De monumenten in de voormalige baronie van Breda
(1973)–Jan Kalf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 234]
| |
Gilze-Rijen.Ga naar margenoot+ Literatuur. g. schraauwen, Beschrijving van het dorp Gilze ten nutte der inwonende jeugd, 's-Hertogenbosch, 1828. | |
Gilze.Ga naar margenoot+ Naam. Zie van den bergh, Handboek der middel-nederlandsche geographie, blz. 221, van der aa, blz. 172 en krüger, III, blz. 400. | |
Kerk.De ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK gewijd aan den H. Petrus, banden, is in eigendom en onderhoud bij de Roomsch-Katholieke parochie; de toren behoort aan de burgerlijke Gemeente. Ga naar margenoot+ Geschiedenis. Toen Hilsondis in 992 Gilze aan de abdij van Torn schonk, schijnt er in het dorp reeds eene kerk te hebben bestaan (vgl. het door het kapittel van Torn in 1648 tot de Staten-Generaal gericht vertoog bij haberts, II, blz. 403 vv.), die de moederkerk is geworden van verschillende in den omtrek gestichte kerken. In 1235 werden de inkomsten der kerk van Gilze en in 1261 haar patronaatrecht door de abdis aan het kapittel van Torn afgestaan (habets, I, blz. 14 en 200). | |
[pagina 235]
| |
door twee wagenmakers en eenen timmerman, die te Gilze woonden en waarvan twee als ‘reden van wel wetenschap’ opgaven, dat zij ‘aen de kerke van Gilze in den jaer 1617, wanneer deselve gemaekt is mede hebben gewerckt’, verklaard: ‘dat de kerck van Gilze in den buyck is getimmert omdat sulcken werck styver ende vaster is als getrocken oft gelambriseert werck ende dattet oock zeer dienstig is om in tijde van nood daerop zolders te leggen ende de granen ende andere goederen van de gemeynte (gevlucht wordende) daerop connen laten ende bevryden, waertoe sulcken werck ende zolders ten hoochsten dienstich ende bequaem syn’ (sassen, Tijdschrift, II, kol. 150). Afb. 211. Plattegrond der R.K. kerk te Gilze.
Bij de kerkvisitatie in 1618 werd aangeteekend: ‘templum est integre instauratum et satis affabre’, en bij die in 1620: ‘paulatim exornatur’.Ga naar voetnoot1) | |
[pagina 236]
| |
reeds lang door den pastoor waren weggedragen. Eene pastorie was er toen niet, ‘de paap woont in zijn eigen huis’ (habets, II, blz. 490). Ga naar margenoot+ Ligging. De kerk ligt vrij, omgeven door een kerkhof; zij is georienteerd met eene afwijking naar het zuiden van 10½o. Ga naar margenoot+ Beschrijving. Plattegrond (afb. 211). De kerk heeft haren tegenwoordigen aanleg gekregen bij de vergrooting van 1881. Oorspronkelijk was zij een eenbeukigeAfb. 212. De R.K. kerk te Gilze, uit het zuidoosten.
