De monumenten in de voormalige baronie van Breda
(1973)–Jan Kalf– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 13]
| |
Baarle-Nassau.Deze gemeente omsluit een enclave van Belgisch grondgebied - Baarle-Hertog - waarvan de begrenzing werd vastgesteld bij overeenkomst tusschen Nederland en België van 11 Juni 1892, gewijzigd bij de ‘déclaration additionnelle’ van 21 December 1892 (vgl. bannier, De landgrenzen van Nederland, I, blz. 13). | |
Vroeg-Germaansche en Romeinsche oudheden.In 1844 werden door P. Cuypers opgravingen gedaan op de Bedafsche- en de Molenheide. Op de Bedafsche heide werden toen verschillende, meerendeels reeds vroeger vergraven, grafheuvels onderzocht waarbij één, die een omvang had van bijna 50 M. Op de Molenheide werden 25 grafheuvels onderzocht, die behalve scherven van urnen, waarbij van Romeinsche makelij, een versierd stukje vuursteen, gesmolten glas, fragmenten van bronzen fibulae, ijzeren ringen, een dito mantelhaak enz. opleverden. Bij den z.g. Heesboom onder Baarle-Nassau werd een bronzen beitel gevonden. Zie cuypers' bericht in nyhoff's Bijdragen, V, blz. 49 vv. (met een terreinkaart van de Molenheide en 2 platen). Eenige der urnscherven zijn gemagazineerd in 's Rijks Museum van Oudheden te Leiden onder B. II c.d. (Catalogus, blz. 48); andere voorwerpen, thans bewaard in de verzameling van het Noordbrabantsch Genootschap, zijn beschreven bij hermans, Oudheden, blz. 62 vv. en ten deele aldaar afgebeeld op de platen II-V, terwijl een Gallo-Germaansch schaaltje en een der vroeg-Germaansche urnen uit deze collectie, zijn afgebeeld bij holwerda, Nederland's vroegste beschaving, plaat II, No. 13 en plaat IV, No. 3. In 1904 onderzochten Belgische oudheidkundigen den bodem in de nabijheid van het gehucht Tommel, waarbij zij een voorhistorisch kerkhof zouden hebben gevonden van 739 grafheuveltjes, waarin eenige urnen van het z.g. Hallstatt type. Vgl. Bulletin van den Ned. Oudheidkundigen Bond, V, blz. 198 v. | |
[pagina 14]
| |
Baarle.Pomp.Ga naar margenoot+ Op het dorpsplein staat een eenvoudige hardsteenen pomp, in den vorm van een klassiek geprofileerden pijler, die twee lantaarns draagt, en aan ééne zijde versierd is met een in laag relief gehouwen leeuwenkop, die de waterpijp in den muil heeft. 1809. | |
Kerk.Ga naar margenoot+ In de moderne R.K. KERK staan twee zijaltaren in tombevorm, waarop een rondbogige nis, besloten tusschen Korinthische pilasters met vóórgestelde zuilen. Lodewijk XVI. | |
Raadhuis.Ga naar margenoot+ Het oude RAADHUIS, thans woonhuis, heeft een onbelangrijken gevel met 1639 in de ankers. In het tegenwoordige, moderne, raadhuis worden bewaard: Ga naar margenoot+ Twee zandsteenen caryatiden en bijbehoorende, met leeuwenmaskers versierde, consoles van een zeventiende-eeuwschen schoorsteen, afkomstig uit het vroegere raadhuis. Ga naar margenoot+ Een geteekende kaart van 1756: ‘caarte en grondtteekeninge van de heerlykheidt en de parochie van Baarle daar inne begrepen tgeene gesustineert wort Hertogh te zijn’. | |
Particuliere gebouwen.Ga naar margenoot+ De HOEFSMEDERIJ vertoont in de ankers het jaartal 1613. Aan het CAFÉ ‘Hof van Holland’ zijn eenige zeventiende-eeuwsche krulankers bewaard. | |
Loveren.Verdwenen gebouwen.Ga naar margenoot+ Hier stond het KASTEEL Bruheze, vermoedelijk hetzelfde als ‘de hof te Loeven’, die reeds in 1333 voorkomt (habets, I, blz. 173) en in 1358 werd verpacht aan Peter Sleypstoc, die ‘op den berg’ een huis, stal en keuken moest bouwen, waar de abdis van Torn of haar vertegenwoordiger bij verblijf te Baerle intrek kon nemen (a.w., I, blz. 251). Later kwam het in erfpacht aan de heeren van Bruheze, naar wie het verder genoemd werd. Bij een overdracht in 1671 wordt het omschreven als ‘het casteel ende slot genoemt Bruheze mette nederhuysinge, schure, schop en stallingen.... met grachten.... mitsgaders de plantagieen van de voors. huyzinge, over de straet’ (a.w., II, blz. 512). Na aan verschillende eigenaars te hebben behoord, van wie er een in 1741 het servituut van logeering der abdis van Torn afkocht (a.w., II, blz. 523), kwam het aan den bouwman Anthonie Martil, die het verhuurde als kazerne voor de brigade marechaussée (v.d. aa, blz. 215). Thans is het geheel verdwenen. Een teekening van het kasteel in 1738, door j. de beyer, berust in de verzameling van het Noordbrabantsch Genootschap. | |
[pagina 15]
| |
KAPEL van Loreten. In 1663 werd hier eene kapel gebouwd, in navolging der ‘casa santa’ te Loreto. Zie bij Nijhoven. Ook deze bestaat niet meer. | |
Nijhoven.De Sint-Salvatorskapel.Literatuur. w. van spilbeeck, Sint Salvatorskapel te Baarle (in Taxandria, I, blz. 129 vv.).Ga naar margenoot+ Afb. 11. Plattegrond der St.-Salvatorskapel te Nijhoven.
