De monumenten in de voormalige baronie van Breda
(1973)–Jan Kalf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 297]
| |
Rijsbergen.Wapen. Het wapen dezer gemeente bestaat uit een schild van lazuur met een keperGa naar margenoot+ van goud, vergezeld van drie leliën van goud, geplaatst 2 en 1. Afgebeeld bij d'ablaing van giessenburg (Noord-Brabant, plaat 9, No. 126) en, met andere émails, bij van goor (blz. 376). Afb. 267. De kerk te Rijsbergen uit het noordoosten in het midden der zeventiende eeuw, naar een prent van R. Roghman.
| |
Romeinsche en Germaansche oudheden.Bij den aanleg van den straatweg van Breda naar Antwerpen in 1812, werdGa naar margenoot+ in een zandakker onder Tichelt een Romeinsch altaar van witte kalksteen gevonden. Dit altaar, hoog 1,42, breed 1,81 en dik 0,405 M., draagt het opschrift: DEAE ‖ SANDRAUDIGAE ‖ CULTORES ‖ TEMPLI. Het bevindt zich thans in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden en is beschreven in den Catalogus onder T Nr. 36 (blz. 227). In 1842 werd door de heeren jhr. mr. h. de grez en prosper cuypers een nieuwe opgraving op deze plaats verricht, waarvan zij verslag gaven in nijhoff's Bijdragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde (IV, blz. 157 vv.). | |
[pagina 298]
| |
Zij vonden toen allerlei fragmenten van een Romeinsch bouwwerk, die tot denGa naar margenoot+ tempel der godin Sandraudiga zouden hebben behoord, voorts scherven vanGa naar margenoot+ aardewerk, ijzeren haken, krammen, ringen, enz., en eenige munten, waaronder een van Vespasianus en een van Marcus Aurelius. Verschillende dezer voorwerpen berusten thans in de verzameling van het Noordbrabantsch Genootschap. Bij deze opgraving werden ook zeven fragmenten van Germaansche lijkurnen gevonden, een pijpaarden medaillon met Christelijk symbool (kruis boven een hart), en scherven van vermoedelijk Frankisch aardewerk, een en ander thans in de verzameling van het Noordbrabantsch Genootschap. In het Rijksmuseum van oudheden te Leiden berusten voorts een bronzen vlakbijl en een bronzen celtAfb. 268. Plattegrond van den toren der kerk te Rijsbergen.
(Catalogus, B I, Nrs. 549 en 575, blz. 30), eveneens van deze vindplaats afkomstig. Zie voor eene opgave der bestaande afbeeldingen en literatuur: kleyn, blz. 8 v v. en hermans, Oudheden, blz. 70 v v. | |
Kaarschot.Ga naar margenoot+ Watermolen.Ga naar margenoot+ Geschiedenis. In 1297 schonken Adriaan van Leuven en zijne vrouw aan Hendrik, bijgenaamd den Lange, hunne hoeve te Karleschot, ‘ende die molen’ (van goor, blz. 381), vermoedelijk denzelfden molen, waarvan in 965 reeds wordt gewag gemaakt (zie hieronder bij Rijsbergen). Eene gekleurde afbeelding uit omstreeks 1830 van den molen en een daarbij gelegen woning, beide in zeventiende-eeuwschen trant, berust in de verzameling van het Noordbrabantsch Genootschap. Ook de afbeelding van een toen tot hoofdwacht ingerichte schuur in de nabijheid. Deze oude molen is in 1897 vervangen door een nieuw gebouw. In ditGa naar margenoot+ gebouw is ingemetseld een gevelsteen met het jaartal 1656 en een wapen. | |
Rijsbergen.Ga naar margenoot+ Naam. Zie: van den bergh, Handboek der middelnederlandsche geographie, blz. 236. | |
[pagina 299]
| |
Het dorp heeft in den tachtigjarigen oorlog veel geleden: In 1572 is het door de Spanjaarden ‘t' eenemaal in de assche gelegt’ (van goor, blz. 381), en terwijl er vóór den oorlog 2000 comminicanten waren (krüger, IV, blz. 163), bedroeg hun aantal in 1609 nog slechts 450 (juten, Het dekenaat Breda, blz. 20, n. 1). | |
Kerk.De ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK, gewijd aan den H. Bavo, behoort metGa naar margenoot+ den toren aan de Roomsch-Katholieke parochie van dien naam. Afb. 269. Kerk te Rijsbergen, uit het zuidwesten.