kruiskerk, bestaande uit eenen vierkanten westtoren, een breeder schip van drie traveeën, een breed ontwikkeld dwarspand, en een choor van twee traveeën, gesloten met vijf zijden van eenen achthoek. Tegen den oostelijken wand van den zuider kruisarm en den zuidelijken van het choor was een vierkante sacristie aangebouwd. Naar het schijnt, was de noorder kruisarm oorspronkelijk verder uitgebouwd dan de zuidelijke. Want terwijl de wanden van den noorder kruisarm van hetzelfde formaat baksteen zijn opgetrokken als het choor, zijn de muren van het gedeelte van den zuider kruisarm, dat thans buiten de zijbeuk reikt, geheel modern. Ook het tongewelf, in den noorder kruisarm geheel oud, is in den zuider kruisarm alleen oud voor zoover deze niet buiten de zijbeuk reikt.Ga naar voetnoot1) De toren meet binnenwerks 3,75 M. in het vierkant. Het oude schip (thans middenbeuk) is binnenwerks, langs den westgevel gemeten, 10,15 M. breed en bij den overgang in het transept 9,90 M. Het heeft eene diepte van 14,30 M. Het dwarspand is 34,30 M. breed en 9,50 M. diep. Het choor heeft, bij eene breedte | |
[pagina 237]
| |
van 6,90 eene diepte van 13,30 M. De in verhouding tot de breedte van het schip geringe afmeting van den toren doet vermoeden, dat hij op de grondslagen van een ouderen is opgetrokken, terwijl de ongewone breedte-ontwikkeling van het dwarspand het waarschijnlijk maakt, dat dit oorspronkelijk kleiner is geweest. De oude sacristie meet binnenwerks 3,30 × 3,40 M. Uitwendig (afb. 212). De toren, opgetrokken van grijsroode baksteen (formaat:Ga naar margenoot+ 0,213 × 0,10 × 0.05 M.; 10 lagen: 0,62 M.) in staand verband, draagt geheel het karakter der restauratie van 1881. Hij is toen van een nieuwen ingang voorzien, en van natuursteenen waterlijsten, waaronder baksteenvlechtingen. De bovenbouwAfb. 213. Voormalige ingang in het noordtransept der R.K. kerk te Gilze.
(klokkenkamer en spits) schijnt toen, evenals de traptoren aan den zuidkant, geheel te zijn vernieuwd. Van de kerk zelf is, voor zoover zij uitwendig zichtbaar is, alleen het muurwerk van den noorder kruisarm, van het choor en de sacristie nog oud. Deze deelen zijn opgetrokken van baksteen (formaat: 0,215 × 0,105 × 0,055 M.; 10 lagen: 0,625 M.), rooder van kleur dan die van den toren, en in staand verband. Bergsteen is toegepast voor de afdekking der plint, voor de omlijsting der vensters en voor kantblokken in de beeren. In den noorder transeptgevel, die versterkt is met rijkontwikkelde, overhoeksche beeren, afgedekt met eenen ezelsrug waarop hogels en een kruisbloem, is een, thans dichtgemetselde ingang met geprofileerde kanten en korfbogige dekking (zie afb. 213 en de profiileering op afb. 211). Daarboven een groot driedeelig spitsboogvenster met geprofileerde kanten (zie afb. 211). De geveltop boven dit venster is van andere steen dan de gevel, en in kruisverband gemetseld. Hierin is met verglaasde steenen het jaartal 1617 aangebracht en daaronder een vlechting in den vorm van twee rijen (3 en 5) Sint-Andrieskruisen. Blijkbaar is dus dit bovendeel van den gevel in 1617 vernieuwd. Het choor, met tweemaal versneden beeren versterkt, heeft tweedeelige spitsboogvensters in eenvoudig-geprofileerde omlijstingen (zie afb. 211). De oostwand der sacristie is van drie nieuwe vensters voorzien; de vermoedelijk oorspronkelijke ingang in haren zuidwand is door een aanbouw binnendeur geworden. | |
[pagina 238]
| |
De bedaking der kerk is vernieuwd, evenals de dakruiter en het kruis op den makelaar van het choor. Ga naar margenoot+ Het inwendig der kerk is geheel gewijzigd door den aanbouw der zijbeuken, in verband waarmede de oude zijmuren grootendeels zijn weggebroken. De van deze muren overgebleven pijlers, welke thans de beuken scheiden, zijn nieuw bemetseld; de vroeger-aanwezige bovenvensters gedicht. Oud is alleen de overwelving met houten tongewelven, rondbogig in het schip en spitsbogig in het minder wijde dwarspand. Echter is het gedeelte der schinkels, dat tegen de muren rust,Afb. 214. Boerderij ‘de oude pastorie’, te Gilze.
