| |
| |
| |
Tweede bijvoegsel. Zamenstelling der hofdpunten, de nieuwere planeten betreffende.
Wij hebben het noodig geoordeeld de tijden, waarop de nieuwere planeten zijn ontdekt, de namen harer ontdekkers en de grootheden, die het wezen van hare loopbanen uitdrukken, ten behoeve van onze lezers, beknoptelijk zamen te stellen, Die zamenstelling zal de onderlinge vergelijkingen, die men mogt begeeren of behoeven, kunnen verligten, en een overzigt toelaten, dat veel zal kunnen bijdragen, om juiste denkbeelden van den bouw des zonnestelsels te geven. Wij meenden in de twee laatste tafels, die alleen op de loopbanen der planeten betrekking hebben, ook de van ouds bekende te moeten opnemen, opdat de verhouding, in welke de loopbanen der nieuwere planeten met die der oudere staan, des te duidelijker in het oog zoude vallen. De eerste tafel, in welke wij de planeten naar de tijden harer ontdekking hebben gerangschikt, behoeft geene verklaring. In de beide volgende tafels hebben wij aan eene rangschikking, naar de afstanden der planeten tot de zon, de voorkeur gegeven. In de tweede tafel zijn de gemiddelde, de
| |
| |
grootste en de kleinste afstanden der planeten tot de zon, in deelen van den gemiddelden afstand der aarde uitgedrukt, welke, gelijk ook uit de tafel blijkt, daarbij als eenheid is aangenomen. De gemiddelde afstanden zijn de halve groote assen of halve lengten der loopbanen. De uitmiddelpuntigheden der loopbanen zijn in deelen van hare eigene halve groote assen uitgedrukt, weshalve zij, zoo als zij hier gegeven zijn, geheel en al den vorm van elke loopbaan bepalen. Wil men haar in deelen van den gemiddelden afstand der aarde tot de zon uitgedrukt hebben, zoo moet men haar nog met de gemiddelde afstanden der planeten, tot welke zij behooren, vermenigvuldigen. Deze uitkomsten verkrijgt men onmiddellijk door onze tafel, daar zij niet anders zijn dan de verschillen tusschen de door ons vermelde grootste of kleinste, en de gemiddelde afstanden der planeten. Uit onze opgaven van de grootste, kleinste en gemiddelde afstanden der planeten zal men belangrijke gevolgtrekkingen, omtrent de tusschenruimten tusschen hare loopbanen, kunnen afleiden. De omloopstijden zijn in Juliaansche jaren en dagen uitgedrukt. De hellingen der loopbanen, de Lengten der klimmende knoopen en der Periheliën, in de derde tafel voorkomende, zijn grootheden, die wij in ons werk: de Sterrenhemel, tweede deel, bladz. 135 en vervolgens, beschreven hebben, en van welke men zich bedienen kan om een model te vervaardigen, dat de loopbanen der planeten, in hare betrekkelijke grootte, gedaante en ligging naauwkeurig nabootst. Wij weten dat de loopbanen der planeten, door de wederkeerige aantrekking die zij op elkander uitoefe- | |
| |
nen, aan gestadige veranderingen onderworpen zijn. Bij de grootere planeten zijn die veranderingen slechts gering, doch bij de kleinere planeten, tusschen de loopbanen van Mars en Jupiter, kunnen zij, reeds van het eene jaar tot het andere, eene niet onaanzienlijke grootte verkrijgen. De loopbanen der planeten Iris en Metis, die in
grootte slechts weinig van elkander verschillen, kunnen zulke wijzigingen ondergaan, dat nu eens de eene en dan weder de andere de langste van beide wordt. Hetzelfde geldt ook voor de planeten Ceres en Pallas. Onder de kleinere planeten zijn er alzoo eenige, wier rang in het zonnestelsel aan wisselingen onderworpen is. De grootheden in de tweede en derde tafel vermeld, gelden alle voor hetzelfde tijdstip, en wel voor het midden des jaars 1851.
Eerste Tafel.
|
Naam der planeet. |
Dagteekening der ontdekking. |
Naam des ontdekkers. |
Woonplaats des ontdekkers. |
Uranus |
13 Maar1781 |
herschel |
Bath. |
Ceres |
1 Jan. 1801 |
piazzi |
Palermo. |
Pallas |
28 Maart 1802 |
olbers |
Bremen. |
Juno |
1 Sept. 1804 |
harding |
Lilienthal. |
Vesta |
29 Maart 1807 |
olbers |
Bremen. |
Astraea |
8 Dec. 1845 |
hencke |
Driessen. |
Neptunus |
23 Sept. 1846 |
galle |
Berlijn. |
Hebe |
1 Julij 1847 |
hencke |
Driessen. |
Iris |
13 Aug. 1847 |
hind |
Londen. |
Flora |
18 Oct. 1847 |
hind |
Londen. |
Metis |
25 Apr. 1848 |
graham |
Markree. |
Hygieia |
12 Apr. 1849 |
de gasparis |
Napels. |
Parthenope |
11 Mei 1850 |
de gasparis |
Napels. |
Victoria |
13 Sept. 1850 |
hind |
Londen. |
Onbenoemd |
2 Nov. 1850 |
de gasparis |
Napels. |
| |
| |
Tweede Tafel.