reeds in 965 vermelde kerk (zie boven) werd bediend door Benedictijnen uit de abdij van St. Bavo te Gent, die te Rijsbergen een prioraat bezaten. Bij de visitatie van 1594 waren er in de kerk drie altaren en een nieuw gebouwde kapel, ‘capella noviter fundata seu erecta’, voor het H. Sacrament des altaars (juten, Het Dekenaat Breda, blz. 20). In 1609 werd de kerk nog ongeschonden genoemd (juten, t.a.p.). Blijkens het hierbij gereproduceerde zeventiende-eeuwsche etsje van r. roghman (afb. 267), rademaker's prentje in Kabinet van Nederlandsche en Kleefsche oudheden (IV, t.o. blz. 153), en eene achttiendeeeuwsche teekening, in de verzameling van het Noordbrabantsch Genootschap, schijnt zij eene kruiskerk te zijn geweest met rechthoekig gesloten choor. Nadat het gebouw in 1648 door de Hervormden was in bezit genomen, werden de kerkmeubelen verkocht. Het gebouw was omstreeks 1740 ‘meerendeels’ vervallen (van goor, blz. 381), en is ten slotte ‘merkelijk verkleind’. In 1797 werd het teruggegeven aan de Katholieken, die in 1810 tegen den ouden toren een nieuwe kerk bouwden (krüger, IV, blz. 162 v.). | |
[pagina 300]
| |
fundationis viarum S. Crucis’, als krüger las, is vermoedelijk te lezen: ‘copia fundationis vicariarum S. Crucis’.Ga naar margenoot+ Beschrijving. Het choor en Afb. 270. Hoofdaltaar in de kerk te Rijsbergen.
het schip, in 1810 gebouwd, zijn zonder belang. Oud zijn alleen de toren en de aan diens beide zijden aanwezige traveeën van de zijbeuken der vroegere kerk (zie den plattegrond, afb. 268). De niet zuiver rechthoekige toren, is binnenwerks langs den westwand gemeten, 3,80 M. en langs den oostwand 3,53 M. breed, bij eene diepte van 3,66 M. Aan den zuidkant sluit tegen den toren een binnenwerks 2,55 M. breede ruimte aan, in welker 2,30 M. dikken westwand een ronde trapkoker is uitgespaard, en aan den noordkant een 2,65 M. breede ruimte. Ga naar margenoot+ Uitwendig (afb. 269). DeGa naar margenoot+ toren is opgetrokken van geelroode baksteen (formaat: 0,215 × 0,105 × 0,05 M.; 10 lagen: 0,61 M.), in onregelmatig kruisverband. Hij heeft een plint, afgedekt met een rollaag, waarin bergsteenen hoekstukken, en is versterkt aan den westkant met dubbele, eens-versneden beeren en aan den oostkant alleen met zijdelingsche beeren. De toren gaat zonder verjonging omhoog. In den westwand heeft hij een spitsboognis, waarin de korfbogig gedekte deur met een rond venster erboven. In het gedeelte, dat boven het kerkdak uitrijst, heeft de toren in elken wand twee spitsbogige galmgaten. Hij is gedekt met een van vier- tot achtkant ingesnoerde spits, belegd met leien. | |
[pagina 301]
| |
De aanbouwen ter weerszijde van den toren, afgedekt door met leien belegdeGa naar margenoot+ lessenaardaken, zijn opgetrokken van helder-roode baksteen (formaat: 0,225 × 0,105 × 0,052 M.; 10 lagen: 0,625 M.), in staand verband. De plint langs deze aanbouwen is met groefsteen afgedekt en op 2,95 M. boven den grond hebben zij een groefsteenen waterlijst. In den zuidwand van den zuidelijken aanbouw, zijn twee kleine vensters, het eene rondbogig, het andere rechthoekig, met bergsteenen kozijn. De noordelijke aanbouw heeft in zijnen noordwand een oorspronkelijk rondboogvenster bewaard; in zijnen westwand is een niet-oorspronkelijke, dichtgemetselde ingang. Op den toren en op den makelaar van het choor staan gesmeed ijzeren leliekruisen. Het torenkruis draagt eenen haan. Inwendig. In den toren zijnGa naar margenoot+Afb. 271. Koperen doopschotel der kerk te Rijsbergen.