vernieuwd en het geheele gewelf geschilderd. In het choor is, onder het nog aanwezige houten tongewelf, een nieuwe overkluizing met gemetselde kruis- en straalgewelven aangebracht. Nieuw is ook het gemetselde gewelf in den toren, oud daarentegen dat in de sacristie, een gemetseld kruiswelf, gedragen op laat-gothisch geprofileerde ribben, rustend op eenvoudige kraagsteentjes in de hoeken, waarop ook de geprofileerde kanten der muraalbogen aanvangen (zie de détails op afb. 211). Ga naar margenoot+ Dateering. De vormen der kerk dragen het karakter van het eind der vijftiende of het begin der zestiende eeuw. Ga naar margenoot+ De kerk bezit een gedreven verguld zilveren monstrans, op den voet versierd met voorstellingen van het Geloof, de Hoop, den Mannaregen en het Joodsche | |
[pagina 239]
| |
Paaschmaal. De voet draagt een met stralen omgeven en door aanbiddende engelen geflankeerde zon, bekroond door eene baldakijn, waaronder God de Vader. Lodewijk XV. In den toren hangen drie klokken. De eene, met een middellijn van 1,18 M.,Ga naar margenoot+ draagt het opschrift F.M.G. VAN STEENSEL SCHOUT A. RUBBENS PRESIDENT ‖ M. MOL SECRETARIS P. HOUTEPEN I.B. VAN LOON A. AUSSEMS I. PYMANS I. VAN ALPHEN J.B. VAN DONGEN SCHEEPENEN ‖ I.I.V. VLODROP PREDIKANT I.F. COOMANS PASTOR ‖ HENRICUS PETIT ME FUDIT ANNO 1805. De tweede, met een middellijn van 0,92 M., geeft te lezen: F.M.G. VAN STEENSEL SCHOUT ‖ P. MOL SECRETARIS A. RUBBENS M. MOL ASSESSOREN ‖ PETIT ET FRITSEN ME FUDERUNT ANNO 1821. | |
Particuliere gebouwen.Eene BOERDERIJ, op eenigen afstand ten zuiden van de kerk gelegen, bekend onder den naam ‘de oude pastorie’, heeft ankers, die het jaartal 1614 vormen. Het blijkbaar uit een kleiner huis vergroot gebouw (zie afb. 214) heeft in den noordelijken gevel een met een strek gedekt venster, ontlast door vier segmentboogjes, waarboven drie dooreengewerkte kielbogen. Achter de boerderij staat een gemetselde schuur met het jaartal 1647. | |
Molenschot.Kapel.De KAPEL VAN DE H. ANNA staat tegenover de Roomsch-Katholieke kerk. Geschiedenis. van der aa blz. (177)Ga naar margenoot+ Afb. 215. Plattegrond der St.-Annakapel te Molenschot.
meent, dat deze kapel ‘volgens oorkonden’ zou dagteekenen uit de negende eeuw. krüger (III, blz. 409) deelt mede, dat zij ‘van oudsher aan de H. Maagd’, doch thans aan de H. Anna is gewijd. Hij meent, dat zij in 1261 tot bijkerk is verheven en in 1316 van hare moederkerk Gilze gescheiden. In de oorkonden uit die jaren, waarbij eenige filiaalkerken van Gilze worden afgescheiden (gedrukt o.a. bij habets, I, blz. 20 vv. en blz. 140 v.) wordt Molenschot echter niet genoemd. Bij de kerkvisitatie van 1614 werd aangeteekend, dat er te Molenschot eene kapel bestond, waarin geen dienst werd gedaan, alleen nu en dan 's Zondags door den kapelaan van Dorst gepreekt; in 1617 dat niemand wist wie het begevingsrecht bezat, hoewel men meende, dat er een benificie van niet meer dan 10 Rijnguldens was gesticht; in 1628: ‘tempore obsidionis Bredane conflagratum’. | |
[pagina 240]
| |
In 1816 is ruim f 100. - aan het herstel der kapel besteed en weinig later werd een Afb. 216. Houten Madonna van de R.K. kerk te Molenschot.