|
Naam der planeet. |
Gemiddelde afstand. |
Grootste afstand. |
Kleinste afstand. |
Uitmiddelpuntigheid. |
Mercurius |
0,3871 |
0,4667 |
0,3075 |
0,2056 |
Venus |
0,7233 |
0,7282 |
0.7184 |
0,0068 |
De Aarde |
1,0000 |
1,0168 |
0,9832 |
0,0168 |
Mars |
1,5237 |
1,6658 |
1,3816 |
0,0933 |
Flora |
2,2018 |
2,3586 |
2,0450 |
0,1568 |
Victoria |
2,3349 |
2,8437 |
1,8261 |
0,2179 |
Vesta |
2,3613 |
2,5713 |
2,1513 |
0,0889 |
Iris |
2,3855 |
2,9398 |
1,8311 |
0,2324 |
Metis |
2,3863 |
2,6781 |
2,0945 |
0,1223 |
Hebe |
2,4249 |
2,9144 |
1,9354 |
0,2019 |
Parthenope |
2,4513 |
2,6958 |
2,2068 |
0,0997 |
Onbenoemd |
2,5601 |
2,8063 |
2,3139 |
0,0962 |
Astraea |
2,5774 |
3,0639 |
2,0909 |
0,1888 |
Juno |
2,6686 |
3,3513 |
1,9858 |
0,2558 |
Ceres |
2,7672 |
2,9788 |
2,5557 |
0,0764 |
Pallas |
2,7729 |
3,4370 |
2,1088 |
0,2395 |
Hygieia |
3,1514 |
3,4694 |
2,8334 |
0,1009 |
Jupiter |
5,2028 |
5,4537 |
4,9518 |
0,0482 |
Saturnus |
9,5388 |
10,0730 |
9,0047 |
0,0560 |
Uranus |
19,1824 |
20,0763 |
18,2885 |
0,0466 |
Neptunus |
30,0363 |
30,2982 |
29,7744 |
0,0087 |
| |
| |
Derde Tafel.
|
Naam der planeet. |
Omloopstijd. |
Helling der loopbaan. |
Lengte van den kl. knoop. |
Lengte van het Perihelium. |
Mercurius |
88d |
7o 0' |
41o32' |
75o 7' |
Venus |
225 |
3 23 |
73 16 |
124 22 |
De Aarde |
1j. 0 |
0 0 |
|
100 21 |
Mars |
1 322 |
1 51 |
48 20 |
333 18 |
Flora |
3 98 |
5 53 |
110 21 |
32 51 |
Victoria |
3 206 |
8 23 |
235 28 |
301 57 |
Vesta |
3 230 |
7 8 |
103 21 |
250 31 |
Iris |
3 250 |
5 28 |
259 44 |
41 22 |
Metis |
3 251 |
5 36 |
68 30 |
71 8 |
Hebe |
3 283 |
14 47 |
138 31 |
15 17 |
Parthenope |
3 306 |
4 37 |
124 59 |
316 53 |
Onbenoemd |
4 35 |
15 58 |
43 35 |
116 27 |
Astraea |
4 50 |
5 19 |
141 28 |
135 43 |
Juno |
4 131 |
13 3 |
170 55 |
54 20 |
Ceres |
4 220 |
10 37 |
80 50 |
148 1 |
Pallas |
4 226 |
34 37 |
172 45 |
121 22 |
Hygieia |
5 217 |
3 47 |
287 38 |
228 2 |
Jupiter |
11 315 |
1 19 |
98 54 |
11 55 |
Saturnus |
29 167 |
2 29 |
112 22 |
90 6 |
Uranus |
84 6 |
0 46 |
73 11 |
168 14 |
Neptunus |
164 226 |
1 47 |
130 8 |
47 16 |
Men heeft, reeds voor een' geruimen tijd, de planeten niet alleen door bepaalde namen, maar ook door bepaalde teekens van elkander onderscheiden. Die teekens kunnen dan alleen eenige dienst bewijzen, als het noodig mogt wezen, in eene zeer beperkte ruimte, uit te drukken, welke planeet men bedoelt; doch daar zij niet zelden gebruikt worden, ook zonder dat men zijne toevlugt tot hen behoefde te nemen, mogen wij
| |
| |
niet nalaten hen kortelijk te vermelden. De teekens door welke de planeten worden voorgesteld, die vóór het jaar 1808 zijn ontdekt geworden, zijn op onze drukkerijen voorhanden, en kunnen daarom door ons worden medegedeeld. De teekens echter, die men voor de jongst ontdekte planeten heeft ingevoerd, kunnen door ons niet worden medegedeeld, daar zij op onze drukkerijen niet gevonden worden, doch eene korte beschrijving zal toereikend zijn, om ook die van elkander te doen onderscheiden, en om, waar zij mogten voorkomen, onmiddellijk te doen inzien tot welke planeten zij behooren. De teekens, door welke de van ouds bekende en de vóór het jaar 1808 ontdekte planeten worden voorgesteld, zijn de volgende: beteekent Mercurius, Venus, de Aarde, Mars, Vesta, Juno, Ceres, Pallas, Jupiter, Saturnus, Uranus. De teekens der jongst ontdekte planeten zijn: voor Flora eene bloem; voor Victoria eene ster met eenen laurier-tak; voor Iris een boog met zijne koorde, waar binnen eene ster is geplaatst; voor Metis een oog met eene ster daar boven; voor Hebe eene kelk, en voor Astraea een anker. Neptunus wordt door eenen drietand voorgesteld. Voor de drie planeten, welke in Italië zijn ontdekt, Hygieia, Parthenope en de derde van de gasparis, die zelfs nog geenen naam heeft ontvangen, zijn nog geene bepaalde teekens ingevoerd. |
|