de muraalbogen en de op geprofileerde kraagsteenen rustende aanzetstukken der geprofileerde bergsteenen ribben van een kruisgewelf bewaard gebleven. In den oostwand van den toren is boven het deurtje, dat naar de zangerstribune voert, aan de zijde der kerk, een zandsteenen cartouche ingemetseld met het jaartal 1607. Door een in zijnen zuidwand gebroken doorgang staat de toren in verbinding met de gemetselde spiltrap in den ronden trapkoker, die voert naar een bovenvertrek in den zuidelijken aanbouw, dat met een gemetseld elliptisch tongewelf is overdekt en, blijkens de ijzeren tralies in het met een luik gesloten venstertje, als gevangenis (of schatkamertje?) schijnt te hebben gediend. De benedenruimte in dezen aanbouw, alleen toegankelijk van uit de zijbeuk der kerk, heeft eveneens een gemetseld korfbogig tongewelf en doet dienst als doopkapel. De noordelijke aanbouw was overdekt met een half-spitsbogig houten gewelf, waarvan de schinkels nog aanwezig zijn. Dateering. De toren dagteekent vermoedelijk, op grond van de profileeringGa naar margenoot+ der kraagsteenen en ribben van zijn gewelf, uit de vijftiende eeuw. De beide aanbouwen zijn, blijkens de andere steen en de aansluiting van hunne westmuren bij de torenbeeren, van lateren tijd, vermoedelijk XVI. De kerk bezit de volgende oude meubelen en voorwerpen:Ga naar margenoot+ | |
[pagina 302]
| |
Een gemarmerd, houten hoofdaltaar (afb. 270), XVII b, in welks achterwand eene schildering op doek: de kruisiging, onbelangrijke copie, vermoedelijk naar Van Dyck. Dit altaar was in 1648, met andere kerkmeubelen, verkocht. Het werd echter in 1717 teruggekocht van het Begijnhof te Hoogstraten en toen in de schuurkerk geplaatst, waarin de Katholieken dienst deden, nadat de kerk hun was ontnomen (krüger, IV, blz. 163). Afb. 272. Het H. Avondmaal, schilderij der kerk te Rijsbergen.
Ga naar margenoot+ Een koperen doopschotel, middellijn: 0,313 M., beschreven en afgebeeld in Onze Kunst, 1905, blz. 79. XVII A. Een koperen doopschotel, middellijn: 0,368 M., met het jaartal 1627 (afb. 271). Ga naar margenoot+ Een schilderij op hout: het laatste Avondmaal. Hoog 0,79, breed 0,875 M. XVI B (afb. 272). Een schilderij op doek: de verlossing van den H. Petrus uit den kerker. Hoog 1,53, breed 1,945 M. XVIIb (afb. 273). | |
[pagina 303]
| |
Een schilderij op doek: ovaal portret van Kardinaal van Frankenberg, middellijnen: 0,60 en 0,45 M. Omstreeks 1800. Hardsteenen grafzerk met het van wit marmer ingelegde opschrif: D.O.M.Ga naar margenoot+ hic depositus est eminentiss. ac reverendiss. dominus ioannes henricus a franckenberg et schellendorff s.r.e. presbyter cardinalis et archiepisc. mechliniensis primas belgii cath. fidei ac disciplinae ecclesiast. generosusAfb. 273. De verlossing van de H. Petrus, schilderij der kerk te Rijsbergen.
vindex obiit exul bredae in aed. vic. apost. iii idus iunii ao mdccciv aet. lxxviii magno sui relicto desiderio. R.I.P. Hardsteenen zerk, versierd met een vrachtwagen, voor Floris Corn. Flores, † 1696. Hardsteenen zerk, met moeten van uitgebroken koperen versieringen en een opschrift in gothische letters, voor den ‘eersame meester adriaen dul’, † 1530, en zijne vrouw. Een beschadigde, gothische, gegoten koperen kandelaar, hoog: 0,233 M. XV.Ga naar margenoot+ Een gegoten koperen kandelaar, hoog: 0,17 M., XV of XVIa (afb. 274). | |
[pagina 304]
| |
Twee groote en drie kleine gegoten koperen kandelaars met balusterstam. XVI. Twee paren gegoten koperen kandelaars met balusterstam, rustend op driehoekigen voet, gedragen op met maskers versierde klauwtjes. Hoog: 0,38 en 0,43 M. XVII. Twee gedreven koperen kandelaars, balusterstam, versierd met plantornament, hoog: 0,93 M. XVII. Twee kleine gegoten koperen kandelaars. XVII. Ga naar margenoot+ Een gedreven koperen Godslamp en een eenvoudige kroon van tweemaal zes armen, beide Lodewijk XVI. Ga naar margenoot+ Een verguld zilveren monstrans. Lodewijk XIV. Merken: Antwerpen, I H en 63. Ga naar margenoot+ Een verguld zilveren, gedreven kelk, versierd metAfb. 274. Koperen kandelaar der kerk te Rijsbergen.