altaar er in geplaatst, dat in 1833 moest worden weggenomen, toen zij is ingericht tot wachthuis der Rotterdamsche schutterij. In 1840 werd een klok uit het torentje gestolen. In 1842 is voor f 1550. - de herstelling van het gebouw aangenomen, dat 12 December 1844 werd ingezegend en als bidplaats in gebruik genomen. Bij Koninklijk besluit van 29 Mei 1855 werd de kapel erkend als een van Gilze afhankelijk rectoraat (krüger III, blz. 410). Molenschot is toen tot parochie verheven, waarna er in 1887 een nieuwe kerk is gebouwd. Ga naar margenoot+ Beschrijving. Plattegrond (afb. 215). De kapel, geörienteerd met eene afwijking naar het zuiden van 5o, bestaat uit drie traveeën, gesloten met drie zijden van eenen zeshoek. Zij is binnenwerks 14,17 M. lang en 6,05 M. breed. Tegen het choor is een moderne sacristie aangebouwd. Ga naar margenoot+ Uitwendig. De tusschen de contreforten geplaatste muren zijn opgetrokken van baksteen (formaat 0,21 ×Afb. 217. Koperen kandelaars in de R.K. kerk te Rijen.
0,10-0,12 × 0,05 M.; 10 lagen 0,64 M.) in kruisverband. In den westgevel, met overhoeksche beeren versterkt en bekroond met een modern torentje, bevindt zich de ingang, met moderne omlijsting. In den top sporen van een kielbogig gedekt venstertje. In de tweede travee, aan den noordkant, is een dichtgemetselde toegang. De plint der muren en de verjonging der beeren zijn ten deele met bergsteen en ten deele met baksteen afgedekt. De spitsbogige vensters hebben een enkele afschuining als dagkant, en zijn voorzien van houten ramen. De beide wanden der oostelijke travee vertoonen eene vlechting van donkerder steen, die drie St-Andrieskruisen teekent. Ga naar margenoot+ Inwendig. Tegen den westwand zijn een modern portaal, tribune en trap geplaatst. Op de contreforten en op in de hoeken der sluiting aanwezige diensten, die thans op 2,70 M. boven den vloer te niet loopen, rusten de trekbalken, waarvan de meest | |
[pagina 241]
| |
westelijke vernieuwd is. De kerk is thans gedekt met een segmentvormig gestukadoord tongewelf, de wanden zijn gewit. De kapel dagteekent vermoedelijk uit de zestiende eeuw. In de kapel werd vereerd een houten beeld der Madonna, zittend, met hetGa naar margenoot+ Kindje staande op haar linker knie (afb. 216) hoog 0,76 M. Het thans in de pastorie bewaarde beeld is in 1909 gerestaureerd. Het dagteekent uit het begin der veertiende eeuw. Onze afbeelding geeft den toestand vóór de restauratie weder. Een uit deze kapel afkomstig koperen kroontje, met twee rijen van onderscheidenlijkGa naar margenoot+ drie en zes armen, XVII, hangt thans in de kerk. Afb. 218. Plattegrond der voormalige R.K. kerk te Rijen, naar eene opmeting van Ad. Mulder, geteekend door J.D. Meijsing.