door Gerardus van Herdegom, die van 1649 tot 1675 pastoor te Baarle was. Hij zou haar hebben gebouwd in navolging van de ‘casa santa’ te Loreto, waarvan hij eene teekening had meegebracht, terugkeerende uit Rome in 1643. De eerste Mis zou in deze kapel zijn gezongen 15 September 1663. Het is echter duidelijk, dat de schrijver zich vergist, daar de St.-Salvatorskapel te Nijhoven een nog geheel gothisch karakter draagt. Dat zij reeds vóór 1663 bestond, blijkt ook uit van goor's mededeeling, dat zij na den vrede van Munster aan de Hervormde gemeente van Baarle kwam, wier eerste predikant er in 1650 optrad. Ook de gegevens zelf trouwens, waarop van spilbeeck zich beroept, bewijzen, dat de door hem bedoelde kapel niet die te Nijhoven is. Immers wordt zij beschreven ‘als synde ghelegen bij Looven’ en het gehucht Looven (thans Loveren) ligt westelijk van Baarle, terwijl Nijhoven oostelijk daarvan gelegen is. Dat deze, in 1663 te Loveren gebouwde kapel, nu eens ‘de capelle van O.L. Vr. van Loreten’, dan de ‘capelle van St. Salvators’ genoemd wordt, zal aldus zijn te verklaren, dat het patronaat der St.-Salvatorskapel te Nijhoven, nadat deze aan de Hervormden was gekomen, op de nieuwe kapel werd overgedragen. Van de kapel te Loveren is niets meer over. De oudste vermelding der kapel te Nijhoven is dan, dat zij in 1650 in het bezit der Hervormden kwam. In 1807 werd de Hervormde gemeente van Baarle, wegens het gering getal harer leden, vereenigd met die van Chaam. Van 1830 tot 1838 hadden er in de kapel geene diensten plaats tengevolge van den Belgischen opstand. Daarna werd er geruimen tijd eens in de maand gepredikt, tegenwoordig niet meer. Na 1807 is het grootste deel der kapel afgebroken, hetgeen wegens het verzet der Katholieke bevolking, onder bescherming van een detachement huzaren moest geschieden (van der aa, blz. 121). Thans is alleen nog het choor aanwezig. | |
[pagina 16]
| |
Ga naar margenoot+ Beschrijving. De kapel ligt vrij, op eene verhevenheid van den bodem. Het choor (afb. 11) is geörienteerd met een afwijking naar het zuiden van 1o. Het bestaat uit drie traveeën, gesloten met drie zijden van een achthoek, en heeft, binnenwerks, eene diepte van 12,40 bij eene breedte van 6,85 M. De 60 cM. dikke muren zijn versterkt met contreforten. De vroegere triomfboog is thans met een dunneren muur gedicht, tegen welks noordelijke helft een consistoriekamer is aangebouwd. Blijkens eene teekening door maas van altena van omstreeks 1780 (afb. 12), bewaard in de verzameling van het Noordbrabantsch Genootschap, had de kapel den vorm van een kruiskerk. Een beer van den oostwand van haar zuider kruisarm is
Afb. 12. De St.-Salvatorskapel te Nijhoven, naar een teekening van maas van altena (± 1780).
