1693. Ronde zilveren schotel met hoog gedreven rand (afb. 289), versierd, in gravure, met een wapen, waaronder het opschrift: ter gedacht dnisse christiaen dols obiid 3 juny 1693. Merken: Breda, anker en onleesbaar. Ovale zilveren schotel, versierd in gravure, met een wapen en het randschrift: gelegateert aan de kerck van wouw door jongh heer maerten kip overleden den 19 april 1723. Merken: leeuwtje, roos en jaarletter L. | |
Raadhuis.Het RAADHUIS ligt vrij, met zijnen voorgevel aan de oostzijde der Markt.Ga naar margenoot+ | |
[pagina 320]
| |
Ga naar margenoot+ Geschiedenis. Daar bij den brand van 1572 de kerk en vele noordelijk daarvan gelegen huizen, van de Markt tot de Haven, werden verwoest, is toen vermoedelijk ook het oude raadhuis, aan den oostkant van de Markt staande, verbrand. Het tegenwoordige raadhuis, dat blijkens zijne architectuur, uit het eind der zestiende eeuw dagteekent, is in 1730 ‘zeer verbetert’ (van goor, blz. 384), blijkbaar omstreeks 1830 uitwendig gewijzigd en geheel gepleisterd, en in 1893 uit- en inwendig verbouwd door den gemeente-architect H.C. Vergouwen.Ga naar margenoot+ Beschrijving. Plattegrond (afb. 290). Blijkbaar bestond het gebouw oorspronkelijk uit een rechthoek, buitenwerks 14,40 M. breed en 9 M. diep, en was vóór den op het westen gelegen voorgevel een stoep uitgebouwd, die toegang gaf tot de eerste verdieping, terwijl het gelijkvloers door ingangen ter weerszijde van dien stoep toegankelijk was. Vermoedelijk in 1730 is deze stoep door een grooteren, met twee zijdelingsche opgangen vervangen, waardoor de ingangen tot het gelijkvloers Afb. 290. Plattegrond van den beganen grond en détails van het raadhuis te Rozendaal, naar eene opmeting van G. de Hoog Hzn., geteekend door J.D. Meijsing.
Afb. 291. Inwendig van het raadhuis te Rozendaal (begane grond).
moesten vervallen en een ingang worden gemaakt aan den noordkant. Waarschijnlijk tegelijkertijd is het gebouw toen aan den oostkant vergroot door een lagen aanbouw, met een gang, waarin thans de toegangen tot het gelijkvloers zijn, en een vertrek voor de waag. Later is bij dezen aanbouw tegen de zuidoostelijke helft een vischmarkt aangebouwd, een open hal met op vier Toskaansche zuilen gedragen platte afdekking, en in 1893 is dit oos- | |
[pagina 321]
| |
telijk deel in den tegenwoordigen vorm gebracht. De oorspronkelijke inwendige aanleg is thans alleen nog gelijkvloers te herkennen. Deze, thans door moderne muren in drie vertrekken afgedeelde ruimte, was aanvankelijk een tweebeukige koophal, overdekt met riblooze kruisgewelven, waarvan de gordelbogen rusten op vier zuilen en tegen de wanden gestelde pilasters en kraagsteenen (afb. 290 en 291). Uitwendig. Het oorspronkelijk aspect van het gebouw is te zien op eeneGa naar margenoot+ afbeelding uit het laatst der achttiende eeuw (afb. 292). Thans is het gebouw geheel gepleisterd; de vensters zijn alle omstreeks 1830 gewijzigd, voor den topgevel,Afb. 292. Het raadhuis te Rozendaal, omstreeks 1790, naar eene prent van K.F. Bendorp.
omstreeks 1830 door een klassiek fronton vervangen, is in 1893 een nieuw, gepleisterd topje met groot venster in de plaats gekomen. Ook de toppen der zijgevels zijn afgebroken en hebben plaats gemaakt voor dakschilden. Op den nok is een gegoten ijzeren hek, bij wijze van crête, geplaatst, en op het midden een open klokkentorentje. Inwendig is het gebouw, op de reeds besproken benedenhal na, geheelGa naar margenoot+ gemoderniseerd. | |
Verdwenen gebouwen van liefdadigheid.GASTHUIS. In 1363 schonken eenige inwoners aan een bestaand gasthuis (‘ab antiquoGa naar margenoot+ fundatum’) de middelen om het in te richten tot verblijf voor arme vreemdelingen | |
[pagina 322]
| |
Afb. 293. Gevelankers te Rozendaal. (De nummering der huizen is thans gewijzigd).