| |
Rijen.Naam. Zie van der aa, blz. 178, krüger, IV, 152 en Nomina geographica Neerlandica,Ga naar margenoot+ II, blz. 91. | |
Kerk.De moderne ROOMSCH-KATHOLIEKE KERK, gewijd aan de H. Maria Magdalena, bezit de volgende voorwerpen: Een zeer geschonden schilderij op doek: de kruisiging, rechts en links vanGa naar margenoot+ het kruis de H. Maagd en Joannes, aan den voet Magdalena, die het kruis omvat. Breed: 1,65 M., hoog: 2,24 M. XVIII. | |
[pagina 242]
| |
Ga naar margenoot+ Drie paar gegoten koperen, gothische kandelaars waaraan de leeuwtjes onder den voet ontbreken. Hoog: 0,51, 0,44 en 0,31 M. XV. (afb. 217). Vier gegoten bronzen kandelaars; op een driehoekigen voet, versierd met engelkopjes, en met van onderen balustervormigen, van boven getordeerden stam. Hoog: 0,54 M. XVII B. Ga naar margenoot+ Een gedreven koperen doopschotel met voorstelling van het Beloofde land, middellijn: 0,315 M. en een met gestyleerde roos, middellijn 0,33 M. XVII. Ga naar margenoot+ Een kazuifel met stola, manipel en palla, van rood fluweelbrokaat. XVII B. Het borduurwerk is modern. Afb. 219. De voormalige R.K. kerk te Rijen, uit het zuidoosten.
Ga naar margenoot+ In den toren hangt een klok (middellijn: 0,84 M.), versierd met renaissanceranden, waartusschen het opschrift: MAGDALENA BEN IC GHEGOTEN VAN JACOP WAGHENENS TE MECHELEN BINNEN INT JAER ONS HEREN 1532, in gothische minuskels. Daaronder ronde medaillons met voorstellingen van de H. Maagd met kind; een wapenschild met dubbelen adelaar; een gekroonden heilige met kelk en bijl (H. Lucius?); God den Vader; de H. Catharina; een door twee griffioenen gehouden wapen: gepaald en beladen met een hartschild, waarin een adelaar; de H. Magdalena. In den dakruiter hangt een tweede klok (middellijn: 0,49 M.), met het opschrift | |
[pagina 243]
| |
PIETER VAN DEN GHEIN HEEFT MIJ GHEGOTEN 1616 in Romeinsche kapitalen. Beide klokken zijn afkomstig van de voormalige parochiekerk. | |
Verdwenen gebouw.De oude PAROCHIEKERK, aan de H. Maria Magdalena gewijd, was oorspronkelijkGa naar margenoot+ eene kapel, afhankelijk van Gilze. In de kerkvisitatie van 1594 (g.c.a. juten, Het Dekenaat Breda, blz. 19) wordt zij vermeld als: ‘noviter separata ab ecclesia de Gilze’. Zij had toen één altaar, waarvan in 1609 werd aangeteekend: ‘celebre fuit hoc altare miraculis ad instar Montis acuti’. In hetzelfde jaar heet het van de kerk: ‘templum integrum, campanile cum 2 campanis habet horologium’. Volgens krüger (IV, blz. 153) waren er later vier altaren in de kerk. In 1648 werden de altaren en de overige ‘paepsche ornamenten’ op last van den drossaard van Breda uit de kerk verwijderd, waarna het gebouw aan de katholieken is ontnomen en gesloten (krüger, IV, blz 154). Afb. 220. Boerderij onder Rijen.
Sedert werd er nu en dan in de kerk van Rijen gepredikt door den predikant van Gilze, die dan, volgens krüger, eenige hoorders meebracht, omdat er te Rijen geen Hervormden woonden. | |
Particuliere gebouwen.Aan den weg naar Dongen staan eenige BOERDERIJEN met oude kruisvensters.Ga naar margenoot+ Het best bewaard is die gemerkt B 37 (afb. 220), naar het schijnt oorspronkelijk bestemd voor bewoning door twee gezinnen, daar de twee woonvertrekken ieder een afzonderlijke buitendeur hebben en de communicatie tusschen deze kamers vermoedelijk niet oorspronkelijk is. De stal is met de woonvertrekken onder één rieten zadeldak gedekt. De twee kelders zijn met gemetselde tonwelven overkluisd. In den, aan den weg liggenden, smallen gevel vormen ankers het jaartal 1648. |
|