cherubs en festoenen. XVII. Blijkens opschrift onder den voet in 1725 aan de kerk geschonken. Ga naar margenoot+ Een vaandel van roode, met goud doorweven zijde. XVII c. Ga naar margenoot+ Een choorkap van witte, veelkleurig gebloemde zijde. XVIII c. Een choorkap van rood zijden damast. XVIIIa. Ga naar margenoot+ Een kazuifel van gebloemde groene zijde. XVIII d. Ga naar margenoot+ In den toren hangen drie klokken: 1. Klok van 0,965 M. middellijn, met het opschrift: K GAF EERST EEN HELDEREN TOON MYN TONGH DIE DEET MY BREEKEN ALEXIUS PETIT HEEFT MY VERNIEUWT EN DOET MYN SCHOONDER SPREKEN Ao 1752. 2. Klok van 0,80 M. middellijn met het opschrift: PETIT EN FRITSEN. 1828. 3. Klok van 0,508 M. middellijn met het opschrift: ANDRIES VAN DEN ME FUDIT. | |
Raadhuis.Ga naar margenoot+ In het RAADHUIS zijn aanwezig: Ga naar margenoot+ Twaalf met eenvoudig snijwerk versierde, wit en groen geschilderde leunstoelen met gevlochten matten zittingen. Lodewijk XIV. Twee ovale zegelstempels van de gemeente Rijsbergen, de eene, XVIII, met het wapen der gemeente en het randschrift: sig. rysberge, de andere, XIX a, met den Franschen adelaar en het opschrift: mairie de rysbergen. Een ovaal zegelstempel met het beeld der vrijheid, waaronder: république française en het randschrift: consul d'administration de la 22me demibrigade d'inf.ie. | |
[pagina 305]
| |
Verdwenen gebouwen.KASTEEL RIJSBERGEN. Een geslacht van Rijsbergen bloeide reeds in de twaalfdeGa naar margenoot+ eeuw (kleyn, blz. 59). Afb. 275. Vlag van het St.-Sebastiaansgilde te Rijsbergen.
het onderschrift, het kasteel te Rijsbergen voorstelt. Eene andere teekening van wicart, in dezelfde verzameling, volgens het opschrift het kasteel te Zundert verbeeldende, is blijkbaar naar hetzelfde gebouw genomen, doch van een anderen kant. Het op beide teekeningen in het verschiet voorkomende kerkje, heeft echter een veelhoekige choorsluiting, terwijl de kerk te Rijsbergen een rechthoekig choor bezat. Eene afbeelding van het kasteel te Rijs- | |
[pagina 306]
| |
bergen, van omstreeks 1830, insgelijks in de genoemde verzameling, geeft een landhuis te zien in den stijl Lodewijk XVI. Volgens van der aa (Aardrijkskundig Woordenboek, IX, blz. 525) is het kasteel Rijsbergen in 1837 afgebroken. | |
Gildevoorwerpen.Ga naar margenoot+ De drie in deze gemeente bestaande, oude schuttersgilden bezitten nog eenige oude VOORWERPEN. Ga naar margenoot+ 1. Het Sint-Sebastiaansgilde, volgens krüger (IV, blz. 166) opgericht in 1534, bezit een in appliquéwerk versierde, zijden vlag, waarop een geborduurde voorstelling van den H. Sebastiaan in een medaillon, geplaatst op een Bourgondisch kruis. Daarboven het wapen van Rijsbergen; er onder twee gekruiste handbogen. (Afb. 275). XVII. Ga naar margenoot+ Voorts een zilveren halsketting, waaraan een onbelangrijke, gedreven vogel (XVII of XVIII) en verschillende koningsschilden hangen, de oudste van 1722, 1783 en 1789.
Ga naar margenoot+ 2. Het Sint-Jorisgilde heeft een vlag van gebloemd, rood zijden damast metGa naar margenoot+ het jaartal 1707 en een zilveren ketting met slechten, gegoten vogel en schilden van 1759, 1774, 1800 en later.
Ga naar margenoot+ 3. Het Sint-Bavo- of Kolveniersgilde, welks oudste brief dagteekent van 1669,Ga naar margenoot+ bezit een rood zijden, damasten wimpel (XVIII?), een veelkleurige zijden vlag van 1867 en een zilveren halsketting met eenvoudigen, gedreven vogel (XVII of XVIII) en schilden uit 1791, XIX a en later. |
|