blijven staan. Ga naar margenoot+ Uitwendig (afb. 13). De muren zijn opgetrokken van roode baksteen in onregelmatig verband van afwisselend streksche en kopsche lagen (formaat 0,21 × 0,10 × 0,045 M.; 10 lagen = 0,59 M.), met toepassing van zandsteen als afdekking der plint en voor de waterlijst. De beeren hebben twee versnijdingen. De westelijke travee is vensterloos. Aan den zuidkant heeft deze een lagen ingang, met zandsteenen kantblokken en korfboog met geprofileerden dekband. Aan den noordkant schijnt een dergelijke deur te zijn dichtgemetseld. De beide overige traveeën vertoonen sporen van groote spitsboogvensters en hebben thans moderne rechthoekige ramen, door de waterlijst heengebroken. De vensters in de choorsluiting zijn gedicht, hebben echter overblijfselen eener zandsteenen traceering bewaard. Het venster in den middelsten wand der sluiting heeft fraai geprofileerde dagkanten, die in de beide andere zijden vertoonen eenvoudig een schuinen kant. Het met leien belegde, zeer verwaarloosde, dak rust op een met een muizentand versierde uitkraging. Op den westgevel staat een open vierzijdige klokkenstoel, op welks spits een eenvoudig gesmeed-ijzeren kruis met haan is aangebracht. | |
[pagina 17]
| |
Op den makelaar van de absis staat eveneens een gesmeed-ijzeren kruis. Tegen den muur van het zuidertransept staat een zware beer, versierd met zandsteenen kantblokken. De waterlijst van het choor is langs dezen beer niet voortgezet.
Afb. 13. De St.-Salvatorskapel te Nijhoven, uit het zuidoosten.
Hooger dan deze lijst vertoont hij eene versnijding en wordt in doorsnede driehoekig. Aan den noordkant ontbreekt een overeenkomstige beer. Blijkbaar is, bij een oorspronkelijk rechthoekig schip, later aan den zuidkant | |
[pagina 18]
| |
Afb. 14. Piscina in de St.-Salvatorskapel te Nijhoven.
een kruisarm aangebouwd. Of dit ook aan den noordkant geschiedde, blijkt niet. Ga naar margenoot+ Inwendig. Het interieur is gedekt met een rondbogig houten tongewelf, gedragen op schinkels. De schinkels, verbonden door een nok en vier gordingen, zijn, evenals deze, wit geschilderd, terwijl de bebording van het gewelf groen is. De wanden zijn gewit. In den zuidelijken schuinen wand der choorsluiting is een eenvoudige piscina met gesmeed ijzeren haak voor een waterketel bewaard gebleven (afb. 14), in den noordelijken een muurkastje. Ga naar margenoot+ De kapel, die geheel de vormen der laat-Gothiek vertoont, dagteekent uit het eind der vijftiende of het begin der zestiende eeuw. De behandeling van den beer tegen het zuider transept, schijnt wel bepaaldelijk op dezen laatsten tijd te wijzen. Ga naar margenoot+ In de kapel staat een eenvoudige zeskante eiken preekstoel, welks kuip boogpaneelen vertoont. Hieraan is een gesmeedAfb. 15. Gesmeed-ijzeren lezenaar in de St.-Salvatorskapel te Nijhoven.
Ga naar margenoot+ ijzeren lezenaar (afb. 15) bevestigd, evenals de kansel, van omstreeks 1650. Ga naar margenoot+ Op den grond ligt een hardsteenen grafzerk, blijkens het opschrift, van Pieter van Bernaige, schout van Alfen, Baarle en Chaam, overleden 16 Mei 1728. Van een in deze zerk gebeiteld wapen zijn de figuren weggekapt. | |
[pagina 19]
| |
Uilekooten.Kerk.Voor den ingang der moderne R.K. KERK ligt een zeer afgesleten hardsteenen zerk, in de hoeken versierd met de symbolen der vier Evangelisten.Ga naar margenoot+ Blijkens het slechts ten deele leesbare randschrift dekteAfb. 16. St. Bernardus, houten beeldje in de R.K. kerk te Uilekooten.
zij het graf van Jan..... gestorven in Augustus 148.. De kerk bezit: een houten beeld van den H. BernardusGa naar margenoot+ (afb. 16), hoog: 0,62 M. XV. Later gepolychromeerd. Twee gothische, gegoten koperen kandelaars, metGa naar margenoot+ ronden, op drie leeuwtjes rustenden, voet en ronden stam met drie ringen. Aan den eenen ontbreken de leeuwtjes. XV. Hoog: 0,22 M. Een dergelijke met gedeeltelijk achtkanten stam. Hoog: 0,22 M. Twee gegoten koperen kandelaars, met driehoekigen voet en balusterstam en de opschriften: adriaen coernils tuytelaers, cornelis jan tuytelaers en 1628. Hoog: 0,48 M. Zerk en beeld zijn afkomstig uit de voormalige kapel alhier. Volgens krüger (IV, blz. 275) was er reeds in de twaafde eeuw een kapel gewijd aan O.L. Vrouw en den H. Antonius. Deze zou in 1444 zijn vergroot en omstreeks het midden der vijftiende eeuw gewijd. In 1698 is zij den Katholieken ontnomen, zonder dat blijkt, dat zij voor den Hervormden eeredienst is gebruikt, doch in 1797 werd zij hun teruggegeven. In 1803 is Uilekooten tot parochie verheven, in 1870 de oude kapel afgebroken en door de tegenwoordige kerk vervangen. |
|