| |
[pagina 323]
| |
(gramaye, p. 30). Het gasthuis, dat in de Achterstraat schijnt te hebben gestaan, is verbrand en in 1594 naar een ander gebouw overgebracht. Thans bestaat het niet meer (krüger, IV, blz. 188). | |
Particuliere gebouwen.1. Achterstraat 7 (vroeger D 4). TrapgevelGa naar margenoot+ van tweemaal negen met bergsteen afgedekte treden en top, versierd met op een gebeeldhouwden kraagsteen (masker) gedragen pilaster, bekroond met een latere vaas. De deur en alle vensters zijn vernieuwd. De vensters in de verdieping en daarboven hebben hunne ontlastingsbogen bewaard: korfbogen met blokken van bergsteen. De gevel is opgetrokken van gele baksteen (thans geverfd), met waterlijsten van natuursteen. Zeven krulankers (afb. 293 C). XVII b. 2. Markt 18 (vroeger A 88). Dergelijke gevel; ééne verdieping hooger. Geheel gepleisterd. Boven de deur, welker eenvoudige omlijsting van omstreeks 1830 dagteekent, een liggende eenhoorn uit dien tijd. Zeven krulankers (afb. 293 H en J). XVII b. Afb. 294. Afgebroken gevel Achterstraat 9 te Rozendaal.
3. Molenstraat 117 (vroeger B 95). Gevel van tweemaal zes treden als 1. Geheel gepleisterd. Deur en vensters gewijzigd. Zes krulankers (afb. 293 I). XVII b. 4. Molenstraat 162. Gevel, als de vorige doch niet gepleisterd. XVII b. Afb. 295. Détail van afb. 294.
| |
[pagina 324]
| |
5. Achterstraat 9 (afb. 294). Op de plaats van dit moderne huis stond nog, bij de inventarisatie van deze gemeente, een trapgevel. De treden daarvan waren echter afgebroken en door een rollaag vervangen. Baksteen met voorspringende banden en waterlijst van bergsteen. Boven de waterlijst een gevelsteen, geflankeerd door twee maskers,
Afb. 296. R.K. pastorie te Rozendaal.
man en vrouw (afb. 295). In den gevelsteen het jaartal 1635 en ter weerszijde ervan: int lant van ‖ beloften. Zeven eenvoudige ankers. Afb. 297. Gevel Markt 49 te Rozendaal.
Ga naar margenoot+ 6. De pastorie der Roomsch-Katholieke parochie van den H. Joannes, gebouwd in 1762, heeft een eenvoudigen baksteengevel, met toepassing van hardsteen voor de deuromlijsting met bovenlicht, en de vensterkozijnen (afb. 296). 7. Het huis Markt 10 heeft een deurkozijn met eenvoudig gesneden deur, Lodewijk XVI. De versiering van het bovenlicht is vernieuwd. 8. Markt 49. Klassicistische gevel van omstreeks 1830. Geheel gepleisterd. De deuren vensterkozijnen en het fronton zijn van hout (afb. 297). 9. Achterstraat 28. Dergelijke gevel. De tympan van het fronton is doorbroken met een rond venster, door twee driehoekige geflankeerd. 10. Molenstraat (vroeger B 46). Dergelijke gevel, doch ééne verdieping hooger. In den zijgevel van dit huis is een zeventiendeeeuwsch krulanker bewaard (afb. 293 B). | |
[pagina 325]
| |
11. Gevelsteenen zijn bewaard aan de huizen:Ga naar margenoot+ Markt 12: gekleurde steen met het opschrift: inde vijf ringen (afb. 98). XVII. Molenstraat naast 51, boven een modern poortje: vergulde bijenkorf, met het opschrift in den biecorf 1777. Boven de deur van het huis Kalfdonkschestraat 2 is een oud huisteeken bewaard: een gebeeldhouwd liggend lam, witgeschilderd, thans gedragen op een modern hoekijzer. 12. Ankers. Behalve de reeds vermelde, komen oudeGa naar margenoot+ krulankers voor aan de huizen: Molenstraat (vroeger B 51), eenvoudig anker (afb. 293 A). Achterstraat 46 (vroeger D 203), in den zijgevel (afb. 293 D en F). Achterstraat 66 (vroeger D 197), anker met het jaartal 1709 (afb. 293 G). Boven een poortje aan de Markt prijkte vroeger een sieranker, waarboven de letters A D R en R, met een bijltje ertusschen (afb. 293 E). Afb. 298. Gevelsteen Markt 12 te Rozendaal.
| |
Verdwenen gebouwen.KASTEEL ROZENDAAL. Ten zuiden van het dorp, aan den weg naar Nispen, bezatenGa naar margenoot+ de heeren van Rozendaal een ‘omwaterd slot’, dat reeds in van goor's tijd ‘meerendeels gesloopt’ was (van goor, blz. 383). Het heette oorspronkelijk ‘het huis te Rozendaal’, en werd later ‘het leengoed’ genoemd. Thans staat ter plaatse het landhuis Vrouwenhof, eenvoudig gepleisterd gebouw van omstreeks 1830